Hoe corrupt zijn de brievenuitgaven van Gerard Reve?

Met Altijd wat rekent Nop Maas af met Gerard Reve en vooral met diens weduwnaar en zaakwaarnemer Joop Schafthuizen. De titel van het boekje is veel-, nee: alleszeggend. Wie op welke manier dan ook betrekkingen onderhield met beiden, of met een van hen, kwam onvermijdelijk tot de verzuchting: het is altijd wat.

De ondertitel luidt: Over het maken van brievenuitgaven van Gerard Reve. Nop Maas was de ijverige en nauwgezette bezorger van een flink aantal van Reves brievenboeken, nadat zijn voorganger, Sjaak Hubregtse, door Reve en Schafthuizen was afgeserveerd, beschuldigd van liegen en roofdrukkerij. Maas bezorgde behalve brievenboeken ook de eerste vijf delen van Reves zes delen tellend verzameld werk en hij is de auteur van de driedelige biografie Gerard Reve. De kroniek van een schuldig leven (2009-2012).

De zin waarmee Nop Maas zijn laatste alinea’s inluidt – ’De taak om de brievenuitgaven van Gerard Reve te editeren was niet altijd even gemakkelijk’ – lijkt na lezing van de bladzijden die eraan voorafgaan een eufemisme. De literatuurhistoricus, die in 1988 promoveerde op de negentiende-eeuwse schrijver Marcellus Emants, vervolgt: ‘Je moest geregeld sjoemelen met de “wetenschappelijke” normen en waarden die bij dergelijke projecten leidend behoren te zijn.’ De verantwoording moest ook ‘niet te uitbundig’ zijn, want, citeert Maas Reve: ‘we zaten niet op een taalkundig congres’.

Al bij het eerste project waarbij Nop Maas betrokken was, Brieven aan Wim B. (1983), werd hij geconfronteerd met forse tekstingrepen. ‘De kopieën die ik kreeg van de originele brieven waren door Reve of Schafthuizen bewerkt met zwarte viltstift: namen van personen waren teruggebracht tot initialen; de ondertekening “Gerard Kornelis Franciscus, Markies van het Reve” was teruggebracht tot “Gerard Reve”; geldbedragen waren vervangen door puntjes. Enkele passages werden weggestreept.’ Maas noemt de passages waarin uitgever Johan Polak ter sprake kwam: hij was intussen van vriend tot vijand geworden.

Ook de geadresseerde, Wim Bergmans, had zo zijn zorgen. Hij was bang dat via Maas’ annotaties ‘de “versluiering” van zijn identiteit in het gedrang kwam’ en dat zijn ‘overwegend niet al te liberale vakgenoten aanstoot zullen nemen aan […] mijn persoonlijk leven […].’

Hoe dan ook ‘plaatste dit project de academische neerlandicus die ik was meteen voor een aantal problemen’. Bij volgende brievenboeken namen de problemen alleen maar toe. Bij Brieven aan Frans P. (1984) ontdekte Maas dat Reve de oorspronkelijke teksten had bewerkt. Sommige passages werden herschreven, soms werd van twee brieven er één gemaakt, de datering werd aangepast, enkele brieven waren geheel weggelaten. In Maas’ exemplaar van Brieven aan mijn lijfarts (1991) schreef Reve de opdracht: ‘Gemengde gevoelens voor Nop Maas’. ‘Waar ik het aan te danken had, weet ik niet meer, maar op een of andere manier had ik het verkorven,’ schrijft de bezorger.

In Brieven aan Matroos Vosch (1997) zette de geadresseerde zelf, Joop Schafthuizen, de schaar. Niet alleen namen, adressen, telefoonnummers en geldbedragen werden geschrapt, ook meer inhoudelijke passages haalden de boekuitgave niet.

Met Schafthuizen kreeg Maas het nog juridisch aan de stok in verband met de biografie van Reve. Een rechtszaak hield de publicatie van het derde deel zo’n anderhalf jaar op. Ook hier moesten geldbedragen worden vervangen door puntjes.

Volgens Nop Maas zijn er nog meer correspondenties van Gerard Reve die het verdienen om in boekvorm te verschijnen. Hanny Michaelis, de dichteres die van 1948 tot 1959 met Reve was getrouwd, heeft voor haar dood in 2007 vastgelegd dat de brieven aan haar niet mogen worden gepubliceerd. Ze ‘wilde niet dat Schafthuizen daaraan geld zou verdienen’. 

‘En dan zijn er nog de onverzonden brieven die bij Joop Schafthuizen berusten, waaronder de “doodvonnissen” die Reve van tijd tot tijd schreef in gezelschap van enkele flessen roodwijn’, schrijft Nop Maas, die het, ‘ondanks alle getob’, toch ook ‘een voorrecht en een eer’ vond om dit werk te mogen doen.

Reve-liefhebbers intussen hebben, zo moet de conclusie wel luiden, al die jaren hun geld besteed aan meer of minder corrupte uitgaven.

Frank van Dijl

Nop Maas – Altijd wat. Over het maken van brievenuitgaven van Gerard Reve. Uitgeverij Fragment. € 17,50.