Een zakelijk voorstel

Mensen taxeren op wie ze zijn en of ze het goed met je voorhebben, is een lastige opgave. Vooral als je wat wantrouwig bent, en wie is dat niet tegenwoordig? Nat, het hoofdpersonage in Een liefde, de nieuwe roman van Sara Mesa is naar het platteland verhuisd, na een onnozele kleine diefstal bij haar werkgever. Het voorval wordt door de vingers gezien, maar al die vergiffenis wekt alleen maar haar argwaan. Nat voelt zich zo in verlegenheid gebracht, dat ze zelf ontslag neemt en naar een gehucht met de veelzeggende naam La Escapa verhuist.

Wonen in een afgelegen dorp is, zeker in een groot land met veel ruimte, iets volstrekt anders dan een bestaan in de stad. Het leven gaat er trager, de mensen weten alles van elkaar en je daar ongezien wanen is een illusie. Dat ondervindt Nat al snel als ze een vervallen huisje huurt van een kinkel van een huisbaas, die het krot niet wil onderhouden, maar zich wel het recht voorbehoudt onaangekondigd binnen te vallen en haar bovendien een getraumatiseerde hond in de maag splitst. Voor Nat, die vertaalster is, en zich als vrouw alleen kwetsbaar voelt op die nog zo onbekende plek, reden voor angst.

Vele dagen en vele wandelingen later kent ze alle wegen op haar duimpje, ze kent de huizen en de bewoners; toch heeft ze de indruk dat haar iets ontgaat, dat er dingen zijn die ze niet ziet, die ze niet begrijpt.

Elke dorpsbewoner heeft zijn of haar eigen verhaal, dat vaak aanleiding is voor een doorgaans op weinig tot niets gebaseerde bijnaam. Zo leert ze Píter kennen, die door de dorpelingen ‘de hippie’ wordt genoemd, omdat hij wat anders leeft dan de doorsnee bewoner en bovendien lang haar heeft en ‘de Duitser’, van wie ten onrechte gedacht wordt dat hij een Duitser is. Deze twee zijn de belangrijkste personages met wie Nat omgaat.

Na de slechte ervaringen met de huisbaas vindt Nat, die als kind misbruikt werd door een buurman, de aangeboden behulpzaamheid en bescheiden toenaderingspogingen van de zachtmoedige Píter maar verdacht. Hij meent in Nat niet alleen een aardige vrouw, maar ook een zielsverwant gevonden te hebben. Iemand die uit de stad is gevlucht, moet in zijn visie immers wel ecologisch bewust zijn.

Nat ervaart elke toenaderingspoging echter als bedreigend, zoekt overal wat achter en is daarnaast zo secundair ingesteld dat ze nooit een weerwoord paraat heeft. Na een ernstige lekkage in haar huisje meldt ‘de Duitser’, die een slechte naam heeft in de rest van het dorp, zich met een wonderlijk voorstel: ik repareer jouw dak als jij me ‘eventjes bij je binnen laat’, wat gelijkstaat aan een snelle wip. De dus erg secundair reagerende en tobberige Nat is zo perplex over dit ‘zakelijke voorstel’ dat ze aanvankelijk niet verder komt dan ‘Nee, bedankt’.

De impertinente vraag, die ‘de Duitser’ ingekleed in halve verontschuldigingen durfde te stellen, is het begin van onophoudelijk, paranoïde gepieker van Nat, die zich ook al geen raad weet met de bij haar gedumpte onhandelbare hond, die ze om die reden maar Nurks heeft genoemd. Sara Mesa deelde haar kleine roman in drie delen op, die steeds een nieuwe fase in Nat’s denken lijken te markeren, waarin Nat het gedrag van haar dorpsgenoten, maar vooral van zichzelf overweegt. Door voor de derde persoon te kiezen, ontstaat enige afstand tot de protagonist en zie je haar en haar dorpsgenoten zich als het ware vanuit vogelperspectief door het gehucht bewegen, je ondertussen bewust van alle onderlinge spanningen en gevoeligheden.

Zoals Píter al had gezegd kon je er in zo’n kleine plaats, in zo’n bescheiden gemeenschap rustig van uitgaan dat ze al dagenlang het gesprek van de dag was. Wanneer ze naar de winkel gaat, merkt ze dat het kassameisje zich anders gedraagt, snibbig, verongelijkt. Ook haar moeder, die in het begin altijd van achteren kwam om haar te begroeten, ontwijkt Nat nu duidelijk en doet alsof ze het druk heeft in het magazijn. In de bar van de Bolle wordt ze geconfronteerd met het gefluister en de blikken van de werklieden uit Petacas, die haar heimelijk taxeren.

Mesa maakt geen gebruik van gezochte literaire methoden, maar is ondertussen prima in staat om de ontwikkelingen steeds een duwtje te geven, waardoor het verhaal tot de laatste bladzijde levendig en verrassend blijft. Haar psychologische, subtiel feministische aanpak reikt bovendien gemakkelijk verder dan de eerste rurale ervaringen van een ex-stadsbewoner. Een liefde raakt aan kwetsbaarheid, durf, menselijke communicatie, altruïsme, eerlijkheid en bedrog, en niet in de laatste plaats aan de steeds grotere rol die achterdocht in onze levens speelt. Wie of wat kun je nog vertrouwen als woorden en beelden, mails en webpagina’s op de meest geraffineerde manier gemanipuleerd kunnen worden? In deze knap opgebouwde roman, al even uitgebalanceerd vertaald door Nadia Ramer, draait echter alles om de oervorm van vertrouwen en de soms terechte twijfel daaraan. Verpakt in een effectief terughoudende stijl, die je als lezer al snel aan al je zekerheden doet twijfelen.

André Keikes

Sara Mesa – Een liefde. Vertaald uit het Spaans door Nadia Ramer. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 176 blz. €20.