De wereld in via de boekwinkel

Toen in 2012 de Arabische Lente in een deceptie eindigde, was de stemming onder de bevolking van Egypte af te lezen aan de verkochte titels in de boekwinkels van Diwan, schrijft Nadia Wassef in Mijn boekhandel in Caïro. Zij begon tien jaar eerder met haar zus Hind en hun goede vriendin Nihal de eerste moderne boekwinkel van het land. Drie jonge vrouwen die een culturele onderneming beginnen, daarmee dwars ingaand tegen de patriarchale islamitische cultuur in Egypte, dat was nog nooit vertoond. Haar boek, met Oxfam Novib als co-uitgever, is een aansprekend voorbeeld van een veranderende wereld.

In deze tijd een boekwinkel beginnen is hier al een gedurfde onderneming, maar in het in de beginjaren van Diwan in diepe crisis verkerende Egypte helemaal. Zonder enige kennis van het ondernemerschap of de branche stortten de drie vrouwen zich in het avontuur van de boekwinkel, die uitgroeide tot een keten met tien filialen.

Gemakkelijk was het allerminst, laat Nadia Wassef doorklinken, maar wie zich ergens bij betrokken voelt, weet van geen ophouden. Door hun benadering kwam niet alleen de wereld naar Egypte, maar kreeg ook Egypte weer een plaats in de wereld. Juist de lezende klanten van Diwan voelden zich na het mislukken van de Arabische Lente dan ook niet volkomen gedesillusioneerd. Ze gingen boeken kopen, die de op dat moment heersende geest weerspiegelde: over spiritualiteit, misschien om de ontgoocheling een beetje te neutraliseren, maar vooral uitgaven ‘waarin wordt uitgelegd hoe je je verlangens moet verwezenlijken met pure wilskracht’.

Wassef laat er geen misverstand over bestaan dat ze eigenlijk helemaal niet houdt van zelfhulpboeken, aangezien die simpele antwoorden menen te kunnen geven op complexe problemen, wat per definitie onmogelijk is. Liever leest ze confronterende literatuur:

In mijn ogen signaleert, ontleedt en bevraagt een goed boek onze vooroordelen zonder ons nieuwe aan te praten.

Wat daarbij zeker meespeelt is dat Wassef twee masterdiploma’s op zak heeft na studies in Londen en Caïro en daarmee een andere kijk op de maatschappij heeft dan de doorsnee Egyptenaar. Naast Arabische en Engelstalige boeken, kozen de drie vrouwen ook voor een aanbod in Frans en Duits. Kom daar in Nederland nog eens om, denk je dan meteen. Het tekent de gedrevenheid, die misschien wel elke echte boekhandelaar drijft.

In de eerste vestiging, door de vrouwen moeizaam door de tegenwerkende Egyptische bureaucratie geloodst, komt meteen ook een café, niet alleen voor koffie en zoetigheden, maar vooral voor gesprek en discussie. Heel anders dan de boekwinkels die er voordien waren:

Voor Diwan bestond, had je in Egypte drie soorten boekhandels: het soort dat (op bedroevende wijze) door de overheid werden gerund, het soort dat bij een bepaalde uitgeverij hoorde en lokale winkeltjes waar vooral kranten en kantoorartikelen werden verkocht.

Ergens schrijft ze dat veel winkeltjes haar nog het meest aan graftombes deden denken. Er viel dus heel veel te verbeteren: in aanbod, in presentatie, in personeel. Van het bestaan van ISBN-nummers had lange tijd nog nauwelijks iemand gehoord. Concurrentie kwam er pas, toen de Diwan-formule leek te werken door een mix van Egyptische klassiekers en internationale namen. Digitalisering was lange tijd iets van elders, maar brak toch door, zij het met een uiterst belangrijke kanttekening:

Tien jaar voorspelden experts dat fysieke gebonden boeken uit zouden sterven. Nu jubelen diezelfde experts dat de onafhankelijke boekhandel een comeback maakt. Om het boek heen is alles inmiddels gedigitaliseerd, van de productie tot de verkoop, maar papier en inkt houden stand.

Mijn boekhandel in Caïro is echter vooral het verhaal over wat mensen, specifiek vrouwen, allemaal kunnen bereiken met een doel voor ogen. Nadia Wassef, inmiddels opgenomen in de Forbes-lijst van tweehonderd machtigste vrouwen van het Midden-Oosten, schuwt het persoonlijke in haar verhaal niet. Haar soms wat al te grote perfectionisme, haar relatie tot Hind en Nihal, haar personeelsleden, haar moeder, haar twee exen, alsmede haar zwangerschappen. En komt ze er even niet uit, dan wendt ze zich al pratend tot de winkel, die ze als een persoon beleeft, en de boeken.

De hoge eisen die ze stelt aan zichzelf, stelt ze ook aan haar (geüniformeerde) personeel. Wie zich niet volledig inzet of een scheve schaats rijdt, vliegt er onherroepelijk uit. Ook wie als medewerker zelf met ontslag durft te dreigen als Wassef haar toon niet matigt, kan zijn biezen pakken. Ze realiseert zich zelf ook hoe meedogenloos ze kan zijn, maar wie beter kijkt naar de uiterst lastige omstandigheden waaronder Diwan moet functioneren, kan niet anders dan daar wel enig begrip voor te hebben. 

Een succesverhaal bestaat uiteraard niet uitsluitend uit jubelmomenten. Mijn boekhandel in Caïro is geen uitzondering op die regel. Zo’n keten opbouwen vraagt veel van iedereen, dat blijkt telkens opnieuw als de politieke en maatschappelijke omstandigheden weer veranderen en de financiële situatie geregeld penibel wordt. Maar inventiviteit, zoals een seizoensfiliaal aan de kust, helpt Diwan uiteindelijk te overleven. Overigens zonder Nadia, want die keerde met haar twee dochters terug naar Londen, waar ze moest vaststellen dat de boekenmarkt in het Verenigd Koninkrijk op geen enkele manier te vergelijken valt met die in Egypte.

André Keikes

Nadia Wassef – Mijn boekhandel in Caïro. Vertaald door Lette Vos. De Geus, Amsterdam / Oxfam Novib, Den Haag. 264 blz. €22,50.