In februari verschijnt de nieuwe roman van Adriaan van Dis: Klifi. Het wordt geen vrolijk boek als we de foldertekst mogen geloven:

De aasgieren zweven boven de republiek Nederland. Na een verpletterend warme zomer wordt het land voor het eerst in zijn geschiedenis getroffen door een orkaan. De gepensioneerde bibliothecaris Jákob Hemmelbahn is getuige van een lokale ramp waarbij tientallen mensen omkomen. Wegkijken en ontkennen is van hogerhand tot kunst verheven. Als zoon van Hongaarse vluchtelingen herinnert het meebuigen en in de pas lopen met de nieuwe orde hem aan zijn jeugd onder een communistisch regime. Hij wil de verhalen van de overlevenden optekenen maar wordt daarbij gehinderd door een dreigende censor. Jákob sjoemelt, komt in opstand en droomt van grootse daden.

Klifi is een allegorie over een veranderend Nederland, hoe nuance ondergronds is gegaan en redelijkheid schiftte tot haat. Maar bovenal is het een roman over luisteren, de kracht van verhalen, lastige vriendschappen en liefde.

Uitgeverij Atlas Contact noemt het boek: ‘boos, geestig, melancholiek.’