Waarom Özcan Akyol populair is en Erdal Balci niet

In de Volkskrant stond een tijdje geleden een ingezonden brief van universitair docent Stella Linn naar aanleiding van een column van Erdal Balci over de zeven vinkjes. Die brief blijft me intrigeren, omdat ik de redenering wel denk te begrijpen, maar het geheel toch niet snap. Omdat ik altijd enorm opkijk tegen academici, zeker als ze van de universiteit zijn waar ik zelf ben afgestudeerd, ga ik proberen het geheel te ontrafelen.

Linn schrijft over de kwestie ‘waarom zijn sommige van die auteurs [met een migratieachtergrond], zoals Murat Isik en Özcan Akyol, toch doorgebroken en anderen niet?’ Dat is een duidelijke vraag en de conclusie aan het eind van de ingezonden brief is al even helder: ‘domweg pech’. Maar dat is niet de hele laatste zin, want die luidt: ‘Auteurs als Balci, die niet zo’n trigger voor succes weten te genereren, hebben domweg pech.’ Er moet dus iets gebeuren waardoor een boek een succes wordt. Bij Murat Isik noemt Linn het vliegwieleffect van lovende kritieken van een paar gezaghebbende recensenten over ‘een roman (met een thematiek die veel lezers aanspreekt)’ en bij Akyol zijn mediagenieke optreden.

Dit lijken me niet helemaal de juiste factoren voor succes. Akyol knalde overigens wel van het scherm bij De Wereld Draait Door bij zijn eerste optreden en met een sneer naar Kader Abdolah stal hij de harten van miljoenen literatuurliefhebbers. Bovendien, en dat lijkt me belangrijker, had hij een goed talkshowverhaal: via de bajes was hij tot de literatuur geraakt. Daar kan een talkshowredacteur een leuk behapbaar itempje van maken dat de kijker zal raken. Een overzichtelijk en aansprekend verhaal met een positieve draai. De persoonlijkheid van Akyol zal ook meespelen, maar hoe meet je dat? Hoe meet je of iemand door het scherm komt?

Bij Murat Isik ligt het wat lastiger. Het boek is redelijk ontvangen: in NRC Handelsblad kreeg de roman vier ballen, De Groene Amsterdammer bij monde van Kees ’t Hart was positief en ook Rob Schouten in Trouw had een gunstige recensie. Het waren echter geen juichrecensies. De Volkskrant had alleen een interview en een signalering van het boek, geen recensie. Het boek kwam ook pas een jaar later in de Bestseller 60 na het winnen van de Boekhandelsprijs. Dat de boekhandels veel boeken inkochten van de speciale uitgave die ze zelf hebben geïnstigeerd ligt voor de hand. Het boek stond twee weken in de bestsellerlijst (op plek 27 en 32). Pas acht weken later, na het behalen van de Libris Literatuur Prijs kwam de roman opnieuw in de lijst (op 3) en bleef vervolgens maandenlang een bestseller. Het waren dus de prijzen en niet de recensies die zorgden voor de populariteit.

Tussentijdse conclusie: win de Libris Literatuur Prijs of beledig Kader Abdolah in een goed bekeken talkshow en je zet het vliegwieleffect in werking.

Linn verwijst in haar ingezonden brief ook nog naar haar artikel in De Lage Landen: ‘Uit mijn onderzoek komen verschillende literatuursociologische verklaringen naar voren.’ Dat artikel, ‘Het wisselende succes van Turks-Nederlandse literatuur’, kun je hier gratis downloaden. Het is geschreven voor het megasucces van Lale Gül, maar misschien zijn de succesfactoren ook op haar van toepassing. Linn neemt namelijk in het artikel de lezersrecensies op Hebban en Bol.com mee en de positieve punten die daarin genoemd worden (autobiografische achtergrond, multicultureel karakter en toegankelijke schrijfstijl). De meeste van die lezersrecensies over Isik zijn echter geschreven nadat het boek de prijs had gewonnen. Het artikel in De Lage Landen is veel uitgebreider en genuanceerder dan haar ingezonden brief, toch is haar conclusie ook daar na alle factoren gewogen te hebben: er is geen garantie op succes.

En zo lijken literatuurwetenschappers heel veel op voetbalanalisten die na afloop van de wedstrijd precies kunnen uitleggen wat goed en fout is gegaan.

Coen Peppelenbos