Het stoere van Starum zat hem voor mij in de maat. Dan liepen we met onze Kolibri de oude Vissershaven binnen, legden aan langs een Staverse jol, togen het stadje in. Staveren, zei mijn vader altijd, met de klemtoon op sta. Stavoren was nieuwe taal. Minder sterk. Ooit was dit een succesvolle middeleeuwse Hanzestad. Ik kreeg de paar huisjes in het gras achter de dijk er nooit mee gerijmd. Mijn verbeelding loste dat op: de echte stad ligt verzonken buitengaats.