Verhuizen is me wat

Veel schrijvers hebben het graag over schrijvers. Enigszins of zelfs sterk gelijkend op het leven van de auteur zelf. En daarbij niet zelden over een vorm van writer’s block, het verschijnsel dat je ook gebrek aan inspiratie of zelfs motivatie zou kunnen noemen. Boudewijn Smid is schrijver en journalist en journalisten leveren altijd en ook nog op tijd. Toch is Bob Beerhorst, de protagonist van Smids roman Huis Vrede Breuk, een schrijver die al voor zijn debuut verschijnt tot weinig kan komen.

Zo’n blokkade heeft natuurlijk een oorzaak. Bij Beerhorst is het de verhuizing van een luxe appartement in het centrum van Amsterdam naar een kluswoning met tuintje aan de stadsrand. Een bijkans levensontwrichtende keuze, begrijpt ongetwijfeld iedere rationeel denkende Amsterdammer, want is er waarlijk leven mogelijk daar zo griezelig dicht bij ‘de ring’, waarbuiten je natuurlijk nog niet dood gevonden wilt worden?

Welzeker, dat blijkt te bestaan in de vorm van opdringerige volkse buren, sinistere passanten met vieze hondjes en conflictzoekende hangjongeren. Kortom, de weldenkende binnenstadsbewoner moet wel weten waar hij aan begint. En dat heeft Beerhorst, getrouwd met een vrouw die ook iets hoogcultureels doet en vader van twee het gymnasium bezoekende, onberekenbare pubers, kennelijk onvoldoende gedaan. Iedereen past in die onherbergzame buitengebieden in een hokje, zo ook de onnozele buurman:

Bokman maakt een afwerend gebaar. ‘Die wetenschappers die zeggen maar wat. Die weten helemaal niks. Er gaat een hoop centen naar toe, maar wat ontdekken ze nou echt? Nou, noem eens iets? Ja, zwarte gaten, maar zitten wij daarop te wachten? Op weer een nieuw zwart gat?

Het wordt een heel gedoe om de opknapwoning met hulp van een ‘autodidactisch architect’, type handige jongen, en een busje stereotiepe Polen op tijd en binnen het budget uit te breiden en bewoonbaar te maken. Terwijl de schrijver in spe, die al een onwaarschijnlijk hoog voorschot ontving voor nota bene zijn debuutroman, die ‘darwinistisch’ moet heten, erg gemakkelijk naar de fles grijpt.

De selecte groep Amsterdammers die ook wel eens overweegt een luxueus appartement in het oude centrum te verruilen voor een opknappertje in Overamstel, zal zich mogelijk herkennen in de lokale woonsituatie. Dat neemt niet weg dat de verhuis- en verbouwzorgen juist weer zo triviaal zijn, dat ze niemand zullen verbazen. Louche aannemers, onbetrouwbare bouwvakkers en bemoeizuchtige buren tegen een achtergrond van echtelijk gekibbel, opstandige pubers en geldzorgen, heb je werkelijk overal. Die elementen bij elkaar brengen levert weinig spannends op.

Smid schrijft gemakkelijk, mogelijk door zijn journalistieke achtergrond, maar dat wreekt zich in oppervlakkige en gemakzuchtige formuleringen. Of grappig bedoelde lelijkheid: ‘De ochtend staat nog in de kinderschoenen’. Opvallend vaak ook halen mensen tijdens korte dialoogjes hun schouders op. De excentrieke personages, huisarts Theodoor van Sprengel, die er weinig opzienbarende filosofietjes op nahoudt, en de seksbeluste zelfbenoemde architect Geert, maken deze roman al evenmin overtuigender. Van Sprengel, hoewel beschikkend over een smartphone, lijkt wel weggelopen uit een jaren dertig-detective – als hij er even niet is liggen er zowaar lakens over zijn meubels!

Smids alter ego Bob werkte, voor hij zich aan zijn debuutroman ging zetten, op de afdeling Taal en Cultuur van een Voskuil-achtig Bureau, zoals Smid zelf bij het reëel existerende Meertens Instituut werkzaam was voor hij besloot als schrijver verder te gaan. Het werken op zo’n plek lijkt dus geen garantie voor een onvergetelijke roman. Huis Vrede Breuk is niet veel meer dan een met vlotte pen opschreven verloop van een wat ongemakkelijke verhuizing.

Zo’n herkenbare alledaagse gebeurtenis had inhoudelijk natuurlijk best genoeg kunnen zijn, maar dat vraagt wel om een geraffineerder benadering, graag met de noodzakelijke ironie. Er gebeurt nu weliswaar van alles, maar het zijn koddige incidentjes op een rij zonder al te doordachte ontwikkeling. En zelfs Bob krijgt zo weinig diepgang dat zijn leed je uiteindelijk volkomen onverschillig laat.

André Keikes

Boudewijn Smid – Huis Vrede Breuk. De Arbeiderspers – Amsterdam / Antwerpen. 288 blz. €22,99.