Oh Europa!

In 1932 wordt een lezing van Stefan Zweig uitgesproken in Rome tijdens een congres waar ook Herman Göring was. Zweig had geen zin om hem de hand te schudden. Er was nog enige hoop op licht in de duisternis. De titel was ‘De morele ontgifting van Europa.’ Zweig pleitte voor minder aandacht in de geschiedenisboeken voor de oorlogen en de politiek en meer voor de cultuur. De politiek leidt tot verdeeldheid, tot eng nationalisme, tot haat zaaien en angst voor vreemdelingen. In de politiek gaat het op en neer, maar in de culturele wereld en die van de wetenschap gaat het om vooruitgang, om wederzijds begrip en waardering. Hij geloofde niet in een plotselinge ommekeer van de dreigende situatie, maar het was, dacht hij, mogelijk om langzaam te komen tot verbetering door het beïnvloeden van de jeugd. Laat de jonge mensen reizen, andere landen en culturen kennen, niet uit de boeken, maar lijfelijk. Universiteiten en middelbare scholen zouden uitwisselingsprogramma’s moeten organiseren waardoor jonge mensen, betaald, zodat ook arme studenten mee kunnen doen, in andere landen kunnen logeren bij gezinnen.

Verder zou er een supra-nationale organisatie moeten komen die het verspreiden van leugens aan de kaak zou stellen.
Het is goed om te bedenken dat tegenwoordig wordt opgetreden tegen nep nieuws; er is een roulerend EU-voorzitterschap. Er zijn Europese culturele hoofdsteden en er zijn Erasmus-uitwisselingen voor studenten, maar er zijn ook fascistoïde politici en enge nationalisten.

In een boekje van uitgeverij IJzer, Aan de Europeanen van vandaag en morgen staan drie lezingen van Zweig, in de vertaling van Thomas Huttinga. De tweede lezing sprak Zweig zelf uit in Parijs in 1933/1934. Kort daarna moest hij vluchten naar New York en later naar Zuid-Amerika. Zijn boeken werden in Berlijn in 1933 al verbrand.

Het probleem is dat de Europese idee niet vanzelfsprekend leeft bij de massa, zoals het patriottisme dat wel doet. Het idee wordt geboren uit inzicht en verspreid via boeken, artikelen en congressen, maar daar neemt de massa geen kennis van. Alleen de mensen die al overtuigd zijn, worden bereikt. Hoe moet het dan wel? Door massabijeenkomsten te organiseren. Te denken valt aan een Europees songfestival, al zal ook daar het nationalisme moeilijk overwonnen worden. Sportwedstrijden. Populaire kunstmanifestaties. Het zal moeilijk blijven in een wereld van onderling wantrouwen en bangmakers. Tegenwoordig spreekt men van ‘influencers’. Die moeten gerekruteerd worden.

De derde lezing werd uitgesproken in Rio de Janeiro (1936). Zweig heeft het over de geestelijke eenheid van onze wereld. Wat opvalt is dat die eenheid beperkt blijft tot de westelijke wereld. Het begint met de toren van Babel uit het boek dat Zweig het oudste en meest heilige boek noemt dat we bezitten. Kende hij de Upanishads niet? Hij heeft het over onze wereld en bedoelt die van het oude Rome. Pas na de Renaissance en met Karel V wordt dit zogenaamde wereldrijk weer hersteld, maar al in de zestiende eeuw vernietigd door de godsdienstoorlogen. Alleen in de muziek, ‘de taal die tot alle zielen spreekt’, wordt het universele aangeduid. Helaas, in de dertiger jaren, overheerst weer het nationalisme en dus de onderlinge vijandschap en wordt de muziek van bij voorbeeld Mendelssohn verboden. De technische vooruitgang blijkt een afschuwelijke keerzijde te hebben met nieuwe vernietigingswapens. Nu blijkt dat Europa het recht op het geestelijk leiderschap heeft verloren. In 1941 noemt hij Brazilië het land van de toekomst. Wij denken nu bitter aan Bolsonaro.

Zes jaar na het uitspreken van de derde lezing raakt Zweig in een diepe depressie. Met zijn vrouw Lotte wordt hij gevonden op bed, gestorven aan een overdosis slaapmiddelen. Hoezeer heeft zijn geliefde Duitsland hem verraden. Hoezeer was de Europese droom in een nachtmerrie veranderd. Het lijkt nu beter, al denken wij aan Polen en Hongarije. Niettemin houden wij hoop op een sterk en democratisch Europa, maar we moeten er voor blijven vechten.

Remco Ekkers

Stefan Zweig – Aan de Europeanen van vandaag en morgen. Samenstelling en vertaling Thomas Huttinga. IJzer, Utrecht. 116 blz. € 16,50.