Kansloos verhaal

Lucien van Lieverleden is de debuutroman van scenarioschrijver Bronsema (1992). Vreemd dus, dat de achterflap van het boek vermeldt dat de auteur ‘een schrijver is van romans en filmscripts’. Romans, meervoud. Dit is toch echt z’n eerste boek.

De roman speelt zich af in een niet nader genoemde stad in het noorden van het land. Maar wanneer de verteller het heeft over de vele studenten die er zich bevinden en wanneer er wordt gegrapt over de ‘Groteske Markt’, dan kan het niet anders of die stad moet Groningen zijn. En de burgemeester heet dan ook nog eens Jacques. Nu wil het geval dat PvdA-politicus Jacques Wallage van 1998-2009 burgemeester van Groningen was. Toeval? Of zijn de personages in dit boek misschien gebaseerd op bestaande personen? Een kenner van de lokale Groninger scene kan wellicht eens met de stofkam door het verhaal. Wie weet wat dat oplevert.

Enfin. In deze roman draait het allemaal om de persoon Lucien van Lieverleden. De komst van deze mysterieuze dichter naar de stad wordt voorafgegaan door een stortvloed aan papieren die uit de lucht komen vallen.

Toen de regen was opgehouden en de vellen papier, want dat waren het, het trottoir volledig hadden bedekt en de zon ze goud deed opschijnen waardoor het plein verguld leek te zijn, werd het duidelijk dat er tekst op gedrukt stond. Hier en daar pakten mensen een vel van de grond en begonnen voorzichtig te lezen. En wat lazen ze? Op alle vellen stonden een paar regels, een paar regels poëzie om precies te zijn. Van Slauerhoff tot Keats en van Kavafis tot Shakespeare, noem maar op! Nou vraag ik jou, lezer, heb je ooit meegemaakt dat een hele stad tegelijkertijd poëzie aan het lezen was? Voor een paar seconden was het doodstil. Bij de meeste mensen was het niet de poëzie die de aandacht trok, maar de kleine tekst onderaan het papier waarop in wel zeer sierlijke letters stond: Mede mogelijk gemaakt door uw dichter, Lucien van Lieverleden.

Wat volgt is een warrig verteld verhaal waarin we lezen hoe deze Lucien van Lieverleden binnen de kortste tijd een lokale beroemdheid wordt en een flinke schare fans verzamelt. Niet alleen dankzij zijn gedichten, maar ook door zijn mateloze drankinname en zijn aversie tegen alles wat modern is. De enorme populariteit van de dichter zorgt echter ook voor de nodige afgunst, onder andere bij de burgemeester van de stad. Deze neemt zich voor om met hulp van een jaloerse amateurdichter Lucien van zijn voetstuk te laten vallen.

Wat Bronsema precies met deze roman heeft willen zeggen is onduidelijk. Is het boek een lofzang op de romantische, ouderwetse en onaangepaste dichter in tijden van Facebook en Instagram? Is het een liefdesverklaring aan de poëzie? Of is het gewoon een grappig bedoelde geschiedenis rond de lotgevallen van een lokale kunstenaar? Wat niet helpt is dat de stijl waarin de roman is geschreven ronduit slecht is. Het boek wemelt gewoon van de rare zinnen, die soms ook grammaticaal niet kloppen. Vaak ook grijpt de schrijver terug op gemeenplaatsen of gebruikt hij beelden die de wenkbrauwen doen fronsen.

‘De wind huilde alsof hij zojuist haar teen aan de rand van het bed had gestoten. De meeste mensen gingen gebukt onder de winterdagen en kregen hartstochtelijke dorst naar de lente.’

‘De zon werd verduisterd door een grauwe horde aan wolken, zwanger van motregen, die flauw en emotieloos neerviel.’

‘De burgemeester verloor in deze periode duizenden haren op zijn kruin en kon officieel als kalende man door het leven gaan. Tot zijn grote ergernis bereikte dit nieuws hem via zijn vrouw.’

En dan is er ook nog iets geks aan de hand met het vertelperspectief. Het verhaal begint met een ik-verteller die terugblikt op de periode dat hij de dichter Lucien van Lieverleden van dichtbij heeft meegemaakt. Maar even later blijkt de verteller alwetend te zijn en neemt hij de lezer bij de hand om te vertellen over zaken die de ‘ik’ uit het verhaal totaal onbekend zijn.

Al met al een zwak debuut.

Jos Noorman

Tom Bronsema – Lucien van Lieverleden. Palmslag, Groningen. 248 blz. € 21,95.