Een potje sjoelen

Geachte heer Walschap,

Zojuist de laatste bladzijde van uw laatste twee brievenboeken dichtgeslagen. Zo’n kleine tweeduizend pagina’s dundruk doorgenomen omdat ik de schrijver van onder meer Een mens van goede wil en Houtekiet bewonder. Maar, ik zeg het met schroom: het viel niet mee om al uw brieven te lezen. Misschien omdat uw beginjaren als schrijver interessanter waren dan de rest.

In het eerste deel van uw drie brievenboeken bepaalt het gevecht dat u levert om van het katholieke geloof los te raken de hoofdmoot van de brieven. Je vindt er een schrijver die op zoek is naar zichzelf. De twee laatste delen bevatten vaak herhalingen van uw standpunt. Uw standvastigheid als ongelovige is bewonderenswaardig, maar al die brieven waarin u zich steeds opnieuw verweert tegen mensen die u ondanks alles willen bekeren zijn toch langdradig.

De samenstellers hebben hun werk grondig gedaan. Een beetje te grondig zelfs. Elk briefje, al bevat het slechts een groet of een bedankje, is opgenomen. Briefjes zonder betekenis. En hoe vervelend moet het laatste deel van uw leven zijn geweest, waarin u zich van huldiging naar huldiging sleept. Walschap 75 jaar: feest! Walschap 80 jaar: feest! En vanaf dan bijna elk jaar een huldiging, want je weet maar nooit met oude mensen. Prijs voor dit, in de adelstand verheven, eredoctoraat: het kon niet op. Literair stelt het niet zoveel voor.

En dan heb ik het nog niet eens over al die briefjes naar de Mijolclub, uw clubje vrienden, waarmee u regelmatig mee uit eten gaat en waarvan elk briefje met een verzoek om mee te mogen rijden is bewaard. Hoogtepunt van de avonden is een potje sjoelen. Is dit nu die revolutionaire Walschap? Het is van een ongekende burgertruttigheid. Zelfs de brieven die u op uw grote reizen maakt, zoals naar Belgisch Kongo, worden ontsierd door een verstikkende deken van vaderliefde die u tentoonspreidt ten opzichte van uw kinderen.

Slechts zelden word je geboeid door al die brieven. Een lichtpuntje is opeens een heftige buitenechtelijke liefde. Hier vind je een passionele Walschap. Helaas zijn er maar een paar brieven uit die correspondentie overgebleven. Ze maken u weer tot een mens in plaats van een vader die gaat sjoelen.

Deze brievenboeken zijn bedoeld om een volledig beeld te geven van uw leven en werk, maar als verveling de uitkomst is, dan falen ze jammerlijk. Een strengere selectie zou op zijn plaats zijn geweest. Eén dundrukdeel was ruim voldoende. Walschap is geen literaire brievenschrijver. Uw romans moet men lezen en daarin zal ik mijn bewondering terugvinden.

Met hoogachting,

Coen Peppelenbos

Gerard Walschap – Brieven 1951 – 1965 en Brieven 1966 – 1989. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1027 en 899 blz. € 69,90.

(foto: Nijs, Jac. de / Anefo, Nationaal Archief, CC0)