Klassenverschil wordt racisme

Kristien Hemmerechts nam Jane Austens Emma als uitgangspunt voor haar nieuwe roman. Dat deed ze eerder, een vermaard werk uit de wereldliteratuur herschrijven: in Alles verandert (2015) maakte ze van de mannelijke personages in J.M. Coetzees In ongenade vrouwen en keek wat er vervolgens gebeurde. Dat leverde een interessant en huiveringwekkend experiment op over typisch mannelijke of vrouwelijke gedragingen in een roman. Kunnen vrouwen verkrachten? En de belangrijkste vraag: levert zoiets een geloofwaardig verhaal op? De meningen waren verdeeld, zoals wel vaker bij boeken van Hemmerechts, die nogal eens verdacht wordt bewust te choqueren. Denk alleen al aan De vrouw die de honden eten gaf (2014), geïnspireerd op de vrouw van Marc Dutroux. Die verdachtmaking zal nu waarschijnlijk niet aan de orde zijn, al werpt Hemmerechts via Jane Austen wel interessante en gevoelige maatschappelijke kwesties op. Ook komt de vraag naar geloofwaardigheid weer naar voren.

Net zoals haar negentiende-eeuwse voorgangster is de Emma van Hemmerechts een mooie, slimme jonge vrouw die geen nut ziet in een relatie of een huwelijk. Ze heeft genoeg aan zichzelf en de beslommeringen van de mensen om haar heen. En bovendien heeft ze genoeg geld door een erfenis en kan ze het huis van haar vader betrekken als die aan het begin van de roman naar zijn nieuwe vriendin in Genève verhuist. Voor de Emma van Austen was dat voldoende om geen man te hoeven, want daar trouwde je destijds als vrouw van een bepaalde stand natuurlijk voor: om er warmpjes bij te zitten de rest van je leven. En daar wringt Hemmerechts’ roman meteen een beetje: hoe geloofwaardig is een hedendaagse vrouw van 21 die geen relatie en geen seks wil en ervoor kiest te stoppen met studeren omdat ze afknapt op ‘de deadlines, en de druk, en de cijfers die op haar en haar werk werden geplakt’? Zijn hedendaagse slimme jonge vrouwen niet juist ambitieus?

Wat Emma in elk geval wel doet, is mensen koppelen. Zo bracht ze haar vader succesvol in contact met een gastdocente van haar universiteit en probeert ze vervolgens haar stiefzus Malika te koppelen aan haar buurman Gabriël. Dat koppelen voelt wat anachronistisch in de roman; wie koppelt er nog nu we zelf zo makkelijk via apps en websites een partner kunnen vinden? Deze tweede koppelpoging mislukt omdat Gabriël eigenlijk een oogje heeft op Emma zelf en tussen neus en lippen door laat blijken hoe hij over vrouwen als Malika denkt. Malika is namelijk van Ghanese afkomst. En daar duikt Hemmerechts’ eerste maatschappelijke thema op: waar Jane Austens Emma sterk handelt over klassenverschillen, pakt Ik ben Emma hedendaags racisme bij de kop. Een brandend actueel thema en het mooie aan Hemmerechts’ aanpak is dat ze in navolging van Jane Austen mensen lekker voor zich uit kan laten kletsen en er zo verschillende voorbeelden van verhuld en onverhuld racisme langskomen:

‘Voor een Afrikaanse valt ze mee. Er lopen hier de laatste tijd zoveel Afrikaanse vrouwen rond, meestal met een buggy met een kind erin. (…) En ze dragen van die affreuze leggings waar ze veel te dik voor zijn. Ik ben nog nooit in Afrika geweest, ik weet niet hoe de vrouwen daar zijn. Misschien houden ze de betere exemplaren voor zich en sturen ze de rommel naar hier.’

En: ‘Zwarte vrouwen blijven er langer jong uitzien dan witte, wist je dat?’, en: ‘Ik heb niets tegen zwarte mensen, maar ik heb ook niets mét hen.’ Ook haar hoofdpersonage spaart Hemmerechts niet, in haar wel erg bevoogdende en beschermende omgang met Malika.

