In 2002 kregen we drie boeken van De Arbeiderspers om te verloten onder de 120 lezers van ons papieren tijdschrift Tzum. We bedachten een prijs voor de mooiste zin in een literair werk van het afgelopen jaar. Lezers konden een mooie zin insturen. De schrijver van de mooiste zin, we waren het enige literaire tijdschrift dat nog nooit een cent subsidie van het Letterenfonds heeft gekregen, kreeg een geldbedrag in euro’s dat gelijkstond aan het aantal woorden in de zin en een felbegeerde beker. Daarmee werd de prijs ook een commentaar op de grote zak met geld-prijzen. Iedereen mocht vanaf dat moment zinnen nomineren.

De prijs werd, mede door het wat speelse karakter, goed opgepikt door de media. De schrijvers vonden het zonder uitzondering een sympathieke prijs omdat met de bekroning van een enkele zin op microniveau naar het ambacht van het schrijven gekeken werd. Ilja Leonard Pfeijffer won de prijs twee keer. En als we de prijs hadden gecontinueerd dan zou de prijs ongetwijfeld nog een derde keer naar hem zijn gegaan. Er zijn elk jaar van die usual suspects die in aanmerking komen voor de prijs. Er is ook elk jaar gemopper over de kale, anorectische en troosteloze zinnen die de Nederlandse literatuur zo kenmerken. Daar gaan de hoofdpersonen weer een kopje koffie drinken. We waren blij als een schrijver zinnen konden schrijven die meer dan tien woorden bevatten.

Afijn, zo gingen we dus een beetje te veel geloven in ons eigen jurygedrag. Het losse, anarchistische van de prijs verdween een beetje. Daarom is het goed om even pas op de plaats te maken. We zetten de winnaars van de afgelopen twintig jaar nog een keer in het zonnetje hieronder. Misschien komt de prijs wel een keer terug (tenzij de CPNB ook dit idee kaapt), maar de komende jaren focussen we ons op het BruutTAAL Regenboogboek van het jaar (met een prijzenbedrag van 1000 euro).

2002: Paul Mennes met een zin uit de roman Poes poes poes
* Soms had ze er toch een beetje spijt van dat ze geen feng-shui, tai chi, macrobiotiek of biseksualiteit gekozen had voor haar spirituele groei.

2003: Doeschka Meijsing met een zin uit de roman 100% chemie
* Wij mochten op vrije zaterdagmiddagen bij louche verkopers minachtend tegen de banden schoppen, terwijl mijn vader onder de motorkap keek of de problemen die zich zouden kunnen voordoen met touw waren op te lossen.

2004: Stijn Aerden met een zin uit de roman Met de hele familie en Koen
* Oom Bram was een hartstochtelijk fietser en maakte eens per jaar een busreis met de senioren van het waterleidingbedrijf, dus je kon onmogelijk beweren dat zijn blikveld beperkt was.

2005: Ilja Leonard Pfeijffer met een zin uit Het grote baggerboek
* Trekt ie daaropvervolgends z’n broek naar omlaag, gaat met die harige aars van hem boven de chili hangen en zet ie me daar toch z’n dikke darm open dat Noach kon fluiten naar berg Ararat.

2006: Tommy Wieringa met een zin uit de roman Joe Speedboot
* De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.

2007: Jeroen Brouwers met een zin uit In het midden van de reis door mijn leven
* Al stond in het centrum van het huis een kachel als uit de machinekamer van een stoomschip en stortte ik deze vol kolen en hout uit het bos, ze verspreidde geen warmte, – zoals er ook van mij, volgestort met het witte water van de firma Bols, niet echt meer iets constructiefs uitging.

2008: A.F.Th. van der Heijden met een zin uit Mim
* Misschien had het mes gebloosd omdat een hand het dwong in het geniep te doden, in het donker achter jaspanden, die zelfs de bloedblos nog aan het oog onttrokken.

2009: Erwin Mortier met een zin uit Godenslaap
* Ik volg de cadans van mijn handschrift en zoek naar de in letters gestolde, kwezelachtige wellust van het meisje dat ik ooit geweest moet zijn, het wicht dat op de drempel van haar adolescentie haar schriftuur even strak aantrok als de dunne lederen veters waarmee ze haar laarsjes dichtreeg – hoe ze het vlees van het woord in de baleinen van de zinsbouw dwong, tot haar eigen lijf vol striemen stond en ze naar uitbraak verlangde.

2010: Tom Lanoye met een zin uit Sprakeloos
* Vijftien jaar had de badkamer met de caravanafmetingen probleemloos dienstgedaan, de sporadisch gekneusde knie niet te na gesproken van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven tussen rand en wand.

2011: Peter Buwalda met een zin uit Bonita Avenue
* Hij was verpieterd op de kamer die hij huurde bij zijn oudtante in Overvecht, een buitenwijk met asbestflats, ‘dreven’ in plaats van ’straten’, en een eigen station met twee sporen om op te gaan liggen.

