Een paginagroot interview in het Algemeen Dagblad (waarvoor Özcan Akyol columns schrijft), aanschuiven bij de talkshow Khalid & Sophie (waarbij Akyol zelf ook aanwezig is). Lex Kroon kreeg de afgelopen week de nodige aandacht in de media. Dankzij Akyol is zijn debuutroman uit 1984, Ik lach om niet te huilen getiteld, opnieuw uitgegeven. Of, zoals op de achterflap staat:

Op zijn negentiende kreeg Özcan Akyol het boek Ik lach om niet te huilen in zijn handen. Deze autobiografische schelmenroman over het meeslepende, schokkende en intrigerende leven van Rotterdammer Lex Kroon sloeg bij hem in als een bom. Het deed hem denken aan zijn eigen leven en omgeving, aan ‘de verpauperde buurt in Deventer’, die het decor vormde van zijn jeugd. Het boek inspireerde hem om zelf schrijver te worden. Acht jaar later verscheen zijn schelmenroman Eus.

Ex-koppelbaas, ex-cocaïnesnuiver, ex-psychiatrisch patiënt, ex-hotelier, ex-katholiek, ex-taxichauffeur Lex Kroon komt deze week vanuit het niets binnen op plek zes in de Bestseller60. Aan drank en drugs doet hij sinds zijn veertigste niet meer. In het interview met het Algemeen Dagblad zegt hij:

Ik heb sindsdien nooit meer drank of drugs aangeraakt. Nu al veertig jaar niet, hè? Ik was er hélemaal klaar mee. Wat heb ik aan dat gesodemieter? Het vertroebelt je geest.

Herman Koch zakt deze week trouwens met zijn nieuwe roman Een film met Sophia van plek twee naar plek vijf. Arnon Grunberg moet ook inleveren met De dood in Taormina (vorige week plaats acht, deze week plaats 14). Arthur Japin doet wel goede zaken. Honden voor het leven komt binnen op de vierde plaats van de bestsellerlijst.