Woeste natuur, weirde personages

Dat er een verfilming aankomt van In genade is goed voor te stellen. Debutant Rye Curtis, dan wel zijn uitgever, heeft de rechten ervan verkocht aan de filmmaatschappij die ook Three Billboards Outside Ebbing, Missouri in de bioscopen bracht. In genade is namelijk bijzonder filmisch geschreven; en is gemeen spannend – zonder dat het (gelukkig) iets weg heeft van een thriller.

De Texaanse Cloris Waldrip is een 94-jarige vrouw, die voor de lezer haar herinneringen ophaalt aan de dramatische gebeurtenissen die haar leven hebben veranderd:

Ik zou waarschijnlijk dezelfde Cloris Waldrip zijn gebleven die ik al tweeënzeventig jaar was, als ik die zondag 31 augustus 1986 niet met de vliegtuigje uit de lucht was gevallen.

Dat vliegtuigje stort neer in de wildernis van de Bitterroot Mountains in Montana. De piloot en Clovis’ echtgenoot, die zij steevast Mr. Waldrip noemt, komen om. Cloris overleeft. En door haar wonderlijk naïeve overlevingsdrang lukt het haar in leven te blijven; Cloris is een taaie. Aan de andere kant van het verhaal is daar parkranger Debra Lewis, een einddertiger die weinig op heeft met het leven, alleen de natuur als een betrouwbaar iets of iemand ziet en de hele dag door rode wijn zuipt. Zij krijgt de opdracht op zoek te gaan naar overlevenden van het vliegtuigongeluk. Daarbij wordt zij gekoppeld aan reddingswerker, teamleider en verzamelaar van allerlei tics Steven Bloor. Rye Curtis beschrijft zijn personages uiterst nauwkeurig; ze gaan daadwerkelijk leven voor de lezer: ze staan naast je. Het zijn fascinerende personages – Cloris, Lewis en Bloor – waar Curtis Bloors getroebleerde puberdochter Jill nog aan toevoegt. Rye Curtis vertelt aldus een prachtig verhaal, waarbij ik durf te stellen dat de auteur hiermee bewijst dat het adagium show, don’t tell de grootst mogelijke onzin is; je hoeft het niet te laten zien, je kunt het gewoon vertellen:

Ze parkeerde de jeep aan het begin van het pad naar Egyptian Point en ze bleven in de auto zitten kijken naar de laatste flarden zonsondergangsnevel die van de bergen de donkere domeinen van de onderliggende valleien in rolden. Silk Foot Maggie liep heen en weer over het erf achter de stacaravan, waar ze roestkleurige kastelen van bierblikje en gebruikte tampons had opgetrokken.

Hoewel Clovis zich met moeite in leven kan houden, lijkt ze zich te schikken in haar situatie – temeer daar zij uit nogal onverwachte hoek hulp krijgt. Het lijkt erop alsof Clovis helemaal niet, of in ieder geval niet snel, door de zoekexpeditie gevonden wil worden. Aan de andere kant raakt Lewis steeds meer verstrikt in haar alcoholprobleem en waar dat vandaan komt, de wierde seksuele escapade die ze met de knijplustige Bloor heeft en de relatie met de net wel of net niet volwassen Jill. Curtis draait hiermee heel subtiel het perspectief om: niet Clovis is de gevangene van haar situatie, maar eerder Lewis.

Zoals gezegd, dit bijzondere spiegelpaleis is ook nog eens verfraaid met heerlijke deadpan dialogen, wonderlijke ontmoetingen en situaties, en rake beschrijvingen van de woeste natuur van de Biterroot Mountains. ‘Dit is de beste roman die ik in lange tijd gelezen heb,’ aldus Roddy Doyle (waar is die man gebleven?) op het omslag. In lange tijd is dan wat overdreven, maar voor het overige kan ik het er van harte mee eens zijn.

Wiebren Rijkeboer

Rye Curtis – In genade. Vertaald door Jan de Nijs. Uitgeverij Ambo|Anthos, Amsterdam. 324 blz. € 22,99.