Verplicht studiemateriaal

Vijftien doodstille kinderen – wat zeggen die? Misschien wel iets als ‘laat maar eens zien wie je bent’ of ‘ mogen we naar huis? of ‘boe’. Ik moet ernaar gissen, ze laten alles in het midden, dat ruim, zelfs allesvullend is. Verder dan nu kunnen zij en ik niet van elkaar verwijderd zijn. We wonen op verschillende continenten.
Het is een unieke stilte, die alleen maar te horen is in de eerste minuten van de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik vind hem zalig, nee, ik vind hem loeispannend.

Jack de Boer houdt in navolging van Theo Thijssens meester Staal een dagboek bij over zijn leerlingen in groep 8. De Boer staat al jaren voor de klas, in Friesland, in het speciaal basisonderwijs. Het is een voorrecht om als lezer mee te kunnen leven met deze bevlogen docent en al zijn leerlingen. De Boer geeft namelijk een inkijk in sommige onstuimige kinderlevens en verhaalt ook over de grote oversteek die deze kinderen na dit schooljaar gaan maken. Het is zijn taak om ze klaar te stomen voor het leven na de basisschool. Maar hoe doe je dat? ‘Mijn zorg is hoe ik onze bewegingsloze pubers een voet, een teen buiten de deur laat zetten.’

Daarnaast laat hij zien wat het inhoudt om een docent te zijn. Hoe het is om je zorgen te maken over leerlingen. Hoe je als ervaren docent nog steeds kunt twijfelen over je handelen: wat voor uitdagende zoektocht het leraarschap iedere dag of eigenlijk ieder uur weer is. Want het is nu eenmaal verdraaid lastig om de juiste toon te vinden waarmee je leerlingen in beweging krijgt.

De vorm waarin Jack de Boer De gelukkigste klas gegoten heeft, kenmerkt zich door een voortdurende afwisseling tussen scènes die zich in de klas afspelen en wat abstractere overpeinzingen over bijvoorbeeld kampeervakanties, literaire voorbeelden als Annie M.G. Schmidt, Theo Thijssen en Cees Nooteboom en De Boers eigen meester van de lagere school, meester Van Dalfsen. De gelukkigste klas is door deze fragmentarische vorm geen boek dat je in één ruk uitleest, maar het is een boek om af en toe even weg te leggen en om te herlezen.

De Boer geeft meerdere malen aan dat hij de wijsheid niet in pacht heeft, dat ook hij na zoveel jaren voor de klas nog altijd zoekende is. ‘Ze zijn weer begonnen, en zie de meester: hij doet wat hij kan, joechei!’ De Boer reflecteert in dit boek voortdurend op zijn handelen en door de gekozen vorm reflecteer je als lezer, zeker als je ook voor de klas staat, voortdurend met hem mee. Het is veel wat De Boer wil vertellen, maar het is ook gevarieerd en rijk van inhoud.

De gelukkigste klas sluit naadloos aan bij de documentaireserie Klassen die momenteel uitgezonden wordt door de publieke omroep. Het is ongelooflijk belangrijk dat er aandacht is voor het onderwijs in Nederland. Het boek brengt daarbij noodzakelijke en inspirerende verdieping aan. De gelukkigste klas zou daarom eigenlijk verplicht studiemateriaal moeten zijn voor iedere student aan een lerarenopleiding maar ook voor alle leraren die al jaren voor de klas staan.

Cilla Geurtsen (ook leraar)

Jack de Boer – De gelukkigste klas. Van Oorschot, Amsterdam. 252 blz. € 20,-