Een spannende thriller met actueel drama

Het is opvallend en ergens logisch dat stripliefhebbers die nog nooit een album van de Fransman Bastien Vivès lazen, toch een duidelijk mening over zijn werk hebben: het spreekt ze niet aan, vooral als ze het vluchtig doorbladeren. Opvallend omdat de verhalen van Vivès (1984) doorgaans erg goed en gedegen in elkaar steken, logisch omdat zijn uitgeklede tekenstijl en lege pagina’s er op het eerste oog vrij saai en dor uitzien.

Dat laatste is schijn, en onterecht, want juist de uitgepuurde, minimalistische aanpak van Vivès pakt de lezer bij de kladden – als die eenmaal aan het lezen gaat. Zo ook in zijn nieuwe graphic novel, Nationale feestdag – in het Frans getiteld Quatorze Juillet. Het vernuftige van Vivès’ stijl zit in wat hij weglaat, en dat is ongeveer alles wat er niet werkelijk toe doet: alleen de personages en zaken die de sfeer bepalen houdt hij over. Een dialoog tussen twee mensen levert daardoor een vrijwel uitgestorven pagina op met figuren en tekstvelden. Striplezers die gaan voor de mooie plaatjes, kunnen thuisblijven.

En ook daar neemt Vivès de lezers-van-de-eerste-indruk beet, want de lijnen die hij zet zijn zo trefzeker, sturend en stuwend dat hij de lezer opzadelt met een niet vaak vertoonde focus: wie Nationale feestdag heeft gelezen, heeft letterlijk ieder lijntje opgemerkt.

 

Dat pakt overigens niet altijd goed uit: in verhalen met veel onderhuidse emotie en subtekst moet de lezer vanwege de summiere grafische houvast te veel raden en voor waar aannemen, zoals bij het ingetogen Zie mij het geval was. Te vaak kon de lezer alle kanten op: kijkt ze nu zwoel, bang of onverschillig? Het mooie Mijn zus leunde al meer op de vertelling waardoor het beslist meeslepender was. Met Nationale feestdag heeft Vivès de hulp ingeroepen van scenarist Martin Quenehen. Samen schotelen zij de lezer een boeiende en actuele thriller voor, met genoeg spanning en finesse om door te blijven lezen. Ook al draagt de hoofdpersoon vaak een zonnebril, we hoeven ons niet af te vragen hoe hij zich voelt – het verhaal is leidend, dus mag Vivès volstaan met een enkele gelaatstrek.

Het verhaal speelt in het dorpje Saint-Jean-Le-Monestier waar men in afwachting is van de festiviteiten rond de veertiende juli, de Franse feestdag. We volgen de serieuze, streberige jonge agent Jimmy Girard, die er niet helemaal gerust op is met al die terroristische aanslagen en de hordes buitenlanders die voor onrust zorgen onder de lokale bevolking. Maar bij Girard geen lede ogen, hij raakt er juist kordater en energieker van.

Girard komt tijdens een controle de Parijse schilder Vincent Louyot tegen, die met zijn jonge dochter Lisa de grote stad is ontvlucht om op adem te komen van de gebeurtenissen die zijn leven voorgoed hebben veranderd: zijn vrouw is bij een terroristische aanslag om het leven gekomen. Girard voelt zich verbonden met de man en diens verdriet, omdat hij kortgeleden zijn eigen vader heeft verloren. Hij neemt Louyot – die een frappante gelijkenis vertoont met Michel Houellebecq – onder zijn hoede en zoekt hem af en toe op. Dan blijkt Louyot zich in zaken te steken die bepaald niet in de haak zijn en raakt Girard betrokken in een smerige affaire die hem bijna boven het hoofd groeit – nota bene in zijn vrije tijd, dus zonder uniform en bevoegdheden.

Opvallend is hoe ongefilterd de gesprekken zijn: de flinke meningen over buitenlanders, bootvluchtelingen en criminelen vliegen je om de oren, van zowel bewoners als dienders. In een tijd waarin we regelmatig lezen hoe agenten in besloten groepsapps straffeloos tekeer gaan, is Nationale feestdag bijna té natuurgetrouw. Het zorgt voor een sfeer van dreiging, van een ongemakkelijk gevoel en de hoop dat deze veertiende juli rustig en zonder gedoe kan plaatsvinden. Vivès en Quenehen hebben met de keuze voor een actuele insteek goed gekozen: uiteindelijk is dit een verhaal over gedragingen, goed en fout, van mensen die op zoek zijn naar antwoorden op de vragen van de complexe, huidige samenleving.

Nationale feestdag is meer rechttoe-rechtaan dan de eerdere titels van Vivès. De dochter van Louyot heeft een wat vreemde bijrol, voor wie zich andere verhalen van Vivès voor de geest haalt, waarin jonge meisjes er vaak zijn om de hoofden op hol te brengen. Dat ligt in dit geval aan de onverzettelijkheid van Jimmy Girard – een handige eigenschap voor een agent, maar misschien niet direct voor een personage dat dit verhaal had kunnen gebruiken: iemand met iets meer emotie en diepgang dan de afgemeten realist die Girard is.

Stefan Nieuwenhuis

Bastien Vivès & Martin Quenehen – Nationale feestdag. Casterman. 256 blz. hardcover. € 24,95.