Gebabbel over het brein

Prof. Dr. Veerle Visser-Vandewalle is neurochirurg in Keulen. Ze reist elke dag ruim een uur vanuit Rekem in België naar de Unikliniek en heeft dan tijd om te ontspannen en rustig na te denken over haar ideeën. Zo kreeg ze het idee een boek te schrijven voor haar zoon, die zich bezig houdt met informatie technologie en artificiële intelligentie. Ze wil hem vertellen over haar leven en studie en wil hem ook levenswijsheden meegeven. Bovendien wil ze andere mensen inspireren voor de studie neurochirurgie … en het lijkt haar aardig om een boek te schrijven. Ze is al bij het grote publiek bekend als topdokter in de gelijknamige Vlaamse serie op VIER. Misschien wordt het wel een bestseller? Jammer dat het gebabbel in het boek leidt tot ‘zeg-maar-cliché’s’. Het is aardig hoe zij de hoofdstukjes aan elkaar breit door te eindigen met een thema dat ze in het volgende hoofdstukje bespreekt; zoiets als een kettingvers, maar dan in proza.

Veerle Visser-Vandewalle is internationaal bekend door haar werk met diepe hersenstimulatie. Zij probeert patiënten met parkinson of psychiatrische stoornissen zoals Tourette of smetvrees te genezen of op zijn minst hun problemen te verminderen. Ze heeft in Gent een katholieke opvoeding gehad, maar kreeg al snel problemen met bijvoorbeeld de zogenaamde zin van het lijden. Jezus was voor ons aan het kruis gestorven, zodat God ons onze zonden kon vergeven. Dat vond ze een raar verhaal. Ze begreep natuurlijk wel hoe de theologen dat uitlegden (Adam en Eva waren ongehoorzaam geweest, hadden God beledigd en dat kon alleen maar goed gemaakt worden door iemand die tegelijk god en mens was), maar daarmee werd het alleen maar waanzinniger. Stel je voor, zegt ze tegen haar zoon: vastgenageld aan een kruis moeten sterven! Weerzinwekkend.

In de verschillende hoofdstukjes bespreekt ze op eenvoudige en soms populariserende wijze bekende problemen uit de hersenwetenschap, zoals de opvatting dat we drie breinen hebben: het reptielenbrein, zoogdierenbrein en reflectieve brein van mensen.

Ze vraagt zich af hoe het komt dat hersenen een meervoudig woord is en ze vermoedt dat degene die het voor het eerst gebruikt heeft er de nadruk op heeft willen leggen, dat we allemaal twee hemisferen hebben, ‘alsof we een rechter-hersen en een linkerhersen hebben, die samen onze hersenen vormen’. Het grappige is dat ook het woord ‘hersen’ een meervoudsvorm was. Dit is eenvoudig na te zoeken op Google.

In hoofdstuk 15 geeft ze ‘Een babylesje kwantumfysica’. Waarom eigenlijk? ‘De kwantumwereld is namelijk een bijzondere wereld. Aan de andere kant [?RE] zijn er zo veel spirituele nonsens aan geknoopt dat het hier in dit boek toch wat aandacht verdient.’ Blijft de vraag waarom? Bovendien lijkt me dat haar achttienjarige zoon net zo veel weet over de kwantumfysica als zijn moeder. Iemand die AI studeert, zal toch wel populair wetenschappelijke kennis hebben. Ook over de kat van Schrödinger: Veerle Vandewalle legt het nog eens uit.

Interessanter is het als de schrijfster het heeft over haar eigen vakgebied. Wat is precies Deep Brain Stimulation? Hoe gaat de chirurg te werk? Wat zijn de resultaten van de multi-disciplinair voorbereide en uitgevoerde operaties? Wat zijn de perspectieven voor de patiënten?

Aanvankelijk wilde Veerle Vandewalle filosofie studeren, maar haar ouders vonden dat ze daar niet van kon leven. Ze koos een studie dierenartsenij, maar ook daarvoor werd ze gewaarschuwd. Er zou geen toekomst in zitten. Toen werd het geneeskunde. Ze had het moeilijk met fysica en chemie. Dankzij de doorzetting van haar ouders en extra lessen lukte het toch en koos ze uiteindelijk voor neurochirurgie.

Een vriendin werd wel filosofe. In een interview vertelde ze dat een motto van haar was: ‘Het leven is niet treurig, het is belachelijk en dat is ondraaglijk.’ Ze voegde er aan toe: ‘Het is misschien een ondraaglijke gedachte, maar voor mij is ze geruststellend.’ Vandewalle denkt er over door en over de uitspraak dat het leven zinloos is: we ontstaan uit het niets, leven, sterven en verdwijnen in het niets. Maar, vervolgt ze: het gaat om de tijd er tussen. Wat maak je van je leven? Denk niet te veel na over de zin er van. Ze geeft haar zoon ook adviezen: maak gebruik van je default mode, wat betekent dat je je gedachten moet laten gaan, wat zij doet als ze van Rekem naar Keulen rijdt en andersom. Creatief nietsdoen, open staan voor toevallige vondsten (serendipiteit) en huppel als een kleuter of lach als een kind, daar word je gelukkig van. Weet dat je niets zeker weet – dat is Plato (Socrates) uit de titel – en laat het maar bruisen in je bovenkamer – dat is de Cola uit de titel.

Remco Ekkers

Veerle Visser-Vandewalle – Plato & Cola of het geheim van jouw brein, Manteau, Antwerpen. 174 blz. € 19.99.