Oog om oog, tand om tand

De kat en de generaal is de nieuwste roman van de Duits-Georgische schrijfster Nino Haratischwili (1983). Het boek, dat een kleine 700 pagina’s telt, bestaat uit vier delen die zijn onderverdeeld in hoofdstukken waar verschillende personages de hoofdrol spelen. Per hoofdstuk ziet de lezer een jaartal (meestal 2016) en een naam: de kat, de generaal, de kraai of Malysj. Zij wisselen elkaar af als verteller. De kat is de bijnaam voor Sesili, een actrice van Georgische afkomst die in Duitsland woont. De generaal is de Russische oligarch Aleksandr Orlov, die in 1995 als soldaat deelnam aan de verkrachting van en moord op de Tsjetsjeense Noera en daarna een nieuw leven in Berlijn is begonnen. Ook de hoofdstukken met de titel Malysj gaan over de generaal. De kraai is de bijnaam voor de Duitse onderzoeksjournalist Onno Bender, die als ik-verteller optreedt.

Malysj en Aleksandr Orlov worden niet voor niets met twee verschillende namen aangeduid. De jonge militair, die met een plunjezak vol boeken aan de Eerste Russisch-Tsjetsjeense Oorlog deelneemt, voelt zich schuldig over wat hij en zijn kameraden Noera hebben aangedaan. Hij wil veroordeeld en gestraft worden. Als het proces op niets uitloopt en hij onbestraft blijft, neemt Malysj afscheid van de moraal en verandert hij in de keiharde Aleksandr Orlov.

Onno Bender wil een boek schrijven over de moeilijk te benaderen Aleksandr Orlov. Via zijn loopjongen Sjapiro laat de Rus, die ook ‘zwarte paus’ als bijnaam heeft, weten dat hij mee wil werken aan het boek als Bender eerst iets voor hem doet. Bender moet Sesili overhalen om een videoboodschap te maken die Orlov aan alle betrokkenen bij de moord op Noera wil sturen. Bender heeft geen zin om Sjapiro, die hij de veerman noemt, te gehoorzamen en wil ook Orlov niet ontmoeten. Als hij de opdracht uitvoert, daalt hij zelf af naar de onderwereld. Natuurlijk gaat Bender toch op de uitnodiging in, die hij eigenlijk ook niet kan weigeren omdat hij de dochter van de generaal heeft misbruikt om met haar vader in contact te komen, en er ontspint zich een spannend verhaal met veel sprongen in de tijd, vertakkingen en een stoet aan bijfiguren die kleur geven aan de roman.

Het verhaal over Noera en Orlov is gebaseerd op een waargebeurde geschiedenis die Haratischwili las in een boek van de Russische onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja over de Tsjetsjenië-oorlog. Ook in het oorspronkelijke verhaal wordt de dader, kolonel Joeri Boedanov, niet veroordeeld voor de verkrachting van een 18-jarig Tsjetsjeens meisje. Ook zijn ondergeschikten gaan vrijuit. Boedanov wordt wel veroordeeld vanwege andere oorlogsmisdaden. In 2011, twee jaar nadat hij uit de gevangenis is vrijgelaten, wordt hij op klaarlichte dag in Moskou doodgeschoten. Eerder zijn al de advocaat en mensenrechtenactivist Stanislav Markelov, die aankondigde in hoger beroep te gaan tegen de vervroegde vrijlating van Boedanov in 2009, en de jonge journaliste Anastasia Baboerova van de Novaja Gazeta vermoord. Politkovskaja, die ook voor de Novaja Gazeta werkte, werd in 2006 geluiqideerd vanwege haar onthullingen over de Russische oorlogsmisdaden in Tsjetsjenië.

Wat de schrijfster aan het verhaal interesseert, vertelt ze in een interview met de Volkskrant, is het toepassen van het oeroude oog om oog, tand om tand-principe aan het einde van de twintigste eeuw. In Haratischwili’s bewerking ontpopt Orlov zich als wreker.

Haratischwili’s vorige boek, Het achtste leven (voor Brilka), was in Duitsland en Nederland een bestseller. De kat en de generaal is een waardige opvolger. Het is spannend, goed geschreven, mooi vertaald en ontsluit de relatief onbekende wereld van de uiteengevallen Sovjet-Unie in de jaren negentig van de vorige eeuw.

Marie-José Klaver

Nino Haratischwili – De kat en de generaal. Uit het Duits vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post. Meridiaan, Amsterdam. 680 blz. € 34,99.