Vergeten schrijvers en mislukte levens

Sinds zijn overstap naar uitgeverij Atlas maakt Jeroen Brouwers het eenmanstijdschrift Feuilletons. De opvallendste in de serie was de Extra Edietzie, geheel gewijd aan zijn voormalige uitgever bij De Arbeiderspers Ronald Dietz, die niet lang daarna bij het door teleurgestelde schrijvers verlaten uitgevershuis wegging en hoofd atlassen werd in Groningen. De schemer daalt is de zevende editie van het tijdschrift, dat in boekvorm wordt uitgegeven en eigenlijk een essaybundel is.

De ondertitel van het tijdschrift is ‘Slenteren door mijn boekenkast’ en dat geeft een verveeldheid weer die niet helemaal past bij de stukken die volgen. ‘Dwalen’ zou een beter woord zijn, alhoewel dat weer het gevaar inhoudt dat de auteur zijn weg kwijt is. De onderwerpen van zijn essays zijn in ieder geval divers: de zelfmoord van Ter Braak (en vooral datgene wat onbetrouwbare bronnen daarover zeiden), de tanende Vlaanderenliefde van Bob den Uyl, de vergeten dichter Frans Buyle, de dood van Freddy de Vree, de zoekgeraakte manuscripten van Peskens; uit alles blijkt een passie voor de literatuur die welhaast maniakaal te noemen is.

Zelfs de meest onbelangrijke en in de stof van de literatuurgeschiedenis verdwenen schrijvers schitteren omdat Jeroen Brouwers ze nog eenmaal tevoorschijn haalt. Maria Messens, Lode Quasters: werkelijk niemand is geïnteresseerd in hun levensverhaal, maar Brouwers zoekt en vindt informatie over hun mislukte schrijversloopbaan en hun even mislukte leven. Het zijn trieste verhalen, maar met zoveel mededogen opgeschreven dat je werkelijk benieuwd wordt naar hun werk.

Wat de Feuilletons tot boeiende lectuur maakt is de autobiografische insteek in veel essays. In ‘Heimwee’ is dat het duidelijkst, waarin Brouwers over zijn traumatische rijke roomse leven vertelt: de ontsnapping als jongen uit een katholiek internaat, de ontdekking van een geheim schrift en zijn vernedering als hij weer wordt opgepakt. Op het eind schrijft hij:

Mijn personages met hun angsten en innerlijke onrust tot op de grens van waanzin, hun opgejaagdheid en cynische ongeloof terzake de veronderstelde goedheid van de mens, de hogere zin van het leven, het bestaan van duurzame liefde, vertonen grote gelijkenis met mijzelf, ook in hun hunkering naar troost en bedaring. Ik weet allang dat de gevangenis waaruit ik moet zien te ontsnappen ikzelf ben.

Coen Peppelenbos

Jeroen Brouwers – De schemer daalt. Atlas, Amsterdam. 236 blz. € 18,50.

(Deze recensie verscheen eerder op Literair Nederland op 13 juni 2005)