Patat, pensioen, een Range Rover en een stacaravan

Over vrouwen als Carmen worden doorgaans geen boeken geschreven, hoorde ik Ilja Leonard Pfeijffer tijdens de Boekenweek een paar keer in interviews zeggen. De hoofdpersoon van zijn Boekenweekgeschenknovelle Monterosso mon amour wordt beschouwd als een ‘doodgewone’ vrouw, ze is vrijwilligster in een bibliotheek in een provinciestad, met een volkomen oninteressant leven. Dat is helemaal niet waar, dacht ik steeds, als ik Pfeijffer over zijn saaie Carmen hoorde vertellen. Willemijn Kranendonk heeft net een boek geschreven over twee doodsaaie vrouwen, die maar niet tot leven willen komen in haar debuutroman De Geliefden.

Vrijwel alles, behalve misschien de relatie tussen Rosa en haar ouders en zussen, blijft aan de oppervlakte in De Geliefden (de titel verwijst naar een tarotkaart). De roman, die uitblinkt in zinnen vol gemeenplaatsen en herhalingen, begint met een terugblik van Jacqueline op haar jeugd, relaties en vriendschappen.

Direct na haar pensionering verhuist Jacqueline van de grote woning van haar vader naar een compacte bungalow. Haar vriendin begrijpt niet waarom ze ‘haar belangrijkste statussymbool’ verkoopt. Wat voor werk Jacqueline heeft gedaan en wat ze heeft gestudeerd blijft verborgen voor de lezer. We leren wel dat Jacqueline een goed betaalde baan had waarvoor ze dure mantelpakken moest dragen en dat ze in een grote Range Rover rijdt. Jacquelines werk was ongetwijfeld saai, maar J.J. Voskuil heeft bewezen dat je zeven boeiende romans over saai werk kunt schrijven. Jacqueline wordt geportretteerd als kil, zakelijk en enigszins banaal. De 66-jarige eet het liefst in de snackbar of anders thuis een gehaktbal.

Ook Jacquelines ex-geliefde Rosa kijkt ook terug op haar leven. Net als bij Jacquelines terugblik schuwt Kranendonk hier geen enkel cliché. Rosa trok tijdens haar studentenperiode naar het buitenland omdat ze zich weigerde te conformeren aan een leven dat uit werken voor een baas en status verwerven bestond. Ze werkte in Italië en Noorwegen op het land en leefde in communes waar ze veel kortstondige relaties met vrouwen had.

Ik was samen met een vrouw en het voelde goed en na een tijdje werd ik weer onrustig. De vrouwen met wie ik samen was tijdens mijn reizen en omzwervingen, zijn gereduceerd tot één archetypische verschijning. Deze vrouw, laten we haar Sophia noemen, is jonger dan ik, in de dertig of veertig en heeft net haar man en kinderen verlaten. Ze mist haar kroost wel, maar niet de rol die ze als moeder moet spelen.

Berooid keert Rosa terug naar Nederland omdat ze te oud is geworden voor het zware werk in de landbouw. Ze vindt onderdak in een stacaravan op het erf van een boer en spreekt af en toe af met oud-studiegenoot Bernard, die net is verlaten door zijn vriend. Zoals Jacqueline kil en zakelijk is, is Rosa warrig en spiritueel. Ze gelooft in de tarot en maakt ‘aardse goden en godinnen, jullie kracht stroomt door mijn oude lijf’ mompelend rondedansjes in het bosje achter haar caravan, waarvan ze de huur niet kan betalen. De Geliefden is zo saai dat ik moet bekennen dat ik op een gegeven moment bijna hoopte dat boer Hendrik Rosa zou voorstellen de achterstallige huur in natura te betalen. Ik had wel willen lezen hoe deze vrouw, die dagen nodig heeft om te herstellen van een kopje soep in een restaurant dat mogelijk niet vegetarisch is, zich uit die situatie had weten te redden. (Vreemd genoeg eet Rosa vijf hoofdstukken eerder met Bernard wel patat met een kaassoufflé met gelatine zonder daar halfdood aan te gaan. En drie hoofdstukken daarvoor zegt Rosa nog: ‘Ik blijf vegetariër, blijf geloven in natuur als godheid, de herinneringen aan mijn jeugd veranderen niet, maar uiterlijke dingen wijzigen.’)

Onbeduidende vrouwen vinden geen spiegel in de literatuur, zei Pfeijffer in een interview in NRC. Onzin, het is de literatuur – de verbeelding van de schrijver en haar scheppende vermogen – die mensen beduidend maakt. Zoals er over saai werk prachtige romans zijn geschreven, bestaan er weergaloze boeken over op het eerste gezicht futiele levens. Denk bijvoorbeeld aan Een revolverschot van Virginie Loveling. De Vlaamse auteur beschikte over het literaire en psychologische vermogen om de twee ongetrouwde zussen van een ongekende hartstocht te voorzien die ze niet langer verborgen kunnen houden als het object van hun aanbidding een gemeen dubbel spel blijkt te spelen.

Ik vraag me af of in het geval van De Geliefden de uitgever geen dubbel spel speelt met de consument. Er verschijnen weinig boeken met lesbische vrouwen in de hoofdrol in Nederland. Alleen al om die reden is er een markt voor elk boek dat afwijkt van het heteronormatieve patroon, maar niet elk manuscript hoeft uitgegeven te worden. Tzum deelt geen sterren of ballen uit. Zouden we dat wel doen dan is een half waarderingssymbool ruimschoots voldoende voor De Geliefden.

Marie-José Klaver

Willemijn Kranendonk – De Geliefden. Van Oorschot, Amsterdam. 232 blz. € 21.