De juiste woorden vinden

Het woord voor rood van Jon McGregor begint adembenemend. We bevinden ons op Antarctica. De ervaren expeditiegids Robert ‘Doc’ Wright is met twee jonge onderzoekers op pad om foto’s van het imponerende landschap te maken. Wanneer er plotseling een hevige storm opsteekt, raken de drie mannen elkaar uit het oog. In de chaos van de plotseling verslechterde weersomstandigheden laat de communicatie het afweten en wordt de situatie levensbedreigend. Wright weet uiteindelijk hun onderkomen te bereiken, Station K., waar zich de zendapparatuur bevindt.

Hij liep naar de radio. Hij zakte door zijn zwakke rechtervoet en knalde hard tegen de vloer. Hij vloerde de stijve zichtheid van zijn rauw. Nee. Rauwde de wreef. De rum. De steef. Het licht werd doffer en feller en dofte weer doffer. Geruis als een tussenpauze. De radio kraakte rauw.

Dan verliest Robert het bewustzijn.

Het perspectief wisselt vervolgens naar Anna, de vrouw van Robert. Er is enige tijd verstreken en het blijkt dat de expeditie helemaal is misgegaan, dat er een ongeluk heeft plaatsgevonden en dat Robert een beroerte heeft gehad. Dit is het begin van het tweede deel van het boek. Daar waar het eerste deel leest als een thriller waarin de avonturen van de onderzoekers centraal staan tegen de achtergrond van de onmetelijke en onmenselijke Zuidpool, schakelt het tweede deel een flink aantal tanden terug. Het focust zich op de van nature onafhankelijke Anna, die nu noodgedwongen de rol van mantelzorger op zich moet nemen en Robert thuis moet verzorgen. Het contrast kan haast niet groter. Robert moet bij alles worden geholpen en bovenal: hij moet weer leren communiceren. De beroerte heeft namelijk geleid tot afasie.

In het derde en laatste deel van het boek wisselt het perspectief nog een keer. Centraal staan nu Amira en Liz, therapeuten die Robert en een groep lotgenoten helpen bij het opnieuw leren praten. We volgen hun inspanningen om tijdens de bijeenkomsten iedereen iets over zichzelf te laten vertellen.

Ze hadden het weer over verhalen. Amira had geprobeerd het idee van verhalen als een rode draad door deze bijeenkomsten te laten lopen, pratend over dat ze allemaal hun eigen verhalen hadden, en dat mensen die verhalen graag wilden horen, en dat het interessant zou kunnen zijn om verschillende manieren te bedenken waarop ze hun verhalen aan de wereld konden vertellen.

De therapiesessies leiden tot een soort gezamenlijke voorstelling waarin Robert uiteindelijk op zijn eigen manier de juiste woorden vindt om zijn verhaal te vertellen.

Het woord voor rood is geschreven in een sobere stijl met korte zinnen. Het geeft op indringende wijze weer wat het betekent om van het ene op het andere moment je spraakvermogen te verliezen. De machteloosheid, het radeloos zoeken naar de juiste woorden, McGregor geeft het heel direct weer in zinnen die ontsporen en woorden die geen enkele betekenis hebben. Complimenten aan vertaalster Manon Smits die dit onbegrijpelijke proza uit het Engels heeft weten te vertalen.

Niet alleen voor Robert zelf, ook voor zijn omgeving staat de wereld op z’n kop. De worstelingen van de wat onwillige mantelzorger Anna met haar zorgtaken worden net zo invoelbaar beschreven als de strijd die Robert moet voeren om begrepen te worden. Maar eigenlijk gaat het boek over veel meer. Al direct aan het begin, wanneer de poolstorm opsteekt en de drie mannen elkaar tevergeefs proberen te bereiken met behulp van de portofoons, wordt duidelijk dat het in deze roman gaat over communicatie, taal en de problemen die daaraan zijn verbonden. Dat wordt natuurlijk het duidelijkst geïllustreerd door de spraakproblemen van Robert. Maar ook Anna heeft zo haar moeilijkheden op dat gebied. Ze neemt alles wat iedereen zegt veel te letterlijk, begrijpt sommige uitdrukkingen niet en lijkt doof te zijn voor ironie. Zij kan zich niet goed uiten, maar kropt al haar gevoelens op. Haar vriendin daarentegen kletst haar de oren van de kop, maar weet weinig zinnigs te zeggen. En Robert en Anna hebben ook onderling communicatieproblemen: ze verzwijgen zaken voor elkaar.

De omslag van de originele Engelse editie van Het woord voor rood (Lean Fall Stand) is voorzien van een illustratie waarin met wat fantasie ijsschotsen zijn te herkennen. Een verwijzing naar de Zuidpool, waar een deel van het verhaal zich afspeelt. Maar eigenlijk ook een treffend symbool van het gevaar om uit elkaar te drijven en het contact met elkaar te verliezen. Of is het misschien een beeld van de breekbaarheid van de taal? Jon McGregor eindigt zijn roman hoopvol, met Robert die zijn stem weer vindt. De schrijver lijkt daarmee te zeggen: de taal lijkt soms aan diggelen te liggen, maar uiteindelijk laten de juiste woorden zich altijd vinden.

Jos Noorman

Jon McGregor – Het woord voor rood. Vertaald door Manon Smits. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 272 blz. € 21,99.