Man in ijsblok

Heel goed kijken en dan reflecteren is de beeldvariant van close reading. Uit de Volkskrant kennen we Hans Aarsman als foto-detective. In Dansen in tijden van droogte doet Bart Koubaa iets dergelijks een stuk uitgebreider met een foto die zijn vrouw hem voorlegt met de woorden ‘Dit is iets voor jou’.

Op de afbeelding uit de cultuurbijlage van een krant staat een levende vogelverschrikker midden in een rijstveld ergens in Afrika. Hij zit in een van grote takken en plastic zeil vervaardigde tent, als een man in een reusachtig ijsblok. Koubaa, die al menige roman op zijn naam heeft staan, schuift zijn vrijwel voltooide voorbereidingen voor een nieuwe titel terzijde omdat de jongen hem intrigeert.

Even geen fictie, suggereert Koubaa, al ligt dit non-fictiewerk er tegenaan, maar de grens tussen beide genres is de laatste jaren niet meer zo hard, daar hebben we al heel wat voorbeelden van gezien. Het mijmeren neemt een aanvang op een broeierige pinksterzondag. Wie is de jongen, waarom doet hij dit, levert het hem ook wat op, is zijn verschrikkerswerk effectief. Van het een komt het ander. En al snel verschuift de titel van zijn roman naar een nieuw document op zijn computer. Want dit is een uitdaging.

De jongen heet Juma Collins, is achttien jaar en zit de hele dag in de velden van Kabonyo, Kenia, zo leert het onderschrift bij de plaat van de Franse fotograaf Frédéric Noy die op het omslag van dit boek kwam te staan. En al snel gaat de foto Koubaa’s denken beheersen. Hij speurt à la Aarsman naar eerst over het hoofd geziene details om meer te weten te komen over Juma, maar stelt zichzelf de eis niet internet op te gaan. Zijn zoon doet dat echter wel en al snel levert die vertalingen en aanvullende gegevens over het nabije Victoriameer, de klimaatverandering die dat gigantische gebied en de miljoenen mensen die er van afhankelijk zijn bedreigt en de levensomstandigheden in Afrika.

Koubaas nieuwste is daarmee één lange overpeinzing, die bewijst hoe nuttig en nodig het is om niet overal langs te hollen, maar je te verdiepen in achtergronden en details. In één jongen kan zo, net als bij Magnum-fotograaf Steve McCurry het geval was met Sharbat Gula, het Afghaanse meisje met de groene ogen, het wereldomvattende drama samenkomen van ongeremd neoliberalisme, uitmondend in gigantische ongelijkheid, vervuiling en uiteindelijk de ondergang van de mensheid.

Klinkt zwaar, maar Koubaa, die zijn schrijversnaam ontleende aan die van zijn half-Tunesische vrouw, houdt het toch lichtvoetig in de vorm van gesprekken met een door stom toeval weer tegengekomen oud-straatgenoot die ontwikkelingswerker is. Deze had in Tanzania gewoond en drie jaar in Kenia, waar hij was getrouwd, en woonde nu in Burundi. Zo iemand kon Koubaa goed gebruiken.

De geschiedenis van het continent komt aan de orde, de kwalijke rol van de vroegere kolonialen in Afrika en de afwerende houding die de landen waar de kolonialen ooit vandaan kwamen vandaag de dag innemen. Tijdens een korte vakantie in de Ardennen ervaart Koubaa dat angst voor onbekenden en het onbekende diep in onze hele maatschappij zit. Iemand dacht vleermuizen te zien en vond die maar eng. Corona, je weet wel:

Het waren geen vleermuizen maar zwaluwen, die hier overdag vrolijk boven de vallei en de uitgestrekte tuin buitelen. Wallonië heeft een hele actie op touw gezet om de zwaluwen welkom te heten. Ook op de glazen voordeur van ons tijdelijk onderkomen hangt een sticker met BIENVENUE HIRONDELLES. Zouden de Afrikanen even welkom zijn in Wallonië als de zwaluwen?

Vanzelfsprekend denkt Koubaa ook na over zijn andere vak, dat van fotograaf, bepeinst of een foto nu van de maker of geportretteerde is en wat de betekenis van een foto kan zijn. Vooral die laatste vraag komt wellicht voort uit zijn vroegere werkzaamheden als tentoonstellingsmedewerker van de flamboyante Gentse museumdirecteur Jan Hoet. Maar goed kijken leerde hij ook van zijn vader die midden jaren zeventig (!) van de vorige eeuw nog met een ‘elegante wandelstok’ zou hebben rondgelopen. Dat zal de fictie zijn.

Met alle sfeertekening, persoonlijke filosofieën en – onverzonden – brieven aan Juma Collins, waarin hij hem vraagt hoe hij in Kenia naar de wereld kijkt, is Dansen in tijden van droogte ondanks zijn geringe omvang een breed opgezet en overtuigend pleidooi voor internationale solidariteit en inclusiviteit. En meteen een uitnodiging ook zo te gaan kijken. Of Koubaa Juma nu echt gaat opzoeken om hem een fiets cadeau te doen blijft onhelder, maar daar gaat het immers ook niet om.

André Keikes

Bart Koubaa – Dansen in tijden van droogte. Querido, Amsterdam / Antwerpen. 176 blz. € 20.