Persoonlijk maar ook universeel

Hoewel er roman op de kaft staat, kun je bijna niet anders dan Meisje, 1983 van Linn Ullmann opvatten als een persoonlijke verwerking van een paar heftige gebeurtenissen uit haar jeugd. Zo wordt het ook op de achterflap aangegeven: ‘Linn Ullman daalt af in haar geheugen […]. Ullman vertelt over een meisje van 16 dat niet opgewassen is tegen de invloed en intimiderende vanzelfsprekendheid van mannen met macht. Een kortstondige en vooral ongelijkwaardige affaire met een dertig jaar oudere fotograaf heeft diepe littekens achtergelaten die bij tijd en wijle opspelen en pijnlijk voelbaar worden.

De zestienjarige hoofdpersoon woont in New York en is in de lift aangesproken door A., een fotograaf die haar uitnodigt naar Parijs te komen voor een fotoreportage. Het meisje dat liever door de stad dwaalt dan naar school gaat – ze ondertekent haar eigen absentiebrieven – wil dolgraag. Haar moeder, met wie ze alleen woont, raadt het haar af, maar laat haar toch gaan op voorwaarde dat ze elke avond om tien uur in haar hotelkamer is en met haar moeder belt.

Wat een feest en succes had moeten zijn, gefotografeerd worden voor bekende bladen en misschien wel ontdekt worden voor het modellenwerk, loopt uit op een tragisch en eenzaam avontuur. Ze wordt opgehaald op het vliegveld, mag heel snel haar bagage afleveren in haar hotel en moet dan direct door naar de studio. Daar heeft niemand aandacht voor haar, zeker A. niet. Die avond gaat ze met een aantal andere fotomodellen uit. Als in de discotheek blijkt dan mannen hun insinuerende opmerkingen en zelfs hun handen niet thuis kunnen houden, verlaat ze in alle haast de disco. En daar gaat het pas echt mis. Ze weet het adres niet van het hotel, alleen van de fotograaf dat ze in de haast op een papiertje heeft geschreven. Dwalend door nachtelijk Parijs vindt ze iemand die haar naar het adres van A. begeleid.

Alles was winters wit met een zweem van blauw erin. Dat weet ik nog. Het was midden in de nacht, ik was de tijd kwijt, mama was nog wakker, maar ver, ver weg, in een andere tijdzonde, ze had gebeld en gebeld, urenlang, en geen antwoord gekregen, dat wist ik heel zeker, ze had gesproken met de dame in de receptie, in hakkelend Frans gevraagd of zij een meisje had zien terugkeren nadat ze die ochtend had ingecheckt. Ik wist het adres van het hotel niet. Of de naam. Dat was ik vergeten op te schrijven. Hoe dom kun je zijn?

Op verschillende plekken in het boek komt dit moment voor, het buiten lopen, in de nacht, zonder dat ze weet waar ze naartoe moet. En ook de vraag wat er was gebeurd als ze het adres van het hotel wel had gehad. Was het dan anders gelopen? Was het dan niet misgegaan? Vaak leg je de schuld voor misstanden bij jezelf, je gaat op zoek naar het moment dat je de verkeerde weg in sloeg.

Verbaasd opent A. midden in de nacht de deur en laat haar binnen. Ontheemd en dakloos heeft ze nu een onderkomen gevonden. Ze kruipt bij hem in bed en laat zich verleiden waarbij ze verder gaat dan ze eigenlijk zou willen. Gedreven door verlangen, lust en angstige eenzaamheid. En eenmaal in die situatie lukt het haar niet uit bed te stappen. Pas toen hij klaar was, ging ze naar de badkamer om op de koude tegels te gaan zitten en over te geven.

Ze keert onthutst terug naar New York, maar blijft contact zoeken met A., die daar ook weer rondhangt. Als ze een afspraak denkt te hebben, zit er een andere man op haar te wachten die haar zover krijgt bij hem op schoot te komen zitten en haar vervolgens schaamteloos betast. Ullmann laat goed zien dat het niet eenvoudig is je te verzetten op die leeftijd, zeker niet als je iets wilt bereiken, iets goed wilt maken of gewoon niet opgewassen bent tegen oudere mannen die net doen of het doodnormaal is wat ze doen.

Het verhaal springt door de tijd, van de periode als klein kind voor 1983 tot haar leven als volwassen vrouw in Oslo. Maar 1983 springt steeds met haar mee en laat haar niet los. ‘Door op te schrijven wat er gebeurde, door het verhaal zo waarachtig als ik kan te vertellen, probeer ik ze in één lichaam te verzamelen – de vrouw uit 2021 en het meisje uit 1983. Ik weet niet of dat mogelijk is.’

Juist door de heldere taal die Linn Ullmann gebruikt, wordt alles beschreven zoals het is gegaan. Geen overdrijvingen, geen grote emoties, ze probeert zo dicht mogelijk bij de beleving te blijven van toen. Ergens citeert ze een journalist die wil praten over haar boek, over wat waar is en wat fictie. Maar die grens is er niet, dat wat er in haar hoofd zit, is waar gebeurd. Door over een meisje te schrijven van 16 en het perspectief te laten wisselen tussen ‘ik’ en ‘zij’ probeert ze afstand te nemen, het los te laten en tegelijkertijd blijft het een onderdeel van haar leven. ‘De vrouw die zichzelf in de eerste persoon omschrijft ben ik, en ben ik niet.’

Een knap verhaal dat zowel ontzettend persoonlijk is maar ook universeel. Waarbij het niet over schuld gaat, maar wel over impact en consequenties. En over grip krijgen op gebeurtenissen van lang geleden. Lezen dus, deze roman.

Arjen van Meijgaard

Linn Ullmann – Meisje, 1983. Vertaald door Lucy Pijtersen. De Geus, Amsterdam. 256 blz. € 23,99.