Een subtiele Houellebecq

Is de hoofdfiguur uit Michel Houellebecqs nieuwste roman Vernietigen, Paul Raison, inderdaad de redelijkheid zelve? Zijn leven is efficiënt ingericht, vooral gericht op zijn werk als rechterhand van de minister van Economische Zaken Bruno Juge, die ‘meer dan wie ook de economische heropleving door middel van vooruitgang, industrie en technologische modernisering’ belichaamt. Met zijn liefdesleven gaat het niet best, maar Paul en zijn vrouw Prudence hebben zelfs hun mislukte huwelijk kunnen stroomlijnen: ze leven gescheiden in hetzelfde appartement met eigen kamers, koelkastcompartimenten en leefritme, waardoor ze elkaar al jarenlang niet of nauwelijks zien.

Paul is, kortom, een typisch Houellebecqiaans personage. Een succesvolle carrière met een zeker maatschappelijk aanzien neemt niet weg dat zijn leven zich in eenzaamheid en betrekkelijk vreugdeloos voltrekt. Hij is daarmee een product van de moderne, liberale samenleving, zoals Houellebecq deze al sinds zijn debuutroman De wereld als markt en strijd verbeeldt: een individualistische samenleving, waarin de mensen zich niet langer verbonden weten, maar zich tot elkaar verhouden als concurrenten in een strijdperk dat zich niet beperkt tot de economie – de maatschappelijke, professionele wereld – , maar ook het domein van de liefde – de privéwereld – beheerst. Het leidt bij Houellebecq steevast tot ongelukkige mannen die een gebrek aan liefde ervaren.

Terwijl de Franse presidentsverkiezingen van 2027 naderen, wordt de wereld opgeschrikt door een reeks dreigende deepfakevideo’s en aanslagen. De geheime diensten staan voor een raadsel: de daden worden niet opgeëist en waartegen ze gericht zijn blijft onduidelijk. Houellebecq lijkt er plezier in te hebben gehad te suggereren dat uiteenlopende ideologieën als katholieke extremisten, de deep ecology-beweging, rechtsextremisten en satanisten misschien meer met elkaar gemeen hebben dan de aanhangers ervan lief zal zijn. Maar de raadselachtige aanslagen brengen aanvankelijk vooral zijn romanwereld op spanning: staat de vernietiging van de westerse wereld op stapel?

Dus de wereld nam op dit moment een ander aanzicht aan, dacht Paul. Over het algemeen blijft het aanzicht van de wereld stabiel, alles gaat gewoon zijn gangetje; maar soms, heel zelden, vindt er een gebeurtenis plaats. Hetzelfde, dacht hij in algemenere en vagere termen, geldt voor mensenlevens.

Precies zo’n gebeurtenis in het persoonlijke leven staat Paul te wachten, of beter: twee zulke gebeurtenissen. Eerst is het zijn vader die een herseninfarct krijgt, waarna hij verlamd en slechts beschikkend over zeer minimale communicatieve vaardigheden voortleeft. Het dwingt Paul zich samen met zijn broer en zus om hun vader te bekommeren; rampspoed leidt hier tot het aanhalen van de familiebanden, een nadering die zelfs een belofte van liefde lijkt in te houden. Een van de hoogtepunten hiervan is de reddingsoperatie die wordt opgezet om Pauls vader uit het verzorgingstehuis te halen waarin modern management en efficiency goede zorg in de weg staan – Houellebecqs kritiek op de Franse gezondheidszorg is ondubbelzinnig.

Ook tussen Prudence en Paul komt een nadering op gang: zij vraagt naar de toestand van zijn vader, ze lopen samen op naar hun werk, Prudence gaat mee op bezoek bij zijn vader; zelfs hun gezamenlijke seksleven komt op gang. Deze hervonden liefde komt in een stroomversnelling als Paul de onheilstijding ontvangt: zijn kiespijn blijkt kanker. Hier slaat het boek om. Paul legt zijn werk neer, de naderende verkiezingen en de terroristische dreiging verdwijnen naar de achtergrond van de vertelling, en op de voorgrond treden Pauls ziekte, de familierelaties en de liefde met Prudence.

De beschrijving hoe de omgang met de vernietigende krachten die zowel Paul als zijn vader treffen leidt tot een heropleving van de liefde, zowel in de familie als in Pauls huwelijk, vormt het hoogtepunt van het boek. Er zijn enkele schitterende scènes, zoals die waarin Paul in stilte met zijn vader uit het raam kijkt en ze elkaar dichter genaderd lijken dan ooit, en Houellebecq stelt de vraag wat er nodig is voor een gelukkig leven (‘Als zijn vader een stijve kon krijgen, als hij kon lezen en kon kijken naar de beweging van de bladeren in de wind, dacht Paul, dan ontbrak er absoluut niets aan zijn leven’). De dood vormt de horizon waartegen de mensen weer oog voor elkaar kunnen krijgen, lijkt Houellebecq te zeggen, en er is een duidelijke parallel met de terreur die de wereld treft; door de politieke verhaallijn naar de achtergrond te verplaatsen, houdt hij de vraag open of ook de samenleving deze weg kan gaan, al lijkt er weinig hoop:

Familie en echtverbintenis, dat waren de twee overblijvende polen waaromheen het leven van de allerlaatste westerlingen in die eerste helft van de eenentwintigste eeuw was georganiseerd. […] De liberale doxa bleef het probleem negeren, vervuld van het naïeve geloof dat winstbejag elke andere menselijke motivatie kon vervangen en in zijn eentje de mentale energie kon leveren die nodig is om een complexe sociale structuur in stand te houden. Dat was duidelijk onjuist, en het leed voor Paul geen twijfel dat het hele systeem met een enorme klap ineen zou storten, zonder dat tot dusver duidelijk was wanneer en hoe dat zou gebeuren – maar het moment kon nabij zijn, en de manier waarop heftig.

Zoals al Houellebecqs werk ademt Vernietigen scepticisme tegenover de moderniteit met haar geloof in vooruitgang, rationalisering en humanisme. Houellebecq ziet daarentegen een individualistische wereld waarin de mens op zichzelf is teruggeworpen. Toch is hij juist hierin weleens overtuigender geweest. In Vernietigen vindt de maatschappijkritiek vooral in terzijdes en opmerkingen van de personages plaats; het politieke verhaal ontstijgt nooit het niveau van een politieke whodunnit. Zoals de familie Raison zich op het familielandgoed uit de moderne wereld op zichzelf terugtrekt, zo lijkt Houellebecq zijn blik ook meer op het persoonlijke leven van zijn personages te richten, met minder aandacht voor hun verwevenheid met de wereld om hen heen – iets waar Houellebecq normaal juist in uitblinkt. Maar in de enclave die hij zo schept weet hij momenten van schoonheid en ontroering te bereiken, en de manier waarop hij zich opnieuw heeft weten uit te vinden, mag worden geprezen. Vernietigen mag daarmee niet Houellebecqs meest krachtige werk zijn, misschien is het wel zijn subtielste.

Remco Nieberg

Michel Houellebecq – Vernietigen. Vertaald door Martin de Haan. De Arbeiderspers, Amsterdam. 572 blz. € 29,99.

Lees ook de recensie van Daan Pieters over het Franse origineel.

(foto: Twitteraccount Boekhandel De Kler)