Het komt niet vaak voor dat een hoofdredacteur zijn commentaar gebruikt voor een ophef binnen de literatuur. Directe aanleiding is de reactie die Ouariachi gaf op recensente Maria Vlaar die het gewaagd had om de hoofdpersoon van de overal lauw ontvangen roman Herfstdraad Jamal te noemen in een essay over autobiografische romans (de fout is door de krant meteen rechtgezet online). De recensie die Vlaar eerder voor De Standaard schreef is nu ook op haar site te lezen.
In een reactie op een opmerking van schrijver Lucas Zandberg reageerde Ouariachi aldus:

Karel Verhoeven, hoofdredacteur van De Standaard, vindt de situatie – een ‘aanslag in de nek’ – vallen onder intimidatie van de pers.

Pesten is groepsgedrag, en dat is in dit geval niet anders. Nogal wat schrijvers ­nemen deel aan de Facebookconversatie. Misschien werkt het therapeutisch om ­samen virtueel te tieren tegen ‘belatafelde’ (dat betekent: idiote) recensenten. Maar dat niemand van de omstanders tussenbeide komt om Ouariachi erop te wijzen dat zijn bloeddorst onacceptabel ­gewelddadig is, of dat er een zweem van vrouwenhaat in te bespeuren valt, is nog wat het meest verontrust. Niemand die eens naar zijn eigen nek tast om te voelen hoe dat dreigement zou binnenkomen.

Op Twitter bindt Jamal Ouariachi niet in: