Met een naam besta je meer dan zonder

Ik had het me nog voor het lezen van Morris stellig voorgenomen: ditmaal zou ik in mijn recensie niet spreken over Moeyaerts spaarzame, ingetogen omgang met woorden, zijn uitgepuurde stijl ook, waarbij veel tussen de regels te lezen valt en de auteur een onmiskenbaar appel aan de lezer doet. Maar dan blijkt Sebastiaan Van Doninck precies dat spaarzame, die ingetogen omgang met woorden ook in zijn beelden toe te passen. Op de sober vormgegeven cover zien we Morris al, een wat zorglijk kijkend jongetje in een onmetelijk sneeuwlandschap. Omgeven door veel witruimte en met uitgekiende focus op Morris’ mimiek bereikt de illustrator een sterke visuele zeggingskracht.

De reden voor Morris’ gemoedstoestand wordt snel duidelijk: tijdens een zoveelste zoektocht naar Houdini, de hond die haar naam alle eer aandoet, belandt Morris in een sneeuwstorm. Er volgt een wat bevreemdende ontmoeting met een dreigend uitziende ram, begeleid door een even woest kijkende jongen die ‘een beetje op een wild dier leek’. Als echte jongetjes tasten ze elkaars karakter af, wat resulteert in wat gratuite opschepperij, maar dat mondt al snel uit in een voorzichtige toenadering tussen twee gevoelige zielen. Ze overwinnen de heftige sneeuwstorm, schuilend onder de doornstruiken. Sebastiaan Van Doninck zorgt voor een ontroerend beeld: ook al bewaren beide jongetjes nog zoveel afstand, onder de struiken straalt een warm licht, dat hen omringt en koestert. Wanneer hun wegen weer scheiden en Morris dapper verder ploetert door een dik pak sneeuw, zorgt een onverwachte ontmoeting voor de ware climax van dit kleinood. Toegegeven, echt verrassend is deze vondst niet, want wie eerder aandachtig tussen de regels las, kon één en ander al vermoeden. Het resulteert wel in een gevoelvol einde, waarin knuffels en warmte en pannenkoeken en wafels en poffertjes en perencake voor winterse gezelligheid zorgen.

Minder dan in andere boeken van Moeyaert gaat Morris over het overwinnen van (alledaagse) angsten, dan wel over die beklemdheid (durven) ervaren en vervolgens een omgang met die innerlijke spanning zoeken. Het opzet en de plot deden me wat aan Blote handen (1995) denken, zowel qua sfeerschepping (de laatste dag van het jaar) als de ouder-kindrelatie die niet vanzelfsprekend blijkt. Ook hier vlucht Morris van een volwassene die misbruik maakt van zijn machtspositie, al voegt Moeyaert er nog een subtiele laag aan toe. Beide boeken zijn dan ook geen kopieën van elkaar, maar behandelen wel enkele kernthema’s uit Moeyaerts poëtica.

Eens te meer beklemtoont Moeyaert als veelbekroond auteur zijn sterkte als subtiel verteller. Ook nu weer blijft veel ongezegd; zo ervaart de lezer nergens waarom Morris precies bij zijn oma verblijft.

Het was het beste zo. Dat zei zijn oma.
Er waren verdrietige dingen gebeurd.

Zoals zoveel personages in Moeyaerts boeken blijkt Morris een begenadigd observator van stemmingen en gevoelens. Over Randy Pek bv., een klaploper die maar wat graag in oma’s woning vertoeft:

Wat een aardige man, dachten ze dan. Maar Morris merkte iets anders op. Dat meneer Pek hem nooit aankeek, bijvoorbeeld.

Ook elders grossiert de auteur in ronkende volzinnen en weet met weinig woorden een gehele wereld op te roepen:

Dankzij Morris had de boom wel een naam. Als iets een naam heeft, bestaat het meer dan
zonder.

Door de verdrietige dingen die gebeurd waren, had hij het sneller koud dan vroeger.

Sebastiaan Van Doninck betoont zich andermaal als veelzijdig illustrator. Waar hij in eerder werk uitgebreid experimenteerde met felle kleuren en groteske beelden, bewijst hij nu zijn vakmanschap in een klein verhaal met subtiele kleurschakeringen en veel witruimte. Je voelt haast de koude van het winterlandschap en je verdwaalt met Morris op de berg, tussen de besneeuwde dennen. Je ziet zo een eenzaam figuurtje voor je in dat desolate landschap. Met nauwelijks enkele lijnen weet hij een sprekende mimiek op te roepen, waardoor intieme portretten ontstaan. Dat vraagt vanzelfsprekend een illustrator met metier.

Morris bestaat ook als theatervoorstelling, was in eerste instantie immers ook bedoeld om tot leven te komen met Martine Tanghe als verteller en muziek door het ensemble Oxalys. Benieuwd hoe dit fijnzinnige kleinood, dat naadloos in Moeyaerts oeuvre past, op de bühne tot leven gewekt zal worden.

Jürgen Peeters

Bart Moeyaert & Sebastiaan Van Doninck – Morris. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 56 blz. € 17.99.