De grens van het geoudehoer overschreden

‘Er is niets tegen geoudehoer, zolang er maar Gods zegen op rust, dat is wat ik altijd zeg,’ schreef Gerard Reve 26 jaar geleden in zijn ‘Brief uit Amsterdam’, later opgenomen in Op weg naar het einde, het boek dat mij op reis altijd vergezelt omdat er van die ongehoord geestige zinnen in staan die het verblijf in troosteloze hotelkamers verlichten. Het is nog een waar woord ook. Jammer dat op het schrijven van Reves nieuwe roman, Bezorgde ouders, kennelijk niet Gods zegen heeft gerust, want hier zal de lezer wel móeten opwerpen dat het betoog de grens van het geoudehoer zelfs in zoverre overschreden heeft dat het volbrengen van de lectuur slechts met de grootste moeite mogelijk is.

Als het de bedoeling van Gerard Reve was om een boek van driehonderdnegentien bladzijden te schrijven waarin niets, maar dan ook absoluut niets gebeurt, dan is hij daarin zonder meer geslaagd. Maar Reve heeft toch, als hij schrijft, ‘de lezer’ in gedachten, een huisvrouw die ’s avonds om kwart voor negen, als ze de kindertjes heeft gewassen en naar bed gebracht, zijn werk ter hand neemt, zoals hij zondag op televisie in een lange Ster-spot, zogenaamd ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag, maar in werkelijkheid ter promotie van zijn nieuwe boek, omstandig (en overigens niet voor de eerste keer) mocht beweren? Wat moet zo’n mens met deze roman, die hoofdzakelijk bestaat uit monologue intérieur, uit de fantasieën van een eenenveertigjarige, mislukte, aan goedkope wijn verslaafde homoseksuele nep-katholiek met onverholen racistische denkbeelden?

Alcoholverslaving, homoseksualiteit, pseudo-katholicisme, racisme (of vooruit: laten we het houden op een hoogst ongezond vooroordeel) — wat dat betreft vertelt Reve in Bezorgde ouders ook al niets nieuws. De critici die hem naar aanleiding van dit boek zullen verwijten dat hij zichzelf herhaalt, maaide hij op televisie al het gras voor de voeten vandaan: ‘Moet ik dan het werk van een ander herhalen?’ Een gevatte opmerking, die echter niets afdoet aan de kritiek.

In het boek bekent Hugo Treger, de hoofdpersoon, geregeld de vuilnisbakken af te snuffelen op zoek naar nog bruikbare spullen. Ook wordt er vaak gerefereerd aan van de hand gedane kleren die nog best draagbaar zijn (en altijd worden geschonken aan niet-katholieke werkloze zwarten die van onze belastingcenten etc. — ik parafraseer maar) en tenslotte tobt Treger over lege flessen waarvan je, in geval van glasschaarste, met behulp van een glassnijder, nog heel goed drinkbekers kunt maken. De parallel is duidelijk. Reve had kennelijk nog heel wat lege flessen staan, zonde om die weg te gooien. De inhoud van die omgekieperde glasbak schenkt hij zijn lezeressen, waarbij hij het doet voorkomen alsof de overgebleven droesem klare wijn is.

Bezorgde ouders begint op dezelfde dag, maar dan zo’n dertig jaar later, als De avonden, (Simon van het) Reves debuutroman uit 1947. Ook in dat boek gebeurt niet zoveel, ofschoon het tien dagen beschrijft waar het nieuwe boek zich beperkt tot één etmaal. In Hugo Treger kunnen we zonder al te veel moeite de ouder geworden Frits van Egters kunnen herkennen: ‘Treger’ is zelfs een bijna-anagram. Zoals Frits mijmert, tobt Hugo heel wat af. Geregeld laat hij zijn gedachten de vrije loop. Hij bezit het vermogen om vrijwel uit het niets, al voort associërend, een haast concrete situatie bij elkaar te fantaseren, waaraan dan weer conclusies worden verbonden over het goede dan wel het slechte in de mens.

Uit dit gedachtengoed doemt een scherpe tweedeling op: tussen goed en slecht, tussen blank en zwart, tussen katholiek en niet-katholiek. Toch is het niet eenvoudig zo dat goed is blank is katholiek, en dat slecht is zwart is niet-katholiek. Zo zijn er blanke katholieken met een bleke roomse smoel, zoals ‘die slijmjurk van een misdienaar die hij heus nog wel eens “in de paardegreep” of “in de vliegende schaar” zoude nemen om hem te leren wat boete was.’ Die misdienaar geeft ‘helemaal niets niemendal’ om zijn moeder, ‘die uitgestreken roomse smeerlap’. Zo zijn er ook zwarte katholieken die de heilige stad Rome zullen verdedigen tegen de oprukkende zwarte horden, twaalfduizend jongens van twaalf jaar bijvoorbeeld.

Het spreekt vanzelf dat de gedachte aan hen Treger tot diepe ontroering brengt. Soms schieten hem zelfs de tranen in de ogen. En het gebeurt ook niet zelden dat hij zo wordt geraakt door zijn eigen fantasieën dat er niets anders op zit dan zijn gulp te openen om ‘het met zichzelf te doen’. Dan vloeit het liefdessap over zijn hand, etc. Gerard Reve op herhaling, kortom. Op tv zei hij dat het thema van een schrijver tot zijn dood vastligt, hooguit is er variatie mogelijk in de motieven, maar zelfs daarvan is hier, ten opzichte van eerder werk, geen sprake. Het revisme, dat voorziet in het schenken van een jongensdier aan de geliefde, opdat hij dit zijn wil kan opleggen, al dan niet gekooid, al dan niet gepaard gaand met tuchtigingen, en dit alles natuurlijk onder het toeziend oog van de goede gever, niets voor niets, om met Reve te spreken, is bepaald niet nieuw in het werk van de volksschrijver, die er immers zijn naam aan leende.

Als het duiden van de werkelijkheid inderdaad Reves hoofdthema is, zoals hij tegen Koos Postema zei, waarom dan al die overbekende fantasieën, die met de werkelijkheid niets uitstaande hebben, zelfs niet met de werkelijkheid zoals deze zich in het boek manifesteert? Wat voegt Bezorgde ouders toe aan het werk van deze schrijver, behalve een nieuwe titel?

Als Reve pretendeert een boek te hebben geschreven dat zijn gehele oeuvre, ja, dat alles wat ooit is geschreven samenvat, zoals Hugo Treger probeert ‘een wereldgedicht’ te schrijven, dan zou je, wat dat eerste betreft, kunnen zeggen dat hij in die opzet is geslaagd. Niet dat dit boek De avonden of Op weg naar het einde overtreft, het is er eerder een sterk verbleekte, tweedehands versie van.

Evenmin kan Bezorgde ouders in de schaduw staan van, om maar wat te noemen, The lost weekend van Charles Jackson, over een tobbende, drankzuchtige dichter, of Oblomov van Ivan Gontsjarov, over iemand die ondanks al zijn goede voornemens tot niets komt. In die zin, zou je kunnen zeggen, herhaalt Reve niet alleen zijn eigen werk, maar ook dat van anderen.

Frank van Dijl

Gerard Reve – Bezorgde ouders. Veen uitgevers.

Eerder gepubliceerd in Het Vrije Volk, 13 december 1988.