Er waren 61 aanvragen en daarvan zijn er 52 gehonoreerd met een projectsubsidie die op kan lopen van € 11.000 tot € 49.500. De volgende schrijvers behoren tot de gelukkigen:

Arnoud van Adrichem voor het schrijven van een dichtbundel (Atlas Contact);
Mischa Andriessen voor een dichtbundel (Querido);
Frouke Arns voor een roman (De Arbeiderspers);
Asis Aynan voor een roman (Van Oorschot);
Erdal Balci voor een roman (De Geus);
Neske Beks voor een non-fictieboek (Atlas Contact);
Mohammed Benzakour voor een roman (Ambo|Anthos);
Pauline de Bok voor een non-fictieboek (Atlas Contact);
Matthijs van Boxsel voor een essaybundel (Querido);
Peter WJ Brouwer voor een roman (In de Knipscheer);
Linda Dielemans voor een verhalend non-fictiekinderboek (Fontaine Uitgevers);
Flip van Doorn voor een non-fictieboek (Thomas Rap);
Jessica Durlacher voor een roman (De Arbeiderspers);
Edwin Fagel voor een dichtbundel (Nieuw Amsterdam);
Maarten van der Graaff voor een dichtbundel (Pluim);
Marijke Hanegraaf voor een dichtbundel (De Arbeiderspers);
Sanneke van Hassel voor een verhalenbundel (De Bezige Bij);
Roman Helinski voor een roman (Hollands Diep);
Hein Jaap Hilarides voor een Friestalige roman (Bornmeeer);
Sasja Janssen voor een dichtbundel (Querido);
Renske Jonkman voor een roman (Nijgh & Van Ditmar);
Ewoud Kieft voor een roman (De Bezige Bij);
Adwin de Kluyver voor een non-fictieboek (Spectrum);
Martijn Knol voor een roman (Wereldbibliotheek);
Emily Kocken voor een eerste non-fictieboek (Querido);
Luuc Kooijmans voor een non-fictieboek (Prometheus);
Martine Letterie voor een kinderboek (Leopold);
Gilles van der Loo voor een roman (Van Oorschot);
Renée van Marissing voor een roman (Querido);
Marente de Moor voor een roman (Querido);
Roelof ten Napel voor een roman (Hollands Diep);
Corine Nijenhuis voor een verhalend non-fictieboek (Alfabet);
Bouke Oldenhof voor een eerste Friestalige roman (Bornmeer);
Luc Panhuysen voor zijn aandeel in een met een coauteur te schrijven non-fictieboek (Atlas Contact);
Anna van Praag voor een jeugdroman (Lemniscaat);
Ineke Riem voor een eerste non-fictieboek (De Arbeiderspers);
Martijn Simons voor een roman (Thomas Rap);
Marlies Slegers voor een jeugdboek (Luitingh-Sijthoff);
Sophie van der Stap voor een roman (Nieuw Amsterdam);
Anton Stolwijk voor een non-fictieboek (De Geus);
Michael Tedja voor een roman (IJzer);
Willem Thies voor een dichtbundel (Podium);
Geart Tigchelaar voor een (multidisciplinaire) Friestalige dichtbundel (Hispel);
Florence Tonk voor een eerste non-fictieboek (Nieuw Amsterdam);
Jabik Veenbaas voor een essaybundel (Nieuw Amsterdam);
Linda Vogelesang voor een kinderboek (Querido);
Nyk de Vries voor een dichtbundel (De Arbeiderspers);
Christiaan Weijts voor een roman (De Arbeiderspers);
Frank Westerman voor een non-fictieboek (Querido Fosfor);
Tanneke Wigersma voor een kinderboek (Lannoo);
Ivan Wolffers voor het tweede deel in een autobiografische trilogie (De Arbeiderspers);
Jacqueline Zirkzee voor een roman (De Brouwerij).