In een lang stuk op De Correspondent reageert Bregje Hofstede voor het eerst op de mediarel die ontstond nadat Tzum berichtte over het optreden van Herman Brusselmans waarbij zij en Alma Mathijsen wegliepen nadat de Vlaamse auteur het n-woord gebruikte. Het stuk is een integer zelfonderzoek waarin Hofstede niet alleen de hype ontrafelt, maar ook haar eigen rol in het geheel.

Over het stuk dat Brusselmans als reactie op de commotie schreef, is Hofstede duidelijk:

Naar iemand die mij toevoegt dat ik maar eens goed hard geneukt moet worden, zoals de desbetreffende auteur later deed, kán ik niet meer serieus luisteren. Diegene stelt zich zozeer buiten het gelijk dat ik op mijn beurt ook niet meer na wil denken over de vraag of ik er zelf wel middenin sta. […] Het is de standaardreactie. Een vrouw zegt iets onwelgevalligs? a) Ze is lelijk en b) er moet een piemel in.

Lees het hele stuk van Hofstede hier.

(foto: Johan Hooge)