Nadat eerder deze week Özcan Akyol verkondigde dat hij 1 klas kende waarin wel 8 kinderen zaten die in transitie waren (wat later bij navraag door Thomas Hogeling iets anders bleek te zijn: ‘Er zijn 8 kinderen ‘mee bezig’. Dat is iets heel anders. Kinderen zijn met van alles bezig.’ Reactie Akyol: ‘Oké. Dus het is semantisch niet correct weergegeven. Wil je nu een pistool en een paar mensen doodschieten, of wat?’) gaat Delphine Lecompte vandaag vol op het transorgel in de Volkskrant. Nadat ze schrijft dat ze vroeger zelf er ook weleens over heeft gedaan om een jon gen te willen zijn wat door haar moeder uit het hoofd is gepraat, vervolgt ze met:

Tegenwoordig zijn er veel kinderen die zich inbeelden dat ze verlangen om van geslacht te veranderen. Vanaf het moment dat ze hun ondoordachte, nukkige, tegendraadse wens hebben uitgesproken worden ze geforceerd in een slopend, intimiderend, neurologisch, hormonaal, psychologisch uitputtend, financieel aderlatend, onomkeerbaar proces.
Allicht krijgt een deel van de kinderen spijt, maar ze durven misschien hun staart niet meer in te trekken. Bij wijze van spreken. En ze voelen zich speciaal: in transitie.
(…)
Elke puber heeft uiteraard het recht om te experimenteren met piercings, promiscuïteit, black metal, kleptomanie, zeezoogdiertatoeages en haarparafernalia. Maar bij de buitensporige vaart en koortsige haast waarmee van geslacht wordt gewisseld stel ik me, als trotse drager van duivelse eierstokken en druipende labia, toch vragen.

Lees de hele column hier.