Hemmerechts heeft ervoor gekozen om de roman van Jane Austen tamelijk nauwgezet te volgen. De verhaalstructuur, de personages, het genre, de stijl: je kunt rechtstreeks lijnen leggen naar de Emma uit 1815. Zo herken je Mr. Knightley in stiefbroer Seb, Harriet Smith in Malika en Miss Bates en haar dochter Jane in buurvrouw Gerda en haar dochter Joni; veel van de karaktertrekken zijn vergelijkbaar. Ook Ik ben Emma is in feite een zedenschets, een sociale komedie waarin veel gekeuveld, geroddeld en gediscussieerd wordt en waar humor en ironie hoogtij vieren. Je kunt je afvragen wat Hemmerechts wil met die opzichtige intertekstualiteit, maar het is ook gewoon een leuk literair spel, en het levert een vermakelijk verhaal op dat leest als een trein. Hedendaagse familiestructuren en sociale conventies lenen zich natuurlijk ook wel voor een sociale komedie. Soms schiet de schrijfster daarin echter wel wat door en lijkt het alsof je in een klucht bent beland waarin plotsklaps geheime minnaars of vergeten stiefbroers uit de kast of onder het bed vandaan komen.

In de eerste hoofdstukken hebben we al kennisgemaakt met een ingewikkelde familiestructuur, vol tweede en derde partners, stiefzussen, nichtjes en halfbroers. Die hoeveelheid personages, familiebanden en intriges verwart in eerste instantie behoorlijk. Dat is niet alleen typerend voor de negentiende-eeuwse romans van Austen, maar ook voor Hemmerechts’ boeken zelf. Romans als Wit zand (1993), De kinderen van Arthur (2000) en In het land van Dutroux (2007) worden bevolkt door zoveel getroebleerde personages dat het je als lezer soms duizelt en dat lijkt ook precies de bedoeling van de schrijfster. De moderne samenleving is een verlammend netwerk van relaties die onderhouden moeten worden. Dat is ook het enige wat Emma doet. Net als in de roman van Austen bestaat Ik ben Emma voornamelijk uit gesprekken, etentjes, feestjes en andere samenkomsten.

In al die gesprekken lijkt Emma steeds op enige afstand te blijven, als personage blijft ze zelf vrij vlak. Drie jonge vrouwen om haar heen krijgen daardoor des te meer kleur: Malika, Joni en Nannette. In feite spiegelen deze vrouwen Emma: alle drie proberen een betekenisvol leven te leiden, in elk geval iets te doen, waar Emma hoegenaamd niets doet. Hoe langer ik nadenk over Ik ben Emma, hoe meer ik zie dat ook Hemmerechts, net als Jane Austen, een beeld schetst van de verwachtingen van vrouwen in deze tijd. Dat ik Emma in eerste instantie niet echt geloofwaardig vond, heeft daar natuurlijk alles mee te maken. En dat Hemmerechts Joni deze naam geeft, is niet alleen omdat dat op Austens ‘Jane’ lijkt. Joni werd een beetje geplaagd met haar naam:

‘Je noemt je kind toch ook niet “vulva” of “vagina”?’ ‘Waar haal je dat vandaan?’ vroeg Babs. ‘Uit India. Dat land is bezaaid met afbeeldingen van lingams en yoni’s, het mannelijke en vrouwelijke geslachtsorgaan.’

In Austens Emma krijgt Jane een piano, Joni ontvangt een naaimachine van haar geheime aanbidder. Een geestige manier om de rol van vrouwen aan te stippen en in feite nog feministisch ook: Joni is zo’n beetje het meest daadkrachtige en onafhankelijke personage uit de roman.

Het is altijd mooi om te zien dat onder een licht en makkelijk te smaken oppervlak een wereld schuil gaat die je op het eerste oog niet meteen ziet. Die lichte toon van kletsende mensen blijkt een goede manier om een onderwerp als racisme aan te snijden maar er komt nog veel meer langs in de roman: de verhitte en onechte wereld van tv-programma’s, schuilende asielzoekers, de ‘second coming’-beweging, naaiateliers in Bangladesh, ook het klimaat en onbekende virussen:

Hij zuchtte diep alsof hij een van de artsen was die de ziekte moest bestrijden. ‘We moeten die virussen onder controle zien te krijgen.’ ‘Hoe?’ vroeg Emma. ‘Door samen te werken. Door data uit te wisselen. Door proactief vaccins te ontwikkelen. Door de inspanningen te coördineren. (…) En dan dat verdomde klimaat, de panische reacties… Ben jij al gaan betogen?’

Ik ben Emma ademt een oververhitte samenleving. Figuurlijk én letterlijk, het is de hete zomer van 2019. Wat mij betreft had Hemmerechts dat nog iets meer aan kunnen zetten en had ze op dat vlak wat af kunnen wijken van haar voorbeeld. Het einde is mij iets te zoet, hoewel de smaak en de kleur van chocolade wel weer toepasselijk zijn voor de roman. En wie wil weten wat ik daarmee bedoel, moet het boek vooral gaan lezen.

Martijn Nicolaas

Kristien Hemmerechts – Ik ben Emma. De Geus, Amsterdam. € 22,99.