Na ons bericht over de stilte rond Gerard Reve, schreef Atze van Wieren ons met het volgende gedicht over de nadagen van Reve. Directe aanleiding voor het gedicht was de uitzending van De Plantage waarin Hanneke Groenteman op bezoek ging bij Gerard Reve en Joop Schafthuizen. Onder het gedicht de desbetreffende uitzending.

Gerard Reve

                                        Voor de koorleider,
                                        een lied van mededogen.

Hij moet nog eenmaal opgevoerd:
de Grote Gerard Reve Show.
Meesteres hedenmiddag:
Hanneke Groenteman! (Applaus)

Volijverig vuurt ze vragen af
op de aanbeden Volksschrijver,
zevenenzeventig alweer
-nee, niet meer acht keer op een dag-,
maar de antwoorden zijn
net zo vaal en versleten
als het spijkerjack dat hij draagt.

Altijd zijn mond vol
van Dood dit en Eeuwigheid dat,
God zus, Maria zo,
maar nu dat moment nabij is,
zit hij met een mond
vol beroete tanden,
lacht ze hulpeloos bloot
bij de stoute grappen
van Matroosje Vos,
huilt bij het lezen
van zijn eigen gedichten,
wil met een zakdoek
dwars door de brillenglazen heen
zijn tranen drogen.

Ach Reve, Reve…
Arme Reve.

Atze van Wieren