Het zou flauw zijn om de prachtige romans Victorie en De valkunstenaar te noemen waarin Den Haag een rol speelt, maar ondergetekende kent Den Haag van vele vakanties. Als je al die vakanties bij elkaar optelt, dan heeft hij meer dan een jaar in Den Haag gewoond.

1 Cécile de Jong van Beek en Donk – Hilda van Suylenburg
Hilda, wees maar bijna volwassen, komt inwonen bij haar oom en tante aan een van de grootste huizen aan het Nassauplein. In tegenstelling tot haar nichtjes heeft ze niet zoveel op met het mondaine leven en het bijbehorende roddelcircuit.

2 Louis Couperus – Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan
‘Zoo ik iets ben, ben ik een Hagenaar,’ zei Louis Couperus en daarom mag één van zijn Haagse romans niet ontbreken. Een van de personages heeft zelfs een brug naar hem vernoemd gekregen: het bruggetje van Takma.

3 Nicolette Smabers – Vraag dat maar aan de pelikanen
Indië speelt op de achtergrond nog mee in deze familiegeschiedenis die begint en eindigt in Kijkduin, maar waar heel veel Den Haag in voorkomt.

4 Helga Ruebsamen – Op Scheveningen
We kunnen ook de roman Het lied en de waarheid noemen, de autobiografische roman waarin Den Haag voor een deel het decor vormt voor een uit Nederlands-Indië gerepatrieerd gezin, maar misschien zijn de verhalenbundels van Ruebsamen nog beter, met typische, ietwat verlopen, Haagse dames. En zo smokkelen we ook Scheveningen erbij.

5 Lucas Zandberg – De vergeten prins
Dan leid je een lekker leven als prins in Parijs en dan moet je terug naar Den Haag. De ene dag ga je uit in een luxe cabaret in de Franse hoofdstad, de volgende dag sta je in een sloppenwijk in een andere hoofdstad. De vergeten prins in kwestie is Willem van Oranje-Nassau, kortweg Wiwill genoemd om hem te onderscheiden van de andere Willem, zijn vader. En dan wordt hij ook nog verliefd op de verkeerde vrouw.

6 Bart Chabot – Mijn vaders hand
Zeg je Den Haag, dan zag je ook Bart Chabot. Wat Jules Deelder voor Rotterdam was, is Bart Chabot voor Den Haag. In dit eerste deel van zijn autobiografische reeks rekent Chabot af met zijn ouders, vooral zijn vader. Snoeihard, maar daar heeft de schrijver dan ook wel reden toe.

7 Koos van Zomeren – Minister achter tralies
De Haagse politiek mag natuurlijk niet ontbreken. Deze opvolger van Haagse lente is uitgebracht als thriller, maar volgens Maarten ’t Hart is het meer: ‘Dit boek doet ons met zijn sobere, strakke, trefzekere stijl en zijn volstrekt ontluisterend beeld van de politiek, sterk denken aan het werk van Hermans.’

8 F. Bordewijk – De wingerdrank
We krijgen het hele Bordewijk Genootschap achter ons aan als we Bordewijk niet noemen, maar zijn bekendste romans spelen niet in Den Haag. Het verhaal ‘Passage. Een architectuur’ uit De wingerdrank speelt in de bekende winkelpassage. Bordewijk heeft er zelfs een borstbeeld mee verdiend in de Passage. Zie voor de rest: Den Haag, stad, boordevol Bordewijk van José Buschman.

9 Cor Gout – Bik
Over de zoon van een Haagse hoedenmaker. De roman speelt deels in Berlijn en deels in Den Haag. De Tweede Wereldoorlog is van grote invloed op het leven van de hoofdpersoon in deze documentaire roman.

10 Arie Storm – Luisteren hoe huizen ademen
August Voois, het alter ego van Arie Storm, komt uit de Schilderswijk. Zolang de hoofdpersoon niet een van zijn vele literaire achterhoedegevechtjes aan het voeren is, maar schrijft over zijn jeugd (in verschillende romans) dan komen de romans van deze ex-recensent echt tot leven.

Wat zijn jullie favoriete Haagse romans? (En waarom?)