Is dit een aanknopingspunt?

Raadselachtigheid in thrillers is, met de nodige voorbehouden, anders dan in literaire romans. Er moet een puzzel opgelost worden, dat is nu eenmaal het werk van rechercheurs en andere misdaadoplossers. Alle andere aspecten verdwijnen daardoor gemakkelijk wat meer naar de achtergrond. Mengvormen zijn tamelijk zeldzaam, maar Verre vriend van Max Temmerman kun je zo wel karakteriseren. Of die ‘razend spannend’ is, zoals de flap beweert, is de vraag, maar een volbloed thriller is deze roman dan ook niet.

Jack is transporteconoom. Geen werk dat je baantje zou noemen, toch leidt de protagonist een opmerkelijk kalm bestaan in een gerieflijk huis, met een aantrekkelijke partner aan zijn zijde en een hond die Hond heet. Jeugdvriendinnetje Sophie werd zijn vrouw. Zij werkt bij een bibliotheek. In een thriller zou dat waarschijnlijk een cruciaal aanknopingspunt zijn, in Verre vriend is dat niet het geval. Sophie is niet alleen mooi, maar ook sprankelend en intrigerend, een goede thuiskok en ook nog eens intellectueel. Temmerman besteedt op zeker moment een heel hoofdstuk aan superlatieven over Sophie.

Sophie was teruggekeerd en dat rook, hoorde en zag hij aan alles. Het huis scheen te vibreren als een fata morgana in een woestijn. […] Buiten scheen de avondzon maar het meeste licht kwam uit huis, het was een wedstrijdje in hoopvolheid, ze zouden de oprukkende lente buiten in stralende helderheid overtroeven.

Niettemin is er in Verre vriend ook alle ruimte voor Jacks getob, zijn cafébezoek, de rol van Hond, de oevers van de Schelde in Antwerpen en wat al niet. Waar moet dit heen? Temmerman schrijft veel uit, neemt de lezer graag bij de hand en ontpopt zich daarmee eerder tot thrillerschrijver dan als auteur met literaire intenties. Er komt een nieuwe buurman, Carl, die hem aan een oude vriend en zielsverwant herinnert en toevallig net zo’n oude Mercedes rijdt als Jacks grootvader hem ooit cadeau deed. Aanknopingspunt?

Meer dan het halve boek gaat voorbij met een opeenvolging van niet erg verrassend geformuleerde alledaagse filosofietjes en kleine observaties, aangevuld met Jacks stellige overtuiging dat hij van een rimpelloos en kalm bestaan houdt:

Jack was opgetrokken uit gematigdheid, hij bevond zich tot zijn grote voldoening ongeveer in het midden van een gezond, lang en hopelijk aanhoudend weldadig saai leven.

Knap lastig voor iemand die als broodwinning de cruciale verkeersbewegingen in een stad als Antwerpen moet stroomlijnen en vormgeven. En nieuwe buurman Carl, een vrijpostige, naar eigen zeggen binnengelopen beleggingsadviseur, heeft al niet minder tijd om het op een zuipen te zetten in de kroeg. Ook heel veel vrije dagen heeft Sophie, die zich langdurig zit te bezinnen in een kloosterlijke retraite in Nederland. Jack snapt dat niet, maar ze is oud en wijs genoeg.

Gebeurt er nog wat? Ja zeker, als de roman bijna uit is, valt in ieder geval een deel van de eerder voorbijgekomen ‘aanknopingspunten’ wel heel plotsklaps op z’n plaats. En dat is dat. Puzzel opgelost. Maar of Verre vriend daarmee bevredigend eindigt is een tweede. Ondanks de ongetwijfeld als diepzinnig bedoelde mijmeringen over het menselijk tekort, kan deze rommelige roman niet overtuigen.

De veelheid aan onuitgewerkte voorvallen in Jacks kleine bestaan, de dunne personages en de onevenwichtige constructie zullen zowel literaire lezers als thrillerliefhebbers teleurstellen. En terwijl in het hoofdverhaal wel heel veel uitgesproken en verklaard wordt, vraagt de cryptische proloog nu juist om een bijsluiter.

André Keikes

Max Temmerman – Verre vriend. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 188 blz. €22,99.