Bij sporten vallen de zin en onzin van het leven samen. ‘Lijf ben ik geheel en al, en niets buiten dat. […] Het lijf is een groot verstand,’ zegt Nietschze. Hardlopen en fietsen hebben van mij een hardloper en een fietser gemaakt. Bij zwemmen ligt dat anders. Dat deed ik altijd alleen om niet te verzuipen. Voor de triathlon leer ik nu de borstcrawl, met een mengeling van motivatie en wanhoop. Het zinloze doel van de oefening maakt het zinvol.