Niet meer kunnen lachen

In Vlieg weg, vlieg weg, de derde roman van de Oostenrijkse auteur Paulus Hochgatterer (1961) die in vertaling is verschenen, wemelt het van de personages. Het verhaal speelt zich af in het fictieve stadje Furth am See. Hochgatterer lijkt zich te hebben voorgenomen een flink deel van de bevolking daarvan op te voeren. Waarbij onmiddellijk moet worden aangetekend dat hij over de gave beschikt om personages in een paar zinnen zo neer te zetten dat je ze voor je geestesoog ziet verschijnen.
Waar het ook van wemelt zijn bijzondere voorvallen. In ruwweg een week wordt het anders toch zo rustige Furth am See opgeschud door de ene schokkende gebeurtenis na de andere: een oude man wordt in ’s nachts in elkaar geslagen, maar houdt vol dat hij uit een appelboom gevallen is; de stokoude non Notburga moet met spoed van het bejaardentehuis naar de intensive care worden overgebracht, nadat ze bijna gestikt is in kattevoer dat met bruut geweld in haar slokdarm en luchtpijp lijkt te zijn geperst. Ze beweert echter zich verslikt te hebben in haar venkelrisotto. Een twaalfjarig meisje verdwijnt – ontvoerd? weggelopen? slachtoffer van een vreselijk misdrijf? – en een lid van een groep beveiligers die geen geheim maken van hun vreemdelingenhaat wordt tijdens een processie geveld door een stalen kogeltje, afgeschoten met een katapult. Meermalen worden zelfmoordpogingen ondernomen door hevig getroebleerde, respectievelijk getraumatiseerde adolescenten. Dit is nog maar een greep.

Dat zijn allemaal in de eerste plaats zaken voor de politie en voor het ziekenhuis en in dat laatste vooral voor de afdeling psychiatrie. Naarmate het verhaal vordert ontwikkelen de politiecommissaris, Ludwig Kovacs, en de psychiatrisch geneesheer-directeur, Raffael Horn, zich tot hoofdpersonages. In bepaalde opzichten lijken ze op elkaar: Kovacs en Horn worden beiden getekend door een melancholisch-afstandelijke kijk op het leven. In andere verschillen ze: Kovacs’ wordt geplaagd door hartklachten als gevolg van zijn ongezonde levensstijl en overweegt vervroegde pensionering, Horn is een en al fitheid en beklimt soms in rap tempo een heuvel eer hij naar de kliniek gaat.

Je zou denken dat de vreselijke, elkaar snel opvolgende, raadselachtige gebeurtenissen Kovacs en Horn tot koortsachtig zoeken naar de oplossing aanzet, maar dat is niet zo. Ze doen wat ze behoren te doen, maar zonder uit hun evenwicht te raken en hun afstandelijkheid te verliezen. In beider bewustzijn dwalen hun gedachten nogal eens af naar persoonlijke sores. Ongeloofwaardig, zeker als een kind is verdwenen? Misschien, maar Hochgatterer presenteert het zo dat het als natuurlijk overkomt.

De vraag die al vanaf het begin boven het verhaal hangt, is of al die gebeurtenissen op de een of andere manier met elkaar samenhangen, een vraag waarvan je aanneemt dat die aan het slot op verrassende wijze beantwoord zal worden. Hochgatterer heeft van Vlieg weg, vlieg weg echter niet een whodunnit gemaakt, met aan het slot de ontknoping van het raadsel. Nog voor het verhaal halverwege is, geeft hij al het een en ander weg over een verleden dat zuster Notburga en andere getroffenen delen en dat tenminste een deel de schokkende gebeurtenissen kan verklaren. Overigens zonder Kovacs dat te laten ontdekken.

In zijn nawoord zegt Hochgatterer dat deze roman een boek is over mensen die nooit lachen:

Sterker nog: het is een boek over mensen die andere mensen, kinderen namelijk, zo behandelen dat ze uiteindelijk niets meer te lachen hebben. Omgekeerd is het een boek over de overwinning van de verbeeldingskracht van het individu over de dictatuur van de gelijkgerichte eensgezindheid.

Dat klinkt zwaarwichtig. Maar zwaarwichtigheid is bepaald niet het eerste woord waar je na lezing van Vlieg weg, vlieg weg aan denkt. Waarmee niet gezegd wil zijn dat deze roman van een ondraaglijke lichtheid is. De grote thema’s die Hochgatterer aanvoert in zijn nawoord zijn er wel in aanwezig, maar niet expliciet en zonder de vlotte voortgang van het verhaal af te remmen.

Hans van der Heijde

Paulus Hochgatterer – Vlieg weg, vlieg weg. Vertaald door Gerrit Bussink. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 288 blz. € 22,99.