Een permanente kritische dialoog tussen ik en mij

‘De twintigste eeuw was de eeuw van Orwell, de eenentwintigste is dat net zo goed,’ schrijft essayist Bas Heijne in een beschouwing over de beroemde Engelse auteur. Het werk van George Orwell (1903-1950) is nog altijd actueel. De uitspraken van Donald Trump en zijn medewerkers over ‘alternatieve feiten’ na de inauguratie van de president in 2017 wakkerden de belangstelling voor Orwell zo aan dat zijn roman Nineteen Eighy-Four in de boekentoptien van Amazon terechtkwam. Toen Poetin in februari 2022 buurland Oekraïne binnenviel om met een ‘speciale militaire operatie’ de ‘nazi’s’ in het buurland uit te schakelen, kwam de roman opnieuw hoog op de bestsellerlijst te staan. Poetins trouwe vazal Loekasjenko van buurland Belarus verbood het boek van de weeromstuit.

Maar naast zijn dystopische romans Animal Farm en Nineteen Eighy-Four staat Orwell ook bekend als scherp essayist. Het is daarom verheugend dat het beroemde essay Over nationalisme in een aparte uitgave is verschenen, met een voorwoord van Bas Heijne (1960). Orwell schreef het in mei 1945 voor het eerste nummer van Polemic, een anticommunistische tijdschrift opgericht door oud-Spanje-strijder Hugh Slater. Orwell keert zich in dit essay tegen overdreven politieke partijdigheid die zover gaat dat het zicht op de feiten wordt benomen. Hij noemt het verschijnsel bij gebrek aan beter nationalisme, dat hij zeer ruim opvat. Hij omschrijft het als ‘de gewoonte om zichzelf te identificeren met één enkele natie of andere groep, die groep voorbij goed en kwaad te plaatsen en geen andere plicht te kennen dan het behartigen van haar belangen.’ Deze houding gaat vaak gepaard met een buitengewone lichtgeraaktheid. ‘De kleinste belediging van zijn eigen groep of ieder vermeende lofzang op een rivaliserende organisatie vult hem met een onrust die hij alleen kan verdrijven door een of andere felle repliek te geven.’ Deze obsessieve vooringenomenheid leidt ertoe dat er een loopje met de waarheid wordt genomen: onwelgevallige feiten worden ontkend of verdoezeld, de fouten van de vermeende tegenstanders worden uitvergroot of verdraaid. Deze houding constateert Orwell bij talrijke groeperingen, van communisten en trotskisten tot pacifisten, zionisten en antisemieten. Wat Orwell in de Engelse samenleving aan het einde van de oorlog waarnam, geldt in mogelijk sterkere mate voor onze moderne, gepolariseerde samenleving, waar tegenstellingen in de sociale media door dappere toetsenbordridders steeds verder worden aangescherpt.

Ieder mens, erkent Orwell, heeft zijn vooroordelen en voorkeuren. Het is maar de vraag of we die kunnen afschudden, zegt hij, ‘maar ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om de strijd met ze aan te gaan en dat dit in wezen een morele onderneming is.’ Ben je bereid uit je eigen bubbel te stappen om te onderzoeken of de opvattingen van de ander wellicht ook de moeite waard zijn? Als je je eigen vooringenomenheden onderkent, kun je ‘voorkomen dat ze je denkvermogen verpesten,’ aldus Orwell. Dat vereist, vult Bas Heijne in zijn inleiding aan, ‘een permanente kritische dialoog tussen ik en mij’. Hij vervolgt: ‘Orwell beseft als geen andere dat weinig mensen daartoe bereid zijn. Ik zou eraan willen toevoegen: in onze tijd misschien nog wel minder dan in de zijne.’

Over nationalisme is een belangwekkend betoog dat zijn boodschap niet heeft verloren. Het is mooi dat het anno 2023 opnieuw onder de aandacht wordt gebracht. (Het is ook opgenomen in de essaybundel Waarom ik schrijf uit 2020 van De Arbeiderspers in een overigens prettiger vertaling). Maar er is meer werk van Orwell dat aandacht verdient, zoals het fantastische betoog ‘Politics and the English language’ uit 1947. Ik heb er nog nooit een vertaling van gezien, mogelijk omdat het de Engelse taal tot onderwerp heeft, maar de strekking is veel universeler. Orwell legt hierin een verband tussen politieke onderdrukking en de verwording van de taal. Hij pleit voor transparant taalgebruik als uiting van helder denken. ‘De grote vijand van begrijpelijk taalgebruik is onoprechtheid.’ Het was een mooie aanvulling geweest om de bedreigingen van een post-truth-samenleving nog pregnanter aan de kaak te stellen.

Aart Aarsbergen

George Orwell – Over nationalisme, met een essay van Bas Heijne. Prometheus, Amsterdam. 80 blz. € 12,50.

Aanvulling: Ik heb ontdekt dat er in de bundel George Orwell – Tegen totalitarisme, een bundeling essays vertaald door Thomas Heij, het essay ‘Politiek en de Engelse taal’ is opgenomen.