‘En daarom juist blijft hij in potlood denken’

Misschien kun je inderdaad wel zeggen dat alles over liefde gaat in de nieuwe bundel Dat alles over liefde gaat van Bart Moeyaert, met zijn mooiste gedichten, uitgekozen door Ester Naomi Perquin, Dichter des Vaderlands van 2017-2018. Niet dat het allemaal liefdesgedichten zijn, maar bijna alle gedichten van Moeyaert hebben wel met de liefde te maken: voor de ander, voor de wereld om ons heen, voor het leven. En dan zeker niet alleen de mooie kanten van de liefde, maar ook de stroeve en ingewikkelde. En als voorafje is daar het prachtige ‘bij wijze van voorwoord’ van Perquin, waaruit dan ook weer zoveel liefde spreekt: voor de poëzie van Moeyaert.

De essentie van Moeyaerts poëzie zit volgens Perquin in het terloopse gebaar, het haast achteloos creëren. Daarin komt het wezenlijke naar voren. Ook haar eigen keuze is een momentopname. Er was geen vooropgezet plan, ze zette kruisjes bij de gedichten die aan haar bleven kleven. Zo gaat dat. Natuurlijk kun je achteraf mooie verantwoordingen schrijven, maar eigenlijk komt in die eerste intuïtieve keuze al het moois al bovendrijven. Moeyaert zelf beschrijft dat mooi in het gedicht ‘Kies’ waarin de dichter wordt beschreven als iemand die niet nabauwt. Zo’n houding vraagt moed. Toch ‘houdt hij niet van vlekken maken, / maar als het bot moet / stelt hij dingen scherp / zodat het snijdt.’ Hij weet dat er naast zijn hart een stem blijft jeuken en hij weet ook hoe snel je een fout maakt:

En daarom juist blijft hij
in potlood denken,
want dat is volgens hem
het wezen van er zijn.

Het is gestoeld op de eeuwenoude gedachte dat alles voortdurend verandert. Bij Herakleitos klinkt dat ‘Alles stroomt’ of ‘Panta rei’ heel groots en verheven. Het ‘potlood’ bij Moeyaert is daarnaast zo ontwapenend eenvoudig en concreet dat je niet anders kunt dan glimlachen. Die concrete voorwerpen zorgen ervoor dat ingewikkelde gedachten en gevoelens tastbaar worden. In ‘De wens’ heeft hij het over een krappe jas en het gevoel ‘dat de hele wereld past, maar niet bij mij.’ Door de gedachte aan de krappe jas voel je de beknelling van de hele wereld die even niet meer past bij de ik. Aan het eind is ‘de wereld weer mijn maat’, waarin de taalkunstenaar beeldspraak en woordspeling ineen tovert.

Behalve terloopse gebaren en concrete beelden die het grootse oproepen, vind je in de bundel ook subtiel klankspel: nauwelijks het wat pompeuze eindrijm, maar vooral speelse alliteraties en assonanties, die het vluchtige bij elkaar houden, waardoor je de gedichten toch als eenheid ervaart. Af en toe valt er toch het eindrijm, maar dat voelt dan eerder als toeval, of als een herinnering aan de kinderrijmpjes uit onze jeugd:

Ach en niks

wat wou je? wat wil je? vroeg mama vandaag.
ik zuchtte eens diep, en zei: ach.
ach is erg, zei ze toen, nog veel erger dan au.
dat ziek je niet uit in een dag.

wat wou je? wat wil je? vroeg mama vandaag.
ik zuchtte nog dieper, zei: niks.
niks is erg, zei ze toen, en je ziet ook erg bleek.
dat ziek je niet uit in een week.

ach en niks zijn de blues, zei mama vandaag.
daar is ach en niks aan te doen.
ik weet ach en niks om je beter te maken.
ik zuchtte, zei: mama, een zoen.

Moeyaerts gedichten verrassen, ontroeren en zetten de wereld soms voor even op de kop, waardoor je alles vanuit een nieuw perspectief ziet. Ze zijn toegankelijk, voor jong en oud, en luchtig, terwijl je toch de diepte in gaat. Dat alles over liefde gaat is een originele bundel die de creativiteit prikkelt, in klank en gedachten, een mooi cadeau dat je bij veel gelegenheden zou kunnen geven.

Dietske Geerlings

Bart Moeyaert – Dat alles over liefde gaat. De mooiste gedichten van Bart Moeyaert, gekozen door Ester Naomi Perquin. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 112 blz. € 20,00.