Gare du Nord, een dinsdagochtend in februari. De komende dagen staat Parijs op het menu. We schuimen met onze dochter door de straten, over boulevards, oriënteren ons op oude nieuwe bakens, vertragen de pas op zoek naar het tempo van de stad. Op de Pont des Arts staan we stil. De stad zingt. Dochter weegt er een bosje vastgeklonken slotjes, tuurt over de Seine en velt na twee uur een eerste verdict: ‘Parijs is een beetje de stad van alles.’