Hoe Reve wérd geleefd

Zelf heb ik luttele uren met Joop Schafthuizen doorgebracht, om precies te zijn de uren die ik nodig had om het boek van Nop Maas te lezen dat Uren met Joop Schafthuizen heet. De man als zodanig – ik bedoel Schafthuizen – ben ik één keer tegengekomen. Dat was toen ik als verslaggever van Radio Rijnmond mijn microfoon onder de neus van de op of omstreeks die dag zeventig jaar geworden Gerard Reve hield om hem een uitspraak te ontlokken, maar nog voordat ik daartoe een vraag had kunnen stellen, werd ik opzij geduwd door een vloekende en tierende Schafthuizen.

Ik prijs mezelf gelukkig dat ik behalve dit onbenullige akkefietje nooit iets met hem te maken heb gehad. 

Hoe anders moet dat zijn voor Nop Maas, de officiële biograaf van Gerard Reve en nog tijdens diens leven bezorger van enkele van zijn brievenbundels. Over dat laatste publiceerde hij eerder een boekje met de omineuze titel Altijd wat. 

In Uren met Joop Schafthuizen geeft Maas lucht aan de frustraties die het werken voor de BV Reve hem opleverden.

Ik heb het niet bijgehouden, maar menigmaal werd de bezorger-biograaf door Schafthuizen botweg uitgekafferd of tot persona non grata verklaard, niet zelden tijdens telefonades in het holst van de nacht. Herhaaldelijk werd de vriendschap opgezegd – iets wat niet alleen Nop Maas overkwam, maar ook de uitgevers Dick Gubbels, Bert de Groot en Robert Ammerlaan. In de opvatting van Schafthuizen was iedereen altijd alleen maar uit op het geld van meneer Reve.

Meneer Reve zelf werd in de jaren die Nop Maas beschrijft steeds minder aanspreekbaar. Ad Fransen heeft ook over de aftakeling van de schrijver geschreven in Hoe Reve zijn verjaardag vierde en De nadagen van Gerard Reve. Beide kronieken zijn ontluisterend genoeg.

Uren met Joop Schafthuizen begint met een aantekening van 11 augustus 1998 en eindigt op 1 juli 2013, ruim zeven jaar na de begrafenis van Gerard Reve. In de eerste dagboeknotitie begeven Maas en zijn partner zich naar Machelen ‘om kwesties te bespreken in verband met het Verzameld werk waarvan het eerste deel eind van dit jaar bij uitgeverij Veen zal verschijnen en dat ik redigeer.’ Reve moet beslissen over varianten die Maas in verschillende drukken heeft aangetroffen. ‘Zowel Gerard als Joop zijn in good spirits. […] Zoals te verwachten is, blijkt Reve maar moeilijk bij de les te houden.’

Redactie en bezorging van het Verzameld werk van Reve vormen voor Nop Maas frustrerende bezigheden. Met name rond de laatste delen was steeds van alles te doen. Schafthuizen bemoeide zich met de kleinste details. Ook over brievenuitgaven ontstonden schermutselingen. Het verschijnen van het laatste van de drie delen van de biografie liep aanzienlijke vertraging op doordat Schafthuizen daarin opgenomen bedragen vervangen wenste te zien door ***.

Daarover bericht Maas, maar ook over de geestelijke toestand waarin de schrijver in de laatste jaren van zijn leven verkeerde, doet hij mededelingen. Op 16 december 2000 noteert hij: ‘Op bezoek in Machelen. Gerard is eigenlijk in heel goeden doen, veel minder herhalerig dan andere keren; maar het geheugen is toch behoorlijk aangetast. Dit weekend is Reve erg tevreden over zijn masturbatio sine qua non, wat hij vaak te berde brengt.’

Was Altijd wat nog hanteerbaar wat betreft plaatsvervangend ongemak, Uren met Joop Schafthuizen is zelfs voor de meest doorgewinterde Reviaan soms te veel. Als ik Nop Maas was geweest, had ik allang voor Reves dood bedankt voor de eer om zijn biograaf en tekstbezorger te zijn. Steeds die hysterische telefoontjes, dan was dít niet goed, dan moest dát anders, altijd die argwaan en dat wantrouwen, projecten die in gang werden gezet en dan weer geannuleerd, het gedreig met gerechtelijke procedures – geen mens is daartegen bestand. Maas sleept zijn lezers – in mijn geval steeds meer tegen mijn zin – mee in al die vetes met iemand die niet voor rede vatbaar was en die in feite langs Reve heen gingen.

Reve wérd geleefd in de laatste van zijn jaren met Joop Schafthuizen.

Frank van Dijl

Nop Maas – Uren met Joop Schafthuizen. Onder de Korenmaat, Haarlem. 264 bladzijden. € 25.