Sprankelend en tragikomisch debuut

Mijn moeder zegt is het debuut uit 2012 van de Deense Stine Pilgaard (1984), waarmee ze de Bodil en Jørgen Munch-Christensen debutantenprijs won. Uitgeverij Oevers bracht medio 2021 Meter per seconde uit, haar meest recente en veelgeprezen werk dat in Denemarken in 2020 verscheen.

Pilgaard voert in Mijn moeder zegt een naamloze ik-verteller op. In korte hoofdstukken maken we kennis met een jonge vrouw die net een op de klippen gelopen lesbische relatie achter de rug heeft. Haar verdriet zit diepgeworteld en maakt haar lusteloos en inactief. Om tot de broodnodige rust te komen, en omdat ze even geen woonruimte heeft, is ze met haar gebroken hart tijdelijk ingetrokken in de pastorie bij haar vader en zijn vrouw. Hij is dominee, idolaat van Pink Floyd en een gemoedelijk man. Zijn manier om zijn dochter te steunen is van praktische aard en hij biedt haar verschillende activiteiten aan om haar haar zinnen te laten verzetten.

Je kunt altijd van je vader op aan, zegt mijn vader. Ik lach naar hem. Ik probeer al rokend wat kaaschips te eten. Rook en chips schieten me in het verkeerde keelgat. Het is belangrijk om door te gaan, zegt mijn vader terwijl hij me op mijn rug slaat, om niet bij de pakken neer te zitten. Ik zeg dat ik dat morgen wel doe, maar mijn vader en zijn vrouw staan erop dat ik met ze mee naar een concert ga.

Haar opportunistische en hautaine moeder weet op een geraffineerde manier de meeste dingen ongegeneerd naar haar hand te zetten. Voor haar is het alleen maar van belang dat haar dochter naar haar vakantiehuisje komt om haar zestigste verjaardag op te luisteren. Ze heeft de neiging om dominant te zijn en het verdriet van haar dochter te bagatelliseren. ‘Mijn moeder zegt dat verlamde mensen best een goed leven kunnen hebben en dat mongooltjes lief zijn.’ Met name de dingen die haar moeder zegt, komen niet al te invoelend over, waardoor de communicatie vaak danig misloopt en er onbegrip ontstaat. Dit resulteert in bijtende moeder-dochterdialogen en kluchtige scènes.

Ze zoekt ook steun bij Mulle, haar vriendin en spindoctor. Die ‘studeert politicologie en brengt dingen graag onder in systemen en diagrammen’ en bestookt de ik-verteller met goedbedoelde raadgeving. Haar huisarts echter probeert haar, door inzicht te geven in lichaamsprocessen, duidelijk te maken hoe een individu omgaat met stress, verliefdheid, verdriet en afscheid. Hij pakt het met zijn vakjargon nogal zakelijk aan, maar echt oog voor haar emotionele situatie lijkt hij niet te hebben.

Mijn dokter zegt dat de bewuste overdracht van herinneringen van het kortetermijn- naar het langetermijngeheugen plaatsvindt in het gebied van de hersenen dat hippocampus wordt genoemd. Dat is Latijn voor zeepaardje, omdat dat deel van de hersenen de vorm van een zeepaardje heeft.

Vanuit dit idee wordt de tekst afgewisseld met hilarische gedachtestromen; intermezzo’s genaamd ‘Monologen van een zeepaardje’. Daarbij haakt ze steeds in op haar herinneringen. Vol kwetsbare zelfreflectie doet ze haar gedachten uit de doeken. Ze staat zichzelf toe in de contramine te gaan en is niet gespeend van zelfmedelijden. Door gebruik te maken van vileine, sarcastische toetsen en gepeperd taalgebruik geeft Pilgaard haar hoofdpersonage veel dynamiek.

De ik-figuur haalt veelvuldig citaten aan van onder andere dichter-bisschop Kingo, Emil Aaresstrup, een Deense arts en dichter uit de negentiende eeuw, en Henrik Nordbrandt, hedendaags Deense dichter, romanschrijver en essayist. De gemiddelde Nederlandse lezer zal ze niet (her)kennen, maar dat is ook absoluut geen must, daar de context gemakkelijk uit de tekst te halen is. Samen met de quotes die ze bijvoorbeeld uit tv-reclames citeert, begeeft ze zich in de communicatie met haar stoïcijnse huisarts regelmatig op glad ijs wanneer hij dit als dubbelzinnig opvat. Ze lijkt de consequenties van haar primaire uitlatingen pas te overzien wanneer het kwaad is geschied.

Ondanks dat de anderen haar weer op de rit willen krijgen, kan ze niet altijd rekenen op begrip. Er wordt langs elkaar heen gepraat doordat ze voornamelijk met hun eigen dingen bezig zijn. Stuk voor stuk geven ze haar welgemeende adviezen, maar benaderen haar liefdesverdriet op verschillende manieren. Dat er iets hapert in de onderlinge gesprekken is duidelijk; het levert de nodige strubbelingen op. Over haar eenzaamheid praten is niet iets wat haar gemakkelijk afgaat, maar met name in haar zeepaardjesmonologen neemt ze geen blad voor de mond. Langzaam maar zeker kruipt ze uit haar schulp, daalt haar verdriet in en wordt ze gezeglijker. En wordt wat haar moeder zegt minder belangrijk.

Het is jullie schuld dat ik schreeuw en me achterwaarts door de wereld beweeg. Dat ik geluid produceer in alles wat ik doe, dat ik struikel en frontaal tegen mensen, dingen en fenomenen op bots. […] Dat ik een spiegelbeeld van mijn gedachten ben, dat ik binnenstebuiten ben geboren, dat mijn ingewanden over de grond slepen als ik loop en bloedige sporen achterlaten op wegen, in huizen en op meubels en bedden. Dat is jullie schuld.

Mijn moeder zegt is een tragikomisch verhaal, geschreven in een sprankelende taal en is bovendien bijzonder geestig.

Marjon Nooij

Stine Pilgaard – Mijn moeder zegt. Uit het Deens vertaald door Adriaan van der Hoeven & Edith Koenders. Oevers, Zaandam. 192 blz. € 21,00.