Reiziger met talent voor de dingen

‘Kijk, zeggen de mensen op straat tegen elkaar, daar lopen twee reizigers met talent voor de dingen’. Het zijn woorden uit een brief van W. in de debuutroman met die naam van Tiemen Hiemstra. W. is de beste vriend van Olaf en kunststudent Hilde is een vriendin van beiden. Drie mensen, maar één zo ongrijpbaar en tegelijk fascinerend, dat de andere twee niet zonder hem menen te kunnen. Toch is dat wat er gebeurt.

W. is zo’n jongen, waar je er op elke school vaak wel een van hebt. Duidelijk anders dan de anderen, wat tegendraads, artistiekerig, aantrekkelijk voor iedereen, iemand om bij te willen horen, op welke manier dan ook. Olaf herkent in W. een soulmate, met wie hij kan communiceren zonder zijn mond open te doen. Het optrekken van een wenkbrauw of een trekking van de mond kunnen genoeg zijn voor welhaast onstuitbare, hysterische lachbuien. W. is iemand die lijkt te denken wat ook hij denkt. En bovendien die opvattingen nog eens weet te verwoorden zoals hij dat zou willen.

Tiemen Hiemstra, in 2010 winnaar van de landelijke finale Taal van Kunstbende, groeide op in Groningen, studeerde, woont en werkt in Antwerpen en publiceerde eerder verhalen in Tirade en nY en op Hard//hoofd. In zijn debuutroman verwerkt hij in vrije fictie zijn eigen (Groningse) ervaringen, die moeiteloos ook binnenkomen bij anderen die jong zijn of dat ooit waren. Want wat is er eigenlijk veranderd sinds de tijd toen de babyboomers nog jong waren? Het voelen van intense verbondenheid met een hartsvriend en met hem, al drinkend, blowend, grappend en ook wel twijfelend, nieuwe wegen hakken.

Fuck mensen die iets willen beleven op hun reis, weet je wel. Fuck mensen die zichzelf willen leren kennen. Fuck mensen die in contact willen komen met andere culturen. Gewoon soepel door een nieuw decor bewegen en voor de rest dezelfde dingen doen die je thuis ook zou doen. Lezen, drinken, eten, nagels knippen, sokken wassen wanneer de schone op zijn, zijn.

Hiemstra springt heen en weer in de tijd vanaf het eerste begin, als duidelijk is geworden dat W. met onbekende bestemming is vertrokken, Olaf en Hilde zonder de geringste boodschap achterlatend. Er is gevoel van ontzetting – we waren toch vrienden? –, ontkenning en drang om in actie te komen. Tegelijkertijd herinnert Olaf zich geregeld hoe geweldig de tijd met W. was. Die hilarische stukjes geschiedenis, inclusief achtergelaten digitale sporen, weefde Hiemstra door de nieuwe realiteit heen, waardoor zijn roman heerlijk springerig en luchtig blijft. Trouwens ook letterlijk luchtig door niet zuinig te zijn met geheel lege bladzijden en tijdsaanduidingen op verder maagdelijke pagina’s.

De kleine roman W. voelt als een ode aan de vrijheid, aan reis- en onderzoekslust, zoals je die het sterkst voelt tijdens en direct na je studietijd; de magische jaren. Werkelijk alles kan het begin van iets levensbepalends worden:

Voor de spiegel probeerde ik een nieuw kapsel uit. Met een kam trok ik mijn haar naar achter, maar daarvan ging het bol staan. Ik liet het bij het oude, sprong op mijn fiets en snelde naar de brug

Het hoeven geen grote ervaringen te zijn om toch zo veel indruk te maken dat ze een leven lang meegaan. De running gags over Jaap Stam bijvoorbeeld, de gesprekken over ‘het onkenbare’ met de wat excentrieke filosofiedocent Henk Staartjes en de overnachtingen in een klooster. Olaf denkt niet meer zonder W. te kunnen, verder te leven zonder dat aangename ongerichte studentengedrag, maar de tijd denkt daar natuurlijk anders over. Hiemstra laat de donkere kant van al die opgewekte avonturen daarbij steeds danig doorklinken en construeerde ook nog een fraai surrealistisch slot.

André Keikes

Tiemen Hiemstra – W. Das Mag, Amsterdam. 222 blz. € 22,50.