Kleine filosofie van de onvermijdelijkheid

De hedendaagse stedelijke mens heeft vaak de mond vol over authentiek leven. Ver van de drukte, de techniek en de voortjagende tijd, maar is een bestaan in de natuur nou echt beter dan in meer urbane omgevingen? Mauro Corona, de Italiaanse succesauteur, die naast zijn schrijverschap beeldhouwer en bergbeklimmer is, laat er in zijn eerste in het Nederlands vertaalde roman Als een steen in de stroom geen misverstand over bestaan dat de natuur, in zijn geval de bergen, diep ingrijpt in iemands denken en doen. Maar hij maakt tevens duidelijk dat een mens ook gezien en gehoord wil worden,

Dit boek is dan ook geen onversneden ode aan de bergen, de personages worstelen niet minder met de valstrikken die het leven ons spant dan de inwoners van de stad beneden, maar ze vinden wel troost in de onveranderlijkheid en soms uitzonderlijke schoonheid van de bergwereld. Het slechtste aan de bergen zijn misschien wel de mensen die er wonen. Maar daar weet de tijd wel raad mee. Ook tijd is een wezenlijk onderdeel van deze roman.

De tijd, genadeloze entiteit die van lichtheid lood maakt, lijkt met zijn geruisloze stap bedrieglijk langzaam te verlopen. Maar de tijd verloopt niet traag, zoals men denkt. De tijd snelt voort en sleept de dagen, maanden, jaren met zich mee. En daarachteraan hangt, als een forel aan de vishaak, het leven. De arme vis is bang, trekt, worstelt, springt, verzet zich, maar de lijn sleept hem onverbiddelijk naar de oever, naar de dood. Zo is de tijd!

Corona’s roman, die veel autobiografische elementen bevat, begint met het motto ‘Voor de ongelukkigen, dus voor de gehele mensheid’. De protagonist, veelal opgevoerd als ‘de jongen’ of ‘de man’ realiseert zich dan ook zijn leven lang dat mensen nu eenmaal altijd verder moeten met de tot onze soort behorende kenmerken en eigenschappen, die alleen maar ellende brengen. Helemaal achterin vertelt ene Protti Maurizio dat hij een vriend was van ‘de man’ en dat hij zich verplicht voelde het leven van zijn overleden makker te boek te stellen. Het verklaart de verder overal gehanteerde derde persoon, die de (fictieve) uitgever prefereerde.

Voor het zo ver is, worden vooral de levens van de ouders en grootouders van ‘de man’ geschetst, in perioden van grote armoede. De mannen uit zijn jeugd, met name zijn vader, waren gewelddadige tirannen, die zich te buiten gingen aan brute agressie, niet in staat tot een redelijk gesprek, laat staan affectie. Om te voorkomen dat ze door haar man vermoord zou worden, ontvlucht zijn moeder zelfs het huis, haar ‘kuikens’ weerloos achterlatend. Slechts de bergen bieden de drie op zichzelf teruggeworpen jongens, van wie er een vroegtijdig overlijdt, een plek om bij te komen en iets van geluk te vinden.

In een stuwend, verhalend ritme van korte zinnetjes, alsof ze ter plekke zijn opgetekend uit de mond van een weinig ontwikkeld, maar wijs man, wordt duidelijk dat ook de protagonist steeds vervalt in oude fouten, slecht gedrag, razernij. Ook zijn vrouw en vrienden hebben daar onder te lijden. Wat hem bezighoudt en afleidt is het snijden van houten figuren, die zijn leven verbeelden. Pas op hoge leeftijd, wanneer hij een kluizenaarsbestaan prefereert, treedt een zekere mildheid in en begrijpt hij iets beter wat zijn ouders bezighield en motiveerde en waar hun wanhoop vandaan kwam.

Als een steen in de stroom is niet alleen het verhaal van een handvol gewone mensen in de Dolomieten, maar ook een kleine filosofie van de onvermijdelijkheid. Mensen zijn altijd ondergeschikt aan hun omgeving, hun tijd en hun genetische samenstelling, al zou Corona die laatste term nooit gebruiken. Hij heeft een voorkeur voor ouderwetse, ‘authentieke’ termen als ziel, spekzwoerd en dageraad, woorden die onderstrepen hoe onveranderlijk het leven in de hoge bergen is, waar de aarde er geen misverstand over laat bestaan wie er bovenaan staat in de hiërarchie.

Dat deze roman gaandeweg verandert van een zintuiglijke, tamelijk realistisch aandoende schets van het vroegere en huidige leven in de bergen en wat dat met een mens doet naar een verhaal waarin elementen voorkomen die in een fantasy-roman niet zouden misstaan – vermenselijkte dieren, ‘fantastische’ hallucinaties, telepathische ervaringen –, is iets waar niet iedereen van houdt. Dat je zo’n kanteling niet meteen ziet aankomen, kan in bepaalde boeken soms goed uitpakken, hier doet het eerder afbreuk aan de oorspronkelijke benadering.

André Keikes

Mauro Corona – Als een steen in de stroom. Vertaald door Marieke van Laake. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 224 blz. € 22,99.