Literatuur als maîtresse

‘De geneeskunde is mijn wettige vrouw, de literatuur is mijn maîtresse,’ schreef Anton Tsjechov ooit aan een vriend. De man die werd opgeleid tot arts was het laatste deel van zijn leven voltijd schrijver. In 1899 schreef hij in een brief: ‘Zonder twijfel heeft mijn medische studie een belangrijke invloed gehad op mijn literaire arbeid: zij heeft mijn opmerkingsgave in hoge mate versterkt en mijn kennis verrijkt.’ Hij stierf jong, op vierenveertigjarige leeftijd aan tbc, maar bouwde in dit korte leven een imposant oeuvre op. Hij schreef zes grote en enkele kleinere toneelstukken en vooral heel veel korte verhalen. Hele korte, vaak humoristische verhalen in het eerste deel van zijn leven en een afwisseling van kort en lang in het tweede deel.

Het lezen van Tsjechov is een feest, zo blijkt uit de selectie van zijn verhalen die acteur Gijs Scholten van Aschat onder de titel De mooiste verhalen heeft samengesteld. In enkele woorden schept Tsjechov een sfeer en introduceert hij de hoofdrolspelers van het verhaal. Het zijn meestal wat schuchtere types, vol tegenslag en lijdend aan het leven. Ze zijn niet knap en niet succesvol, maar ploeteren voort in het ondermaanse. Tsjechov beschrijft ze in verkleinwoorden: hij spreekt over ‘het meneertje’ of van ‘een charmant dametje’, iemand ‘krabbelt gedurig en traag aan zijn achterhoofdje.’ Zijn personages zijn licht ontvlambaar, sociaal onhandig, drankzuchtig, soms opstandig maar meestal grenzeloos naïef. Als ze hun lot te slim af willen zijn, mislukt dat vrijwel altijd. Ook het land waar ze wonen, het Russische tsarenrijk, beziet Tsjechov met milde scepsis. ‘Wat gemeen toch,’ zo laat hij een van zijn protagonisten zeggen, die in een koets op weg is naar een lijkschouwing. ‘Niet alleen zijn beschaving en menselijkheid ver te zoeken, we hebben niet eens een fatsoenlijk klimaat. Wat een land! Zogenaamd Europa, schei toch uit…’

Tjechovs toon is ironisch, soms ronduit humoristisch. Maar onder die ironie klinkt een diepe weemoed, in zijn latere verhalen steeds luider. Hij oordeelt niet, maar toont compassie met zijn hoofdfiguren en je eindigt bijna elk verhaal met een lichte glimlach. Tsjechov heeft geen hoge pet op van de menselijke soort. Hij beschrijft de kleinheid van de mens tegenover zichzelf, de maatschappij en het universum. Zijn tijdgenoot Maxim Gorki schreef over zijn werk: ‘Niemand wist zo helder en duidelijk het tragische van de futiliteiten des levens te beschrijven als Anton Tsjechov, niemand voor hem was in staat de mensen het trieste beeld van hun leven in de donkere chaos van de alledaagse kleinburgerlijkheid dermate indringend en waarheidsgetrouw duidelijk te maken.’ Zijn verhalen maken je even deelgenoot van die levens. Soms hebben ze amper een plot, ze eindigen zomaar, terwijl de levens van de hoofdrolspelers lijken voort te gaan.

Het complete werk van Tsjechov is al lang beschikbaar in een Nederlandse vertaling. De beroemde Russische Bibliotheek van Van Oorschot publiceerde vanaf 1953 de eerste vertaling rechtstreeks uit het Russisch, gemaakt door Charles Timmer. Daarvoor waren vertalingen van Russische klassiekers nogal eens gebaseerd op Engelse of Franse edities. Een nieuwe vertaling van de complete verhalen, zo’n 2500 bladzijden, kwam in de periode 2005 tot 2010 tot stand. De vertalers hiervan waren Tom Eekman, Aai Prins en Anne Stoffel. Op verzoek van Uitgeverij Van Oorschot heeft Gijs Scholten van Aschat hieruit een selectie gemaakt van 62 verhalen, ongeveer een kwart van het totale aantal. Over de overwegingen bij zijn keuze is Scholten van Aschat summier: ‘Bij mijn selectie heb ik geprobeerd al zijn verschillende stijlen en genres een plek te geven.’ Ook over de gekozen volgorde van de verhalen, die niet chronologisch worden gepresenteerd, horen we jammer genoeg niks.

Er zijn in de loop der tijd veel bloemlezingen van het werk van Tsjechov gepubliceerd. Vorig jaar verscheen er nog een selectie van de eigenzinnige vertaler Hans Boland, De beste dertig verhalen. Als je de wel erg vrije vertaling van  Boland  wat te ver vindt gaan en de complete werken te veel van het goede acht, vormt deze selectie van Gijs Scholten van Aschat een uitstekende manier om kennis te maken met het werk van deze grote Russische auteur. Want Tsjechov lezen, dat is een feest.

Aart Aarsbergen

Anton Tsjechov – De mooiste verhalen. Gekozen en van een nawoord voorzien door Gijs Scholten van Aschat. Van Oorschot. Amsterdam. 568 blz. € 35,-