Antwerpen had een prachtige traditie met spraakmakende stadsdichters. Het Vlaams-nationalistische stadsbestuur dat voornamelijk uit N-VA-leden bestaat (naast drie man van de sociaal-democratische partij Vooruit en één liberaal van Open Vld) stelde een ‘pool’ van stadsdichters aan bestaande uit Yannick Dangre, Lotte Dodion, Ruth Lasters, Proza-K en Lies Van Gasse. In september maakt Ruth Lasters bekend dat ze zich terugtrok nadat een gedicht door de Antwerpse schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) geweigerd was.

De andere dichters dachten na over hun positie. Op Facebook schrijft Yannick Dangre:

Precies om dat tegen te gaan, besloten mijn collega’s en ik, ondanks de brulboeien die gretig om ons ‘solidair’ ontslag toeterden, door te gaan. Het was mijn hoop dat door deze crisis het stadsbestuur zou beseffen dat een andere omgang nodig was en Antwerpen juist met haar kunstenaars moet uitpakken in plaats van op hun vrijheden te beknibbelen. Missen is menselijk, het is nooit te laat voor zelfinzicht. Er volgde, na zeer lang aandringen, een gesprek met de schepen, die ons haar volle steun toezegde, ook al bleef Ruth Lasters persona non grata. Wel zou vierklauwens werk gemaakt worden van een nieuwe licentieovereenkomst om de contouren van het stadsdichterschap scherp te stellen.

Nu, twee maanden later, is er van een overeenkomst nog altijd geen spoor, en volgde met de schrapping van de projectsubsidies een nieuwe veldslag in de Antwerpse cultuuroorlog. Het maakt de woorden van de schepen achteraf gezien holler dan mijn oma’s kies. De splinterbom van Ruth Lasters was geen wake-upcall, integendeel, eerder het signaal om de hakken nog dieper in het cultuurafkerige zand te zetten. Kortom, het uitdoofbeleid dat het stadsbestuur jegens haar stadsdichters (en andere makers) voert, wordt vrolijk doorgezet. Het ooit zo mooie instituut is verminkt tot een lege doos waar de pestilente hete adem der afkeuring doorheen waait, en daar wil ik geen deel meer van uitmaken. Mijn geloof is verdampt dat er nog soelaas kan komen van een nieuwe overeenkomst met deze van elke artistieke vezel ontdane bewindslui. Het stadsdichterschap is alleen de moeite waard om te redden als het nog iets voorstelt. Quod non. Alle andere collega’s stappen ook op, ieder met zijn of haar eigen motivaties. Het loutere feit dat elk van ons andere redenen heeft om de handdoek in de ring te werpen, zegt eigenlijk alles. C’était l’embarras du choix.

Tja, rechts-nationalistische (en links-nationalistische) besturen en cultuur, het blijft altijd een dingetje. Vanmiddag treden de dichters voor het laatst op als collectief tijdens de Vlaamse Crossing Border.

(foto: Arnold Breker ‘Die Partei’, via Wikimedia, CC BY-SA 3.0)