Contract in de zak

Over honderd jaar verkoopt men Willem Frederik Hermans onder de toonbank. Dat lijkt in ieder geval zo te zijn in het stuk van Hans Renders die in 2121 over ‘de markt van nutteloze dingen’ loopt en een kraampje boeken ontdekt, ‘een stapeltje luxe prints bijeengehouden met een stuk karton’. Op alle boeken zitten stickers met disclaimers, zoals ‘gecancelled vanwege een tweet’ of ze zijn voorzien van een stempel ‘Pas op N-woord’. Hij vindt op het ‘oude net’ meer informatie over de schrijver en komt er achter dat in 2020 een ‘hooghartige hoogleraar’ van de universiteit van Leiden op de televisie zei ‘dat studenten het werk van Mulisch en Hermans niet meer wilden lezen omdat ze niet over vrouwen zouden hebben geschreven.’

Renders maakt een karikatuur van de discussie (en beweert precies het tegenovergestelde van wat Abdelkader Benali gisteren in een column beweerde) en dat is wel een beetje jammer. Wie Hermans honderd, onder redactie van Jan Wim Derks en René Hesselink, openslaat ziet echter niet heel veel diversiteit. Van de 32 stukken zijn er 2 geschreven door vrouwen. Het stuk van Martine Folkersma sluit helemaal aan bij het doembeeld van Renders, want Folkersma ontleedt het vrouwbeeld van Hermans in diens collages en romans en de uitkomst is niet mals.

Vrouwen zijn voor Hermans wezensvreemde schepsels die buiten zijn gecreëerde werkelijkheid staan. Ze delen niet in zijn beperkt spectrum dat loopt van ‘aanbeden schoonheid’ tot ‘onnozele naïeveling’.

Ook Elsbeth Etty, de andere vrouw die een stuk mocht schrijven in het boek, is kritisch, vooral over de door hem verzwegen rol in de oorlog. Ze citeert instemmend Ewout Kieft die de polemieken van Ter Braak veel beter vond dan die van Hermans. Etty vervolgt:

En als criticus, zo voeg ik er ten overvloede aan toe, was Ter Braak zelfs oneindig veel meer waard dan Hermans, wiens recensies er menigmaal toe dienden zijn verzwegen nazisympathieën tijdens de Tweede Wereldoorlog achteraf te rechtvaardigen.

Het zijn niet de enige twee kritische stukken in Hermans honderd, want alhoewel het merendeel geschreven is door bewonderaars, verzamelaars en adepten betekent dat niet dat de schrijver er altijd goed vanaf komt. Zo fileert L.H. Wiener het taalgebruik van Hermans en blijkt uit veel andere stukken de onheuse bejegening van vrienden en collega’s door Hermans.

Fijn om te lezen is het stuk van onze eigen Frank van Dijl die in 1982 een bibliofiele uitgave van Geyerstein’s Dynamiek op de markt bracht. Hij beschrijft zeer nauwgezet het contact met de nukkige Hermans, die uiteindelijk toch heel tevreden was met de uitgave die destijds 450 gulden kostte (de luxere editie in foedraal 650 gulden). In 2021 leverde een exemplaar op Catawiki 488 euro op, dus het boek bleek wel een waardevaste investering te zijn.

Er staan goede stukken in Hermans honderd, maar niet alles is even lezenswaardig of informatief. Max Pam diept nog een flinterdunne anekdote op, een verzamelaar beschrijft doodsaai zijn collectie boeken uit de nalatenschap van Hermans en zo zijn er wel meer verplichte nummers. Interessant en amusant is het verhaal van Ad Fransen over het maken van een VPRO-documentaire over Hermans. Fransen beschikt nog over oude geluidstapes waardoor hij de ongefilterde Hermans aan het woord kan laten. Ook in dit stuk lees je weer over de onhebbelijke kanten van Hermans. Als hij hoort dat Mulisch 15.000 gulden gekregen heeft voor zijn medewerking aan een documentaire voor de VPRO en hij maar 10.000 eist hij meteen 5.000 gulden erbij. Als de filmploeg het bedrag niet garandeert, dreigt hij weg te lopen. Na crisisoverleg wordt het bedrag toegezegd.

Film gered, Hermans kan weer lachen. Een nieuw contract opstellen is nergens voor nodig, dat heeft hijzelf alvast gedaan. De schrijver trekt een stuk papier uit zijn binnenzak waarmee de afspraak meteen kan worden bekrachtigd.

Hermans honderd is juist door de afwisseling van onderwerpen en invalshoeken een lekker boek om te lezen. Het is een van de boeken die zo rond de viering van Hermans geboorte, honderd jaar geleden, verschijnt. Zo lang dat gebeurt is een schrijver nog lang niet dood.

Coen Peppelenbos

Jan Wim Derks en René Hesselink (redactie) – Hermans honderd. IJzer, Utrecht. 352 blz. € 29,50.