Spelen met de tijd in subtiele verhalen

Rogi Wieg maakte zijn entree in de Nederlandse letteren als dichter. Op zijn naam staan inmiddels vier dichtbundels (waarvan de eerste, Toverdraad van dagverdrijf, werd onderscheiden met de Van der Hoogtprijs 1987), en in 1990 breidde hij zijn bibliografie uit met de novelle Beminde onrust.

Nu publiceerde hij opnieuw een prozaboek: Sinds gisteren zijn twee dagen verstreken, een verhalenbundel. Drieëntwintig verhalen op honderdertig bladzijden: met recht kórte verhalen, zo’n vier bladzijden per stuk. Proza van een dichter die gewend is zuinig om te springen met woorden? Daar is veel voor te zeggen.

Neem alleen al de titel van dit boek: op zijn minst is hier sprake van een dichterlijke vrijheid. Sinds gisteren zijn twee dagen verstreken is een andere manier om te zeggen dat de tijd vliegt — en van dat besef lijkt de schrijver tot in het diepst van zijn ziel doordrongen. Het verglijden van de tijd, de ongrijpbaarheid ervan, is immers een van de thema’s van deze verrassende bundel.

Het andere thema, daar kunstig mee vervlochten, is de relatie vande ene mens met de andere. Intermenselijke verhoudingen hebben de neiging om aan slijtage onderhevig te zijn — naarmate de tijd verstrijkt, gaat het verguldsel van de liefde sleetse plekken vertonen.

Ieder moet maar voor zichzelf uit maken of dat in onze alledaagse werkelijkheid waar is of niet, het is in elk geval waar in het verhaal ’Een kwestie van openheid’. Een ’tamelijk beschaafde jongeman, niet overdreven hoffelijk, maar beleefd en aandachtig als dat nodig was’ leert ’een aangenaam meisje’ kennen. Liefde op het eerste gezicht, althans: dat is wat hij later beweert. Openhartig vertelt zij over haar verleden, maar die openhartigheid wordt door hem niet op prijs gesteld. Hij is juist op zoek naar ‘wat bijna aan alle volwassenen ontbreekt: een vorm van kinderlijkheid’. In haar verhalen gaat het over haar ex-minnaars, over haar fantasieën, over haar leven voordat hij in haar leven was. Hij wil haar straffen, hij vindt dat zelfs zijn taak, en zij wil haar leven met hem delen. Maar het is een verhouding die tot mislukken is gedoemd.

De tijd doet zijn verwoestend werk op zijn gemak (de tijd heeft immers alle tijd van de wereld) maar niet halfslachtig. Een ander voorbeeld daarvan geeft Rogi Wieg in het verhaal ‘Buurmeisjes’. Olga en Eva hebben elkaar al meer dan vijftig jaar niet meer gezien. Ze groeiden samen op in hetzelfde dorp, ze maakten twee oorlogen mee, ze trouwden ieder met een oudere man, ze werden beiden weduwe. Op subtiele wijze (want in kort bestek) geeft Wieg gaandeweg meer details prijs over hun achtergronden. Het is die subtiliteit waarmee al deze verhalen werden geschreven die de dichter kenmerkt.

Maar wérden de verhalen wel geschreven? Soms doet Rogi Wieg het voorkomen alsof ze buiten hem om zijn ontstaan. ’Een kwestie van openheid’ eindigt met de zin: ‘Het (verhaal) zou gaan over een man die een meisje ontmoet op een postkantoor en meer te weten komt dan hem lief is, maar zwijgt uit motieven die langzaam zouden worden blootgelegd.’ Het verhaal zou gaan…

’Een man die schoonheid zoekt en die alleen nog maar wil straffen als hij deze schoonheid niet kan vinden. Maar dat verhaal wordt nu niet geschreven.’ Eigenaardig: je zit een verhaal te lezen dat uiteindelijk nu (nog) niet geschreven blijkt… Hoe kan dat? Ook weer een tijd-spel?

In twee andere verhalen speelt de schrijver zo’n zelfde spel met de lezer. ‘Mijn vrouw wil dat ik over haar schrijf,’ begint hij. Halverwege het verhaal vraagt hij zich, zonder overgang, zonder witregel, af ’wat mijn vrouw zou vinden van het voorafgaande stukje’. Alsof de schrijver even pauze nam om zich dat af te vragen, maar intussen schreef hij wel op dat hij zich dat afvroeg etc.

Een van de relaties die Rogi Wieg in Sinds gisteren zijn twee dagen verstreken blootlegt, is die tussen schrijver en lezer. Hij geeft aan hoe hij als schrijver / dichter niet alleen de tijd, maar ook de lezer kan manipuleren.

Frank van Dijl

Rogi Wieg – Sinds gisteren zijn twee dagen verstreken. Verhalen. Van Oorschot.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 9 april 1992.
Rogi Wieg overleed op 15 juli 2015 op 52-jarige leeftijd.