‘In ieder van deze woorden hurk je neer’

Bijzonder fraai uitgegeven in zwart, rood en wit is de nieuwe roman Net echt van Saskia de Coster: een craquelé stukje hoofd met oog op de voorkant van het omslag, op de achterkant alleen het citaat ‘Begin nu. Leg je scherven bij elkaar. Ga het huis binnen’. Aan de binnenkant vind je afwisselend zwartgedrukte hoofdstukken op witte bladzijden en witgedrukte intermezzo’s op zwarte bladzijden: een vormgeving die – eindelijk zonder reclame! – nieuwsgierig maakt en uitnodigt om inderdaad ‘dit huis’ binnen te gaan, op je hoede voor scherven.

Het is inderdaad alsof je de verschillende kamers van een mysterieus huis betreedt: de hoofdstukken zijn in wisselend perspectief geschreven vanuit vader Max, moeder Manon en dochter Noah. Doordat het negentiende-eeuwse herenhuis in de Blauwstraat, ‘een van de vele kronkelende straten van Borgerhout, straten die als scheepstouwen neergegooid zijn aan de oevers van de Schelderivier’, een belangrijke rol speelt in deze roman, voelt het extra alsof je je in een huis bevindt.

De intermezzo’s op de zwarte bladzijden zijn wat mysterieuzer. Het is de verteller zelf – toch liever niet een op een te verwisselen met de auteur – die reflecteert op het schrijfproces, waardoor de suggestie gewekt wordt dat het verhaal wel degelijk voortkomt uit het eigen leven van deze verteller en niet zomaar verzonnen is. Het is een interessante opbouw, zeker in deze tijd waarin het grote publiek het liefst kiest voor boeken die waargebeurd zijn, de al dan niet literaire non-fictie. De verteller geeft een inkijkje in de keuken van de schrijver:

Verbeelding bestaat niet. Het is een leugen om het genie van de grote schrijver te bewijzen, dat fabelachtige sprookjeswezen dat vanuit het niets iets kan creëren.
Verbeelding is een illusie. Alles is er al. Je legt het bij elkaar, je herschikt en zoekt. Je zaait je ervaringen uit over het verhaal, ze gaan ergens liggen tussen je woorden. Door een verhaal zie je de contouren van een ander, je ziet die beter dan die van jezelf.

Niet alleen voor de lezer is het alsof hij het huis betreedt, kennelijk ook voor de schrijvende verteller. Vroeger bouwde je ‘een boomhut om in te schuilen, en later huisjes om in weg te duiken met je schriften. Nu ben je volwassen en schrijf je. In ieder van deze woorden hurk je neer. Begin nu. Leg je scherven bij elkaar. Ga het huis binnen.’

Het gezin van Max, Manon en Noah heeft allerlei overeenkomsten met het oude, statige herenhuis: van een afstand heeft het allure, maar van dichtbij zie je de barsten en onvolkomenheden in het fundament. Zoals het huis vervalt, valt ook het gezin heel langzaamaan uiteen. Max is architect, maar zegt zijn baan op, om onafhankelijk te zijn. In het oude herenhuis wil hij niet te veel aanpassen, omdat het huis ook zijn eigenheid moet bewaren. Hij is veel thuis en krijgt een geheime relatie met de buurvrouw. Manon is jurist, maar zet haar eigen bedrijf op. Noah krijgt een bijzondere relatie met het meisje Pixie dat bij een ongeluk haar arm verloren is. Aan de altoos klemmende voordeur kunnen veel betekenissen gegeven worden.

Doordat de schrijver-verteller in de zwarte episodes het verhaal over Max, Manon en Noah steeds onderbreekt, word je aan het denken gezet over het schrijfproces en de verhouding tussen schrijver en personages, want waar komt inderdaad die magische verbeelding vandaan? Schrijven werkt therapeutisch: vanaf een afstand kun je naar de verschillende personages kijken die allemaal een stukje van jezelf vertegenwoordigen.

De intermezzo’s maken het verder niet per se opzienbarende familieverhaal gelaagd en brengen het op een hoger plan: ieder gezin heeft zijn duistere kamers met hoekjes waar je liever niet te veel komt, familiegeheimen, aan de oppervlakte craquelé dat je beter niet te dicht kunt naderen, en spiegels waarvan je je afvraagt of je jezelf nog wel zo scherp ziet. Kortom, Net echt is een huis waarin je na langere tijd enigszins vervreemd ronddwalen jezelf tegenkomt en je afvraagt: wie zijn wij nu eigenlijk echt?

Dietske Geerlings

Saskia de Coster – Net echt. Das Mag, Amsterdam. 278 blz. € 23,50.