2012: L.H. Wiener met een zin uit Shanghai Massage
* Ik zou mijn moeder nog weleens in die dikke Velsense vissersneus van haar willen knijpen, een neus die van geen ophouden wist, in tegenstelling tot mijn moeders nieren, die het begaven onder de druk van alle medicijnen – nu ja, niet echt knijpen, want een beetje zoon die knijpt zijn moeder niet, die eert het wijf dat moeder heet, maar die dikke kokkerd van een gok van haar, dus, tussen mijn wijs- en middelvinger en duim pakken, zoals ik vroeger vaak deed, om te plagen, als een soortement van liefkneuzing, dat zou ik graag nog eens een keertje doen.

2013: Anton Valens met een zin uit Het boek Ont
* Het was dinsdagavond kwart voor acht en een van de laatste dagen van oktober in het roemruchte stervensjaar van de gulden, dat schitterende, harde betaalmiddel met zijn waaier van kleurige biljetten als de staart van een paradijsvogel, dat met goedvinden van de kroon door de directeur van De Nederlandsche Bank verkwanseld werd voor een grauwe eenheidsmunt waar er al zoveel van zijn en die de ‘euro’ wordt genoemd.

2014: Ilja Leonard Pfeijffer met een zin uit La Superba
* Het was het witte uur na het middagmaal, de blanke pagina waarop hooguit iets met potlood wordt gekriebeld in geheimschrift, iets om onmiddellijk weer uit te gummen zodra de rolluiken omhoog worden getrokken en het leven opnieuw zwart op wit een aanvang neemt met bonnetjes, bestellingen en bezwaarschriften.

2015: Dimitri Verhulst met een zin uit Kaddisj voor een kut
* Jouw kapsel, voor zover dat nog een kapsel mocht worden genoemd, had veel weg van zo’n in die dagen in zwang rakende ecologische tuin, waarin elke menselijke ingreep als een misdaad tegen de natuur werd beschouwd.

2016: Yves Petry met een zin uit Liefde bij wijze van spreken
* Ze ging naar bed met jongens op de manier waarop ze vroeger boeken las: omdat ze het gevoel had dat het van haar werd verwacht, niet omdat ze er zelf veel bijzonders van verwachtte.

2017: Jeroen Olyslaegers met een zin uit Wil
* Mijn ouders zijn nooit pilaarbijters geweest, vooral mijn vader had enkel minachting voor al die lijkbidders in een kerk die devoot met hun handen boven de lakens sliepen en die de soutanedrager achter het altaar beschouwden als hun genadeloze gids in de zoölogie van de lusten.

2018: Pieter Waterdrinker met een zin uit Tsjaikovskistraat 40
* Zou deze stad op een andere breedtegraad liggen, in een ander landschap, met een andere stand van de zon, zonder de ellenlange grijze maanden van regen, mist en grauwheid, niet op deze schrale moerasgrond staan, in de bodem waarvan de botten liggen van de ontelbare stakkers die hun leven bij de bouw ervan hebben gelaten, maar op een rots, te midden van fraaie glooiende heuvels, met de zwartinkten silhouetten van olijfbomen en cipressen, dan zou Sint-Petersburg met zijn grande armée van mintgroene, zachtroze, bosbesrode en geel gesausde pleisterwerkgevels Florence met gemak naar de kroon steken.

2019: Tonnus Oosterhoff met een zin uit Een kreet is de ramp niet
* Ik lijk op een houtworm die na een verkeerde beweging ruggelings uit het dak van de Oude Kerk in Amsterdam valt: in het vallen ontvouwen de kruisribben zich aan hem tot een lang omgekeerd schip, terwijl hij daarvoor niet wist dat er meer bestond dan het stuk plank waarin hij en zijn voorvaderen zwoegden voor hun dagelijks brood.

2020: Manon Uphoff met een zin uit Vallen is als vliegen
* En hier ben ik, kruipend naar die plek die tot vandaag zijn angstparfum van gele orchidee, passiebloem en mest uitwasemt, in een poging te aanschouwen wat ik daar geweest ben: het laatste poppetje in de matroesjka, met de scheef geschilderde kommaoogjes, het poppetje dat je niet kan openen.

2021: Marieke Lucas Rijneveld en een zin uit Mijn lieve gunsteling
* Lieve gunsteling, ik zeg het je maar meteen: ik had je in dat steilorige hoogseizoen als een zweer met een hoefmes uit de klauwlederhuid moeten verwijderen, ik had ruimte moeten maken bij de tussenklauwspleet zodat mest en vuil ertussenuit zouden vallen en niemand je kon infecteren, misschien had ik je enkel wat moeten pellen en bijschaven met de slijper, je moeten reinigen en droogwrijven met wat zageling.