Vrouwonvriendelijke, homofobe en racistische karikaturen

Als je hoofdpersoon een man uit Congo is, is het dan geoorloofd dat andere personages in het boek racistische onzin uitkramen? Ook als erbij staat dat het racistisch is? De zwarte man Cherif heeft een winkeltje vol ongezond voedsel en verkoopt naast esoterische rommel ook erotische spullen. Voer voor heel voor de hand liggende grappen. Een groot deel van het boek beslaat een reis die Cherif met drie van zijn klanten maakt naar Duitsland om Ursula Graurock, de vrouw achter de pandaworsten, te interviewen. Onderweg zegt Dikke Donny, een van die klanten: ‘Snel even afscheid nemen van een bruine vriend.’ En ter explicitering tegen Cherif voordat hij naar de wc gaat: ‘Het is een andere bruine vriend!’

Welkom in de wereld van Marnix Peeters die samen met De jacht op Ursula Graurock al zo’n tiental romans op zijn naam heeft staan. Het is als kolder bedoeld proza voor mensen die platte humor het hoogst haalbare in het leven beschouwen. Tot nu toe had ik niet eerder iets van Peeters gelezen en ik mag hopen dat ik de rest van mijn leven verstoken zal blijven van dit proza.

Als er een dikke vrouw voorkomt in het verhaal – dat verder totaal niet ter zake doet – dan wordt dat honderd keer benadrukt door Cherif. ‘Ge ziet eruit als een plofkip,’ is dan nog een van de mildere opties. De dame in kwestie is niet alleen dik, maar ze slaat af en toe ook feministische taal uit, dus heeft ze ‘de regels’, het Vlaamse woord voor menstruatie. En ze ruikt ook een beetje.

Over homo’s zegt Cherif: ‘Er zullen er vast ook wel zijn die het niet zo nauw nemen met de reinheid, de haute couture en de zelfontplooiing, maar de meeste homofielen zijn nette, geurige mensen met een verzorgd voorkomen en een brede culturele interesse.’ Je vraagt je af in welk achtergebleven gebied mensen dat nog humoristisch vinden. Twee lesbiennes zijn natuurlijk lelijk en onvriendelijk. Later komen er nog twee lesbiennes die bloedmooi zijn. ‘Waar is de tijd dat ge naar zweet moest ruiken en er moest uitzien als een everzwijn om lesbisch te worden.’ De twee bloedmooie lesbiennes blijken dan ook twee gevluchte vrouwen te zijn die alleen een andere geaardheid hebben voorgewend om een verblijfsvergunning te krijgen.

Mijn hemel, hoe krijg je het allemaal uit je pen? Je hoeft niet eens heel woke te zijn om de zouteloze grappenmakerij vol verbijstering te lezen. De ene flauwiteit na de andere. Het ene stereotype na het andere in van die op de borst kloppende zinnen. Natuurlijk is dit een klucht vol overdrijving en natuurlijk zijn dit allemaal personages die iets zeggen binnen een fictionele werkelijkheid en het mag allemaal, maar waarom zou je het moppentrommeltje van je foute zeventigjarige oom willen publiceren? Dat De Arbeiderspers deze shit vol vrouwonvriendelijke, homofobe en racistische karikaturen op de markt brengt, is toch wel een belediging voor alle andere auteurs in het fonds. In ieder geval van de lezer.

Coen Peppelenbos

Marnix Peeters – De jacht op Ursula Graurock. De Arbeiderspers, Amsterdam. 192 blz. € 17,50.

Deze recensie verscheen eerder in een iets kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 5 november 2021.