Herkenning in Noord-Noorwegen

Spreken over mensen als anonieme groep is wat anders dan het hebben over mensen als individu met alle kenmerken die iemand tot uniek mens maken. Een thema dat in deze jaren van identiteitsdenken niet genoeg onder de aandacht gebracht kan worden. Zoals in De gelijktijdigheid der dingen, de ambitieuze debuutroman van Frouke Arns. Hier geen ‘stroom asielzoekers’, maar het verhaal van de jonge Syriër Nizar, die het geweld in zijn land ontvlucht en in het noordelijkste stukje Noorwegen terecht komt bij een oude Duitse vrouw, Helena. Ze is een ‘Heimatvertriebene’ uit de verdwenen Duitse ‘Ostgebiete’ en daarmee een ‘nieuwkomer’ van decennia geleden.

De korte impressie van Arns’ roman op het boekomslag gaat over de jonge Syrische vluchteling Nizar, die per fiets de grens tussen Rusland en Noorwegen oversteekt. Deze atypische plek om Europa binnen te komen, dus niet met een door mensensmokkelaars voor veel geld ter beschikking gesteld wrak bootje op de Middellandse Zee, was een paar jaar geleden in het nieuws, om er even snel weer uit te verdwijnen. Met de auto of lopend mocht je er als asielzoeker de grens niet over, maar op een fiets wel.

Deze bizarre maas in de wet gebruikt Frouke Arns, oud-stadsdichter van Nijmegen, die inmiddels drie dichtbundels publiceerde, in haar eerste roman. Maar anders dan je zou verwachten, is het onderlinge contact tussen de Syriër en de bij Storskog in Noorwegen wonende Duitse niet het allesbepalende thema. Wel hun onderlinge verwantschap, zoals gezien door een hoog boven het menselijk rumoer verkerende, wat filosofisch ingestelde sneeuwuil, die de omgeving kent als zijn broekzak. Een soort opperwezen haast, dat weet dat dit gebied geopolitiek van groot belang is.

Maar de roman verliest zich niet in altijd weer voorbijgaande politieke kwesties, al komen die terloops voorbij. Je leert in deels gedroomde flashbacks de achtergrond van Nizar kennen, zijn ouders en vrienden, zijn wereld, die sterk afwijkt van de West-Europese. Maar eerst zien we hem, met wat geluk, de Russische en Noorse grensposten passeren, waarbij de Russen hem graag zien gaan en de weldoorvoede Noorse grenswacht Magnus in zijn warme kantoortje vergeet om op te letten.

Zo makkelijk is het dus, de vrijheid binnenrijden.
Hij had er heel andere beelden bij gehad, toen hij zijn reis in de werkkamer van zijn vader voorbereidde. Hij had zich ingesteld op een lange wachttijd bij de grenspost. Onvriendelijke gezichten, hardhandig geschuif en geduw. Papieren die hem uit de hand werden gegrist. Gesnauw in een bevroren taal. Maar de Russische douane heeft hem doorgelaten en in dit lege kantoor heeft niemand hem gezien.

Helena, door haar relatie met de Noorse zeeman Leif in 1958 toevallig in die koude contreien terecht gekomen, vangt hem op, zorgt voor hem, geeft hem te eten en drinken. De jongen is voor lange tijd buiten westen, wat Helena doet wegdromen over haar jong overleden man, haar door wiegendood gestorven baby Andor, de jaren van eenzaamheid en gemiste kansen. De Tweede Wereldoorlog heeft haar parten gespeeld, realiseert ze zich, de uiterst moeizame tijd erna, toen Duitsers geen geliefde ‘nieuwkomers’ waren, maar toch vooral de dood van man en kind.

En dan ligt er opeens een jonge man op haar bank, in wie ze graag de jonge Leif wil herkennen, maar niet minder hun zoontje Andor, die nu een man zou zijn geweest. Pas op bladzijde 205 (!) ontwaakt Nizar uit zijn koortsslaap en is er sprake van enig contact tussen de twee mensen die beiden gedwongen waren hun geboortegrond te verlaten.

Voor de roman, waarin de personages veelal in de derde persoon worden neergezet, alsof de af en toe opduikende sneeuwuil zich met de constructie van het verhaal heeft bemoeid, is dat een onverwacht, maar sterk punt. De levenservaringen van beide mensen krijgen zo eerst reliëf, terwijl de spanning over wat er gaat gebeuren als ze eenmaal in gesprek raken tot het einde toe in stand blijft.

Frouke Arns gebruikt in de loop van de jaren opgepikte nieuwsfeiten, zoals die van het per fiets de noordelijke grensovergang oversteken, zet de strategische plek die Noord-Noorwegen is in het licht, maar tekent vooral het menselijke verhaal. Als individuen, zoals alle mensen individuen zijn met hun eigen, vaak moeizame levens die gelijktijdig plaatsvinden. Lieden die asielzoekers alleen maar zien als een bedreiging voor hun eigen welvarende bestaan, zijn vermoedelijk geen grote lezers. Dat is jammer, want een roman als De gelijktijdigheid der dingen, maakt nu juist duidelijk dat het menselijk lot extreem onzeker is. Je hoeft geen filosofische sneeuwuil te zijn om wat mildheid te betrachten.

André Keikes

Frouke Arns – De gelijktijdigheid der dingen. De Arbeiderspers, Amsterdam / Antwerpen. 232 blz. € 20.