De logica van het offer

Het Boek van Alle Boeken is onderdeel van een immens project van de Italiaanse schrijver/uitgever Roberto Calasso. Het laatste onderdeel, al was het maar omdat Calasso, geboren in Florence in 1941, in 2021 overleed.
Dat project komt kortweg neer op Calasso’s weergave van de mythen en verhalen van de grote religieuze tradities, een weergave op basis van zijn vaak verrassende interpretaties daarvan, op onderlinge vergelijking van die mythen en verhalen om overeenkomsten op te sporen en dat alles om inzicht te krijgen in de narratieve structuren die beschavingen hebben geschapen om de wereld te duiden.

In Het Boek van Alle Boeken gaat het om de Bijbel. Calasso beperkt zich, enkele uitstapjes naar het Nieuwe Testament ter vergelijking daargelaten, tot het Oude Testament. Daar licht hij episoden uit – over onder meer de koningen Saul, David en Salomo en over Mozes en Ezechiël, om de betekenis van het offer en van de verhouding tussen Jahweh en de mens te onderzoeken. Vanzelfsprekend gaat het dan in het bijzonder om het joodse volk, dat immers door Jahweh werd uitverkoren.

Uitverkoren zijn, het lijkt een zegen, maar Calasso wijst erop dat het een keerzijde heeft, zo bepalend dat je ook van een vloek kunt spreken. Haat en nijd van de niet-uitverkorenen zullen immers het deel zijn van het uitverkoren volk. Wat daar aan wandaden uit voortvloeit, moet weliswaar louter aan de daders worden toegerekend, maar toch: een alwetende Heer heeft de haat en de nijd, de wandaden en dus het lijden van het joodse volk voorzien.

In een radicale interpretatie van het offer en de plicht tot offeren stellen sommigen dat het lijden van het joodse volk beschouwd kan worden als offer aan Jahweh. De betekenis van het Oudgriekse woord ‘holocaust’ is brandoffer. Deze interpretatie gaat echter voorbij aan het ongewild en onbedoeld zijn ervan, ongewild en onbedoeld althans door degenen die werden geofferd. Door het een offer te noemen wordt de suggestie gewekt dat er een Heer is die op dat offer zat te wachten. Het Hebreeuws gebruikt voor de joodse genocide het woord ‘shoah’, dat zich laat vertalen als ‘catastrofe’. Ook dat lijkt trouwens een misplaatst woord, omdat het sterke associaties oproept met natuurrampen, waar niemand iets aan kan doen en ook niemand verantwoordelijk voor kan worden gehouden. Behoudens de almachtige Heer, natuurlijk.

De logica van het offer en het offeren is schier ondoorgrondelijk. Evenals de wegen van de Heer? Calasso analyseert vele Oudtestamentische offerverhalen. In chronologische zin is het eerste dat van Kaïn en Abel. De aanleiding tot Kaïns doden van Abel was immers Kaïns ziedende afgunst op Abel, wiens offergave met welgevallen door Jahweh werd aanvaard, terwijl die van Kaïn door Hem werd genegeerd.

Het Oude Testament is met betrekking tot deze eerste moord uiterst karig met woorden en geeft slechts enkele blote feiten. Calasso trekt voor zijn interpretatie parallellen met andere andere kwestieuze episoden waarin het eerstgeborenerecht wordt genegeerd of door middel van bedrog omzeild – Kaïn was de eerstgeborene van Adam en Eva. Als die parallellen inderdaad zo duidelijk zijn, zouden we te maken kunnen hebben met een narratieve basisstructuur.

Interpreterend op een ander niveau kun je je afvragen wat Jahweh’s welgevalligheid jegens Abel eigenlijk voorstelde. Abel offerde een dier van zijn kudde. Meermalen is in oudtestamentische verhalen sprake van onvolledigheid van het gebrachte offer, onvolledigheid die de toorn van de Heer opwekte. At Abel wellicht van zijn offergave? Kaïn offerde aren van het veld dat hij bewerkte, een offer dat Jahweh onverschillig leek te laten en dus ook geen toorn bij Hem opwekte. Zo bekeken wordt Abel gestraft en is Kaïn slechts Jahweh’s instrument om de straf te voltrekken. Kaïn is de man die wordt gespaard, de wijde wereld intrekt en oervader van de mensheid wordt.

Om het even welke interpretaties de voorkeur verdienen, de God van het Oude Testament is op het volkomen willekeurige af ondoorgrondelijk en wreed. De paar keer dat Calasso vooruitkijkt naar het Nieuwe Testament en Jezus (kort) aan het woord laat, lijkt Jezus te willen zeggen dat het beeld van Jahweh moet worden bijgesteld: Hij kan en mag niet zo ondoorgrondelijk en zo wreed zijn.

Het loont de moeite om bij lezing van Het Boek van Alle Boeken de Bijbel bij de hand te houden; Calasso’s verwijzingen maken het gemakkelijk om steeds de juiste passages te vinden.

Dankzij Calasso’s onconventionele aanpak, zijn vertoon van eruditie en zijn superieure stijl biedt dit boek, evenals zijn voorgaande, veel literair genot én veel stof tot nadenken. Dat laatste is een compliment, maar ook een waarschuwing: wie Calasso wil lezen, moet bereid zijn het brein flink aan het werk te zetten.

Hans van der Heijde

Roberto Calasso – Het Boek van Alle Boeken. Vertaald door Els van der Pluijm. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 432 blz. €49,